H18 Deel 2_Bloedstolling_Student

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
FarmacotherapieMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Antitrombotica ('bloedverdunners')
Verzamelnaam voor stoffen die de bloedstolling kunnen vertragen (antistollingsmiddelen)
Vier groepen:
1.Anticoagulantia 
a. Heparines
b. Cumarine derivaten
2.Trombocytenaggregatieremmers (TAR)
3.Nieuwe orale anticoagulantia (NOAC’s/ DOAC’s)
4.Trombolytica

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Anticoagulantia
Heparineafgeleiden:
Beïnvloeden de bloedstolling rechtstreeks (direct)
Subcutane toediening
Goed in te stellen
Vaak na een knie- of heupoperatie

Preparaten:
Dalteparine Fragmin ®
Nadroparine Fraxiparine ®, Fraxodi ®
Fondaparinux Arixtra ®
Bij profylaxe is de dosering 1 maal per dag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Cumarineafgeleiden

Cumarinederivaten gaan in de lever op de plek zitten waar vitamine K normaal zorgt voor de vorming van protrombine
Hierdoor kan de lever geen protrombine meer maken
Dus… de bloedstolling komt niet op gang

Slide 8 - Tekstslide

Preparaten:

Acenocoumarol (kortdurende werking)
Fenprocoumon (werkt een aantal dagen)

Bij overdosering:
Onderhuidse bloedingen (blauwe plekken)
Inwendige bloedingen

Wat te doen bij overdosering:
Tijdelijk inname staken
Vitamine K (fytomenadion) oraal toedienen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Halfwaardetijd
Acenocoumarol heeft een halfwaardetijd van ongeveer 11 uur.
Bij voorkeur inname Acenocoumarol ‘s avonds om 18.00 uur inneemt, dan kan bij een afwijkende wijkende INR De dosering de volgende dag nog worden bijgesteld.
Vooral in de begin periode is dit handig als de patient moet worden ingesteld.

Fenprocoumon heeft een halfwaardetijd van ongeveer 160 uur. 
Hierdoor is er nauwelijks verband tussen het tijdstip van inname en het tijdstip van prikken, maar dat betekent ook dat een verhoging van de dosering niet dezelfde of de volgende dag al zichtbaar is.







Slide 11 - Tekstslide

 Acenocoumarol
Acenocoumarol
De voordelen van 
+ Snelle werking
+ Verdwijnt snel uit uw lichaam als u stopt met slikken
+ 18u innemen dan kan bij afwijkende INR de dosering de volgende dag worden bijgesteld.

De nadelen van acenocoumarol
- Relatief korte werking (enkele dagen, de werking halveert elke 11 uur)
- Grotere kans op schommelingen van de INR-waarde
- Ochtendinname (8u) mogelijk maar niet aan te raden vanwege halfwaardetijd

Slide 12 - Tekstslide

Fenprocoumon
De voordelen van fenprocoumon
+ Lange werking (tot 2 weken, de werking halveert elke 140 uur)
+ Stabielere bloedspiegel = stabielere INR-waarde

De nadelen van fenprocoumon
– Tijdig stoppen voor tandheelkundige en/of operatieve ingreep
Door de lange werkingsduur blijft fenprocoumon veel langer in het lichaam. Dat betekent echter wel dat u – wanneer u bepaalde tandheelkundige of operatieve ingrepen of onderzoeken moet ondergaan – tijdig moet stoppen met slikken.
.



Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Trombocytenaggregatieremmers (TAR)
Beïnvloeden hechting bloedplaatjes aan vaatwand
Bij veranderingen in de vaatwand is dan de kans op vorming van een stolsel kleiner
Voorkomen van nieuw hartinfarct, TIA of herseninfarct
Voordeel: geen trombosedienst nodig bij dosering

Slide 16 - Tekstslide

Trombocytenaggregatieremmers
Preparaten:
Acetylsalicylzuur 80 mg, carbasalaatcalcium 100 mg
Clopidogrel Plavix ®
Ticagrelor Brilique ®
Dipyridamol Persantin ®

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

 Nieuwe orale anticoagulantia (NOAC’s)
Zijn “concurrent” van de cumarines (acenocoumarol en fenprocoumon)
Vaak na heup- en knieoperaties om trombosebeen te voorkomen
Dabigatran is een directe trombineremmer
Rivaroxaban en Apixaban zijn factor Xa-remmers

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

 Nieuwe orale anticoagulantia (NOAC’s)
Preparaten:

Rivaroxaban Xarelto ®
Apixaban Eliquis ®

Slide 22 - Tekstslide

 Nieuwe orale anticoagulantia (NOAC’s)
Voordelen:
Orale toediening (patiënt vriendelijk)
Bezoek aan de trombosedienst niet nodig
Net zo effectief en lijken minder bloedingscomplicaties te geven ( hersenbloedingen )
Nadelen:
Nog geen antidotum beschikbaar
De middelen zijn nog nieuw en er is meer onderzoek nodig

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Afleverinformatie - algemeen
  • Hoe de middelen te gebruiken
  • Werking en bijwerkingen (blauwe plekken)
  • Veel interactie dus let goed op bij zelfzorg ( dit ook doorgeven aan de trombosedienst

  • Wijzigen van andere medicatie of toevoegingen doorgeven

  • Aantal bekende interacties:
  1. Cumarinederivaten niet i.c.m. noscapine, miconazol
  2. Trombocytenaggregatieremmers mogen niet tegelijk met NSAID’s worden gebruikt omdat dit de werking tegengaat


Slide 25 - Tekstslide