13.2 Tweede les Kz-Kb

Tweede les Kz en Kb en rekenen met zwakke zuren en basen 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Tweede les Kz en Kb en rekenen met zwakke zuren en basen 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
- Kz en Kb, evenwichtsvoorwaardes, pH-berekeningen van zwakke zuren/basen herhalen
- Vooral heeeeeeeeel veel oefenen. 

Slide 2 - Tekstslide

Even inkomen: 4,5 mol HF wordt opgelost in 10 L water. 
- Geef de ionisatie vergelijking
- Geef de evenwichtsvoorwaarde --> Met K waarde ingevuld 
- Bereken de concentratie van de H3O+ ionen in de oplossing (gebruik hiervoor de BOEC tabel)  
- Bereken de pH waarde 

Slide 3 - Tekstslide

Dit gaat het berekenen een stukje makkelijker maken:
We hadden net de volgende formule



als we even inzoomen op onder de deelstreep die -x
0,45 - 0,0165 = 0,43 

Slide 4 - Tekstslide

Dit gaat het berekenen een stukje makkelijker maken:
We hadden net de volgende formule



als we even inzoomen op onder de deelstreep die -x
0,45 - 0,0165 = 0,43 
0,43 * 6,3 * 10-4 = 2,71 * 10-4
0,45 * 6,3 * 10-4 = 2,84 * 10-4

Slide 5 - Tekstslide

Dit gaat het berekenen een stukje makkelijker maken:
als we even inzoomen op onder de deelstreep die -x
0,45 - 0,0165 = 0,43 
0,43 * 6,3 * 10-4 = 2,71 * 10-4
0,45 * 6,3 * 10-4 = 2,84 * 10-4
netto amper verschil, we kijken naar een heeeeeeeeeeeeel klein getal.

Slide 6 - Tekstslide

Dit gaat het berekenen een stukje makkelijker maken:
Als de concentratie zwak zuur of base een factor 100 verschilt
mag je de - x in de evenwichtsvoorwaarde verwaarlozen
Resultaat: geen abc-formule :)

[HZ] > 100*Kz

Slide 7 - Tekstslide

Dit gaat het berekenen een stukje makkelijker maken:
Stel: de concentratie HF = 0,45 M
Kz = 0,00063 

100*0,00063 = 0,063
dan 0,45 > 0,063
Dus -x mag je verwaarlozen 
*check dit wel altijd!*

Slide 8 - Tekstslide

Ionisatiepercentage
Jullie hebben met BOE tabel eerst met mol% de tabel ingevuld

Slide 9 - Tekstslide

Vb
1,0 mol N2 en 3,0 mol H2 in een vat van 10 L om ammoniak te maken. Er wordt een rendement van 15 mol% gehaald.
rendement = opbrengst 

Altijd eerst de R.V opstellen

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Ionisatiepercentage
Dit kunnen we nu ook andersom.

Hoeveel % van het zwakke zuur is omgezet?

Slide 12 - Tekstslide

Stel: We hebben 0,25 M mierenzuur (HCOOH). Bereken de pH waarde
.

Hoeveel % van HCOOH is nu HCOO-?

Ionisatie% = HCOO- / HCOOH * 100%
oftewel Z- /HZ * 100%

Slide 13 - Tekstslide

Stel: We hebben 0,25 M mierenzuur (HCOOH). Bereken de pH waarde
.

Hoeveel % van HCOOH is nu HCOO-?

Ionisatie% = HCOO- / HCOOH * 100%
oftewel Z- /HZ * 100%
Z- is hetzelfde als..... de x!

Slide 14 - Tekstslide

Stel: We hebben 0,25 M mierenzuur (HCOOH). Bereken de pH waarde
4...


4. BOE tabel opstellen

Slide 15 - Tekstslide

Stel: We hebben 0,25 M mierenzuur (HCOOH). Bereken de pH waarde
6. x berekenen. 

Slide 16 - Tekstslide

Ionisatie percentage
HCOO- = 6,62 * 10-3
HCOOH = 0,25 M
6,62*10-3 / 0,25 * 100% = 2,65%

Slide 17 - Tekstslide

Voor basen werkt het PRECIES hetzelfde. Alleen rekening houden met 14-pOH = pH en de kb ipv kz gebruiken.

Slide 18 - Tekstslide

Weektaak
- Bestuderen Hoofdstuk 13, Paragraaf 1 uit het boek (blz 175 t/m 177)
- Maken opdracht 13, 14 en 16 uit het boek (blz 177) of online.
- Bestuderen Hoofdstuk 13, Paragraaf 2 uit het boek (blz 178&179)
- Maken opdracht 19, 20 en 22 uit het boek (blz 180) of online.

Slide 19 - Tekstslide