PGL 16 maart 'werken in het netwerk'

Werken in een netwerk

PGL
Workshop Taken van een PB - er.
16 maart
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 3,4

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Werken in een netwerk

PGL
Workshop Taken van een PB - er.
16 maart

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theoretische gedeelte

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Een goed sociaal netwerk geeft de cliënt de mogelijkheid om met zo min mogelijk begeleiding adequaat te functioneren in het dagelijks leven en om mee te blijven doen in de participatiemaatschappij. Het ontbreken van een sociaal netwerk heeft vaak eenzaamheid en sociaal isolement tot gevolg en vermindert de zelfstandigheid.

Slide 5 - Tekstslide

Affectieve behoeften: Je wilt geliefd voelen
Materiele behoeften: Mensen willen kunnen ervaren dat
ze anderen kunnen ‘gebruiken’ voor raad, informatie, geld, kortom: dat ze
een beroep kunnen doen op anderen.
Behoefte aan aansluiting:
Ieder mens wil kunnen ervaren dat hij
deel uitmaakt van een groter geheel, dat hij niet alleen is op deze aardbol.
En vooral, dat dat groter geheel bestaat uit mensen die ongeveer dezelfde
interesses en waarden hebben als hijzelf.
Behoefte aan sociale zekerheid: De mens wil bepaalde zekerheden
vastleggen in afspraken, vaste codes, overeenkomsten en contracten. Op
die manier wordt de (sociale) situatie overzichtelijk en stabiel

Slide 6 - Tekstslide

Alleen is een cliënt zich vaak niet bewust van het feit dat hij een sociaal netwerk heeft. Of hij weet hij niet hoe hij dit netwerk effectief kan inzetten.

Slide 7 - Tekstslide

Mensen met een vluchtelingenstatus zonder directe familie in Nederland hebben vaak geen netwerk omdat ze hier niemand kennen. Het opbouwen van een netwerk is moeilijk als je de Nederlandse taal niet machtig bent.
Cliënten met een zeer laag IQ hebben niet altijd de sociale vaardigheden om te functioneren in een netwerk en cliënten met een netwerk dat al zeer lang te zwaar belast is, kunnen niet nog meer vragen van hun naasten.
Cliënten met wisselende emoties en agressief gedrag zijn vaak niet in staat tot het opbouwen van een sociaal netwerk.

Groslijst
  • Groslijst:  Een groslijst biedt algemeen inzicht in het sociale netwerk van een cliënt in de vorm van een lijst van personen die de cliënt kent, aardig of belangrijk vindt. De nadruk ligt hierbij op het inventariseren. Hierdoor ontstaat een rijker en preciezer beeld van de huidige situatie. De groslijst is het meest eenvoudige en minst tijdsintensieve instrument om gegevens over een sociaal netwerk te verzamelen.

Doel: Netwerk in kaart brengen en bevorderen van informele steun. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ecogram
Ecogram: Het ecogram brengt de omvang en de kwaliteit van het sociale netwerk van de cliënt in beeld. Het biedt in één oogopslag een overzicht van belangrijke sociale contacten uit verschillende leefgebieden, wat (potentiële) hulpbronnen zichtbaar maakt. Het gaat daarbij om familieleden, maar ook om vrienden en kennissen en om contacten met vrijwilligers en professionele zorg- en dienstverleners. Door middel van symbolen kan de aard van de relaties worden aangegeven


Doel: Netwerk in kaart brengen en bevorderen van
 informele steun

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Netwerk cirkel van Lensink
 Netwerk cirkel van Lensink: De netwerkcirkel van Lensink brengt het aantal netwerkleden en hun positionering ten opzichte van de cliënt in kaart. De cliënt wordt omringd door vier schillen met daarin mensen die volgens de cliënt heel dichtbij staan (intimi) en personen die met iedere schil wat verder van de cliënt af staan (vrienden, bekenden en diensten). 

De contacten worden daarnaast verdeeld in vier kwadranten: familie, medecliënten, professionals en mensen die je ontmoet hebt in de samenleving. 

Uitgangspunt is dat de cirkel van bekenden personen omvat die 
vrienden kunnen worden. Ook laat deze zien wie (potentiële) hulpbronnen zijn. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk het filmpje.


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe wordt het netwerk ingezet voor een MDO?

Wie zijn betrokken bij het MDO; 
Team, gedragsdeskundige, huisarts, fysio, dagbesteding, familie, bewindvoering, psychiater.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht;
- Neem een cliënt die je goed kent in je gedachte.
- Maak een ecogram van deze cliënt.
- Zet alle personen van het netwerk in de ecogram.
- Bespreek de ecogram in tweetallen.
- Bekijk waar het netwerk van deze cliënt zou kunnen worden uitgebreid. 


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meer weten?

Interessante artikelen te vinden op;
Kennisplein gehandicaptensector.  
Zoek op; Netwerk

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies