Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Beta
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
3. IWO, Omzet en Afzet
Herhaling....
Dit hebben we behandeld. De percentages zijn anders omdat je rekent met % van de inkoop en % van de verkoop
1 / 11
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Bedrijfseconomie
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
11 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Herhaling....
Dit hebben we behandeld. De percentages zijn anders omdat je rekent met % van de inkoop en % van de verkoop
Slide 1 - Tekstslide
Nog even oefenen:
De inkoop is 100%, de brutowinst is 20%.
Hoeveel % is de verkoop?
A
80
B
100
C
120
D
102
Slide 2 - Quizvraag
De brutowinst van de verkoop is 25%.
Hoeveel % is de inkoop?
A
50
B
75
C
100
D
125
Slide 3 - Quizvraag
Van 1 product naar meerdere
Wij hebben nu inkoop, verkoop en brutowinst gebruikt.
Zo noemen we dit voor 1 product voor meerder producten is dit anders.
Bij meerdere producten noemen we dit:
IWO, Omzet en brutowinst
Slide 4 - Tekstslide
Van 1 product naar meerdere
Inkoop x afzet (hoeveelheid) =
IWO
(Inkoopwaarde vd Omzet)
verkoop x afzet (hoeveelheid) =
Omzet
Brutowinst noemen we nog steeds hetzelfde
Slide 5 - Tekstslide
Van 1 product naar meerdere
Inkoop x afzet (hoeveelheid) =
IWO
(Inkoopwaarde vd Omzet)
Dus:
€ 80,- x 10.000 stuks = € 800.000,- IWO
verkoop x afzet (hoeveelheid) =
Omzet
€ 100,- x 10.000 stuks = € 1.000.000,-
Omzet
Brutowinst noemen we nog steeds hetzelfde
€ 20,- x 10.000 stuks = € 200.000,- Brutowinst
Slide 6 - Tekstslide
En nu in een schema:
De bedragen zijn alleen veranderd, de percentages zijn hetzelfde gebleven.
Slide 7 - Tekstslide
De inkoop van 1 artikel is € 25,-.
De afzet is 5.000 stuks.
Bereken de IWO
A
€ 125,-
B
€ 100.000,-
C
€ 12.500,-
D
€ 125.000,-
Slide 8 - Quizvraag
De omzet van relatiegeschenken bedraagt € 525.000,-.
De verkoopprijs van 1 relatiegeschenk is € 75,-
Bereken de afzet
A
7.000
B
8.000
C
9.000
D
10.000
Slide 9 - Quizvraag
De omzet is € 55.000,-.
De verkoopprijs van 1 artikel is € 55,-.
Bereken de hoeveelheid verkochte artikelen.
A
250
B
500
C
750
D
1.000
Slide 10 - Quizvraag
De inkoopprijs per stuk bedraagt € 75,-.
De brutowinst is 50% van de inkoop.
Er worden 2.000 artikelen verkocht.
Bereken de omzet.
A
€ 200.000,-
B
€ 225.000,-
C
€ 250.000,-
D
€ 275.000,-
Slide 11 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
leerjaar 3 hst 5 les 2
March 2020
- Les met
14 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
1.2 De schoenenwinkel
May 2025
- Les met
6 slides
Commercieel H4 | Hoe bepaal je de prijs van artikelen? deel 1
August 2020
- Les met
19 slides
Economie & Ondernemen
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
6.3 Hoe maak je winst?
December 2018
- Les met
28 slides
door
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
leerjaar 4 Economie Hst 3 paragraaf 2
November 2018
- Les met
11 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
6.3 Winst of verlies?
November 2018
- Les met
26 slides
door
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
Administratie hst 1 Een bedrijf van dichtbij paragraaf 5 en 6
January 2022
- Les met
21 slides
Economie & Ondernemen
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
leerjaar 4 Economie Hst 3 les 1
September 2022
- Les met
10 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4