Les 6 cursus 2.4 Welk werk kun je doen?

par. 2.4: welk werk kun je doen?
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, gLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

par. 2.4: welk werk kun je doen?

Slide 1 - Tekstslide

Industrie in ontwikkelingslanden

Waarom worden veel producten die we hier hebben in ontwikkelingslanden gemaakt?

  • Lage lonen
  • Weinig arbeidsvoorwaarden (lange werkdagen,

       zwaar en ongezond werk, kinderarbeid)

  • Dus goedkope producten

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdstuk 2: Arm en rijk
2.4 Welk werk kun je doen?



  • Veel producten in welvarende landen komen uit ontwikkelingslanden.
  • In ontwikkelingslanden liggen de lonen laag (lagelonenlanden).
  • De producten zijn hierdoor goedkoper.
  • De arbeidsomstandigheden zijn slecht (zwaar, vies, lange dagen, ongezond, gevaarlijk).
  • Kinderen zijn goedkope arbeidskrachten > kinderarbeid

Hoe zit het in arme landen?

Slide 3 - Tekstslide

Hoeveel uur mag je op schooldagen werken als je 16 jaar bent, zie bron 8 blz.72

Slide 4 - Open vraag

In welk continent komt de meeste kinderarbeid voor. ( zie bron 8 blz. 72)

Slide 5 - Open vraag

Hoeveel kinderen in de wereld verrichten kinderarbeid? ( zie bron 8 blz.72)

Slide 6 - Open vraag

Quizvragen
Onderstaande vragen gaan over de leerstof van blz. 68-71.

  • Ik ben benieuwd hoeveel jullie nog weten?  
  • Hoeveel pogingen hebben jullie nodig voor juiste antwoord?

Slide 7 - Tekstslide

Het kopen van goederen en diensten noemen we....
A
Produceren
B
Welvaart
C
Consumeren
D
Diensten

Slide 8 - Quizvraag

Je telefoonabonnement kun je niet vastpakken, het is een voorbeeld van een ... .
A
producent
B
consumeren
C
dienst
D
product

Slide 9 - Quizvraag

38. Mensen die iets consumeren worden een......genoemd.
A
Producent
B
Consument
C
Consumeerder
D
Consumender

Slide 10 - Quizvraag

Hoeveel beroepssectoren denk jij dat er zijn?
A
3
B
4
C
2
D
5

Slide 11 - Quizvraag

Welke van onderstaande woorden hoort NIET bij de beroepssectoren
A
industrie sector
B
agrarische sector
C
zorgsector
D
dienstensector

Slide 12 - Quizvraag

Landbouw in ontwikkelingslanden is vooral
A
Arbeidsextensief
B
Arbeidsintensief

Slide 13 - Quizvraag

kopen van dingen...
A
consumeren
B
produceren

Slide 14 - Quizvraag

Er zijn veel winkels waar je een telefoon kunt kopen. Als ... heb je dus veel keuze.
A
producent
B
dienst
C
consument
D
consumeren

Slide 15 - Quizvraag

Om de kosten van producten laag te houden...
A
...wordt werk waarvoor veel arbeidsuren nodig zijn, gedaan in landen met lage lonen.
B
...worden zoveel mogelijk producten in West-Europa zelf geproduceerd.
C
...worden mensen tijdens de productie goed gecontroleerd.
D
...worden vervoerskosten zo laag mogelijk gehouden.

Slide 16 - Quizvraag

35. Als er veel mensen nodig zijn om het werk te doen, dan noem je dit..
A
industrieel werk
B
welvaart
C
zelfvoorzienend
D
arbeidsintensief

Slide 17 - Quizvraag

Maken van cursus 2.4
  1. opdracht 13 tot met 16  Cursus 2.4
  2. Topografie van blz. 78-79 opdracht 1 tot met 5. ( uit je boek)


  • maak een fotokopie van je antwoorden.
  • mail de antwoorden via It's learning of via de mail naar h.hamersma@aeres.nl

Slide 18 - Tekstslide