Hoofdstuk 15 en 16 Executie incl conservatoir beslag en indirecte executiemiddelen

Vandaag
  1. Herhalingsvragen over de rechtsmiddelen, andere vormen van geschillenbeslechting en de executiemiddelen.
  2. Vervolgens: executie incl. conservatoir beslag en indirecte executiemiddelen.
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BPRMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
  1. Herhalingsvragen over de rechtsmiddelen, andere vormen van geschillenbeslechting en de executiemiddelen.
  2. Vervolgens: executie incl. conservatoir beslag en indirecte executiemiddelen.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is waar?
1. een buitengewoon rechtsmiddel schort de tenuitvoerlegging van de uitspraak op
2. buitengewone rechtsmiddelen kunnen worden ingezet nadat de uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan.
A
1 is waar
B
2 is waar
C
1 en 2 zijn waar
D
1 en 2 zijn niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is waar?
bij arbitrage kunnen ook leken als rechter optreden
A
ja
B
nee

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is waar?
een uitspraak in arbitrage kan direct ten uitvoer worden gelegd, net als bij een uitspraak in een gewone procedure
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is waar?
arbitrage is wel geregeld in Rv en bindend advies niet
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is waar?
bij een bindend advies kun je in beroep
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar zorgt een executoriale titel voor?
A
de mogelijkheid om via een deurwaarder een dwangmiddel toe te passen
B
dat je zonder een deurwaarder een vonnis ten uitvoer te leggen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is geen voorbeeld van een dwangmiddel, ook executiemiddel genoemd?
A
beslag
B
arbitrage
C
dwangsom
D
lijfsdwang

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wie kunnen gebruik maken van parate executie en hebben dus géén executoriale titel nodig?
A
een pandhouder en hypotheekhouder
B
een werkgever en verhuurder
C
een echtgenoot na een scheiding
D
een consument

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de naam van de beslagvorm, waarvoor je een definitief vonnis van de rechter nodig hebt?
A
conservatoir beslag
B
executoriaal beslag

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Conservatoir beslag leg je vóór (afloop van) een rechtszaak om geld of goederen veilig te stellen. Heb je daar toestemming van een voorzieningenrechter voor nodig?
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk soort beslag leg je als je beslag legt op een goed met het doel het goed te houden?
A
beslag tot afgifte
B
verhaalsbeslag
C
moreel beslag

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar kan beslag (conservatoir of executoriaal) worden gelegd?
A
Bij de schuldenaar
B
Bij een derde
C
Beide antwoorden zijn goed.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent 'beslagvrije voet'?
A
De deurwaarder moet 80% van het loon vrijlaten van beslag.
B
De deurwaarder moet 90% vrijlaten van beslag.
C
De deurwaarder mag 80% van het loon innen.
D
De deurwaarder mag 90% van het loon innen.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Extra: buiten beslag vallende goederen
art. 447 lid 1 Rv (nieuw!!!)
  • inboedel
  • kleding
  • verzorgingsmiddelen
  • levensmiddelen
  • nodige zaken voor werk/school
  • hoogstpersoonlijke dingen (fotoboeken)
  • huisdieren

Let op: art. 447 lid 2 Rv: uitzondering voor 'bovenmatige' zaken (die kunnen worden vervangen door gewone goederen.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jeannette heeft een kapperszaak aan huis (eenmanszaak). Door corona heeft zij veel schulden. De rechter bepaalt dat zij € 15.000 voor geleverde spullen moet betalen. Uiteindelijk komt de deurwaarder om beslag te leggen. Waarop mag hij wel/geen beslag leggen?
beslag mogelijk
beslag niet mogelijk
dure merkkleren van Jeannette
gewone kleren
hlevensmiddelen
gezinsauto
Auto van de zaak.
Levensmiddelen van de week

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk ander executiemiddel is er naast beslag? Noem er hier minstens twee.

Slide 29 - Open vraag

dwangsom
lijfsdwang
ontruiming
Van welk executiemiddel is sprake?:
Jan is veroordeeld tot afgifte van een fotoalbum aan zijn zus. Hij wordt vastgezet om hem te dwingen tot afgifte hiervan over te gaan.
A
beslag
B
dwangsom
C
ontruiming
D
lijfsdwang

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Van welk executiemiddel is sprake?:
Jan krijgt van de rechter een contactverbod met Mia. Hij houdt zich hier niet aan en moet volgens het vonnis daarom voor elke dag van de overtreding 500 euro betalen.
A
beslag
B
dwangsom
C
ontruiming
D
lijfsdwang

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Van welk executiemiddel is sprake?:
Het huurcontract van Jan is ontbonden door de rechter wegens flinke huurachterstanden. Hij wordt uit zijn woning gezet met al zijn spullen omdat hij weigerde te vertrekken.
A
beslag
B
dwangsom
C
ontruiming
D
lijfsdwang

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Van welk executiemiddel is sprake?:
Jan is veroordeeld tot betaling van een bedrag van 10.000,-. Hij heeft een baan bij Philips en de deurwaarder wendt zich tot Philips om via het uit te betalen loon de vordering te kunnen innen.
A
beslag
B
dwangsom
C
ontruiming
D
lijfsdwang

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies