Bijeenkomst 4.5 Emotionele en morele ontwikkeling

                 Bijeenkomst 4.5   
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
onderwijskundeHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

                 Bijeenkomst 4.5   

Slide 1 - Tekstslide

lesdoelen
De student kan beschrijven op welke wijze de emotionele intelligentie een rol speelt in het onderwijs a.d.h.v. praktijksituaties en onderbouwen hoe hij/ zij hier als docent rekening mee houdt;

 
De student de niveaus en opeenvolgende stadia van morele ontwikkeling aan de hand van het model van Kohlberg beschrijven en in eigen woorden uitleggen a.d.h.v. praktijksituaties (pre-conventioneel, conventioneel en post-conventioneel niveau).

beschrijven hoe hij/zij het morele oordelen in de onderwijspraktijk çoncreet kan helpen bevorderen                      

Slide 2 - Tekstslide

Emtionele intelligentie?
primair: vreugde, verdriet, angst, woede, afkeer, verrassing

secundair: bv. trots en jaloezie

Slide 3 - Tekstslide

Emtionele ontwikkeling?

Slide 4 - Woordweb

Emotionele ontwikkeling
- je eigen emoties kennen en herkennen
-  je emoties reguleren
- jezelf motiveren (bv. concentratie, stellen doelen)
- emoties van anderen herkennen
- sociale relaties leggen en behouden

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Hoofd en hart in evenwicht
Welke werkvormen zijn in jouw ogen geschikt om pubers te leren hoofd en hart in evenwicht te brengen?

Slide 7 - Tekstslide

moreel besef (ratio) en morele intuïtie (hart)

Slide 8 - Tekstslide

Leg in één zin uit wat volgens jou morele intuïtie is....

Slide 9 - Open vraag

Emotionele zelfcontrole??
Bekijk het filmfragment.
Stel jezelf de vraag: hoe is het gesteld met jouw emotionele zelfcontrole?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Tekstslide

Prof. Kohlberg - morele ontwikkeling
Kohlberg bouwt voort op het werk van Piaget. Ook hij benoemt de stadia van ontwikkeling die doorlopen worden.

Hij heeft onderzoek gedaan a.d.h.v. morele dilemma’s

Kohlberg legt nadruk op de ontwikkeling van morele oordelen en argumentatie bij kinderen.
Evenals Piaget gaat Kohlberg uit van een wisselwerking van kind en omgeving.

Slide 13 - Tekstslide

Prof. Kohlberg - morele ontwikkeling
Gedurende de morele ontwikkeling doorloopt een mens verschillende stadia in een vaste volgorde.

De eerste stadia die doorlopen worden betreffen de meest basale normen.

De stadia worden steeds complexer en meeromvattend.

Slide 14 - Tekstslide

3 niveaus, ieder twee stadia
Preconventioneel:
1.straf- en gehoorzaamheidsoriëntatie (lichamelijke gevolgen bepalen of een handeling goed of slecht is)
2. instrumenteel-relativistische oriëntatie ('jij pakt mij, ik pak jou!')
Conventioneel
3. beste-jongen-braaf-meisje-oriëntatie (goed is dat wat een ander plezier doet)
4. recht- en-orde-oriëntatie (vaststaande regels bepalen wat je hoort te doen)
Postconventioneel:
5. legale-sociale contractoriëntatie (de regels die we als maatschappij belangrijk vinden zijn bepalend)
6. universele ethisch-principiële oriëntatie ('goed' is een gewetensbeslissing)

Slide 15 - Tekstslide

Moreel dilemma
Een vrouw in Europa dreigde dood te gaan aan een zeldzame vorm van kanker. Volgens de artsen was er één medicijn dat haar zou kunnen redden. Het was een soort medicijn dat kort daarvoor was ontdekt door een apotheker die in dezelfde stad woonde. Het medicijn was duur om te maken, maar de apotheker vroeg zijn klanten het tienvoudige van wat het hem kostte om het te maken. Het medicijn kostte hem 200 gulden en hij vroeg 2000 gulden voor een kleine dosis van het medicijn. De man van de zieke vrouw, genaamd Heinz, ging bij iedereen die hij kende langs om het geld te lenen, maar hij kon maar 1000 gulden bij elkaar krijgen. Hij zei de apotheker dat zijn vrouw stervende was en vroeg hem het medicijn voor minder geld te leveren of om hem het geld later te laten betalen. Maar de apotheker zei: "Nee, ik heb dit medicijn ontdekt en ik ben van plan er goed aan te verdienen". Heinz werd wanhopig en ging bij de apotheker inbreken om het medicijn voor zijn vrouw te stelen.
Had Heinz dit wel moeten doen? (Kohlberg, 1958)

Slide 16 - Tekstslide

Preconventioneel: 1
Straf en gehoorzaamheidsoriëntatie.

 
 Het morele besef is met name gericht op het vermijden van straf of het verkrijgen van beloning.
 Heinz: Hij zou niet moeten stelen, omdat hij anders in de gevangenis komt.


Slide 17 - Tekstslide

Preconventioneel: 2
Instrumenteel-relativistische oriëntatie:

 Moraliteit van “voor wat hoort wat”. (Tot ongeveer 8-10 jaar)

 Heinz: Hij mag zelf weten wat hij doet, want het is zijn leven. Als hij wil riskeren in het gevang te komen om het leven van zijn vrouw te redden, dan moet hij dat doen.

Slide 18 - Tekstslide

Conventioneel: 3
Beste jongen, braaf meisje oriëntatie. (vanaf ongeveer 10 jaar)
  Goed gedrag is dat, wat een ander plezier doet of gewaardeerd wordt.
 Heinz: Hij moet niet inbreken, want dan zouden ze kunnen denken dat hij een crimineel is.
 Of: Hij moet wel inbreken, anders zouden anderen kunnen denken dat hij geen goed echtgenoot is.

Slide 19 - Tekstslide

Conventioneel: 4
Recht en orde oriëntatie
 Slecht is dat te doen wat de maatschappelijke orde in gevaar brengt.
 Heinz: Hij zou niet moeten inbreken, want diefstal is verboden. Hij moet zich aan de wet houden.
 Of: Hij moet wel inbreken, want het hoort bij het huwelijk dat je je inspant om je vrouw te redden. Maar dan wel achteraf terug betalen.

Slide 20 - Tekstslide

Postconventioneel: 5

Legale sociale-contract-oriëntatie.
 Goed is wat in overleg is overeengekomen.

 Heinz: De wet verbiedt wel om te stelen, maar het recht van de vrouw van Heinz om te leven zou zwaarder moeten wegen dan het recht van de apotheker op eigendom.

Slide 21 - Tekstslide

Postconventioneel: 6
Universele ethisch-principiële oriëntatie
 Iets is goed als het niet tegen de eigen principes ingaat.

 Heinz: Hij mag het medicijn stelen, want het redden van een leven is belangrijker dan het recht op eigendom.

Slide 22 - Tekstslide

Welk stadium?
"Ik houd 1,5 meter afstand, dit zijn de richtlijnen van het RIVM"
A
2.instrumenteel-relativistisch
B
3.beste-jongen-braaf-meisje
C
4. recht-en-orde
D
6.universeel-principieel

Slide 23 - Quizvraag

Waarom is moreel denken belangrijk?

Slide 24 - Woordweb

Hoe kan onderwijs morele ontwikkeling bevorderen?

Slide 25 - Open vraag

Tot slot...
moraal = moraal gidst het gedrag (is af te leiden uit wat mensen doen en zeggen)

ethiek = nadenken over 'goed en kwaad'

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Zelf aan de slag met LessonUp?


Gebruik de vouchercode, LU-170-655-086, is te claimen op www.lessonup.com/voucher. 

Slide 28 - Tekstslide