herhalen lezen 1 + 2

Begrippen
Hoofdzaken
Kernzin
Hoofdgedachte
Tekstdoelen

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Begrippen
Hoofdzaken
Kernzin
Hoofdgedachte
Tekstdoelen

Slide 1 - Tekstslide

H1 Lezen
Lees de volgende tekst

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van de tekst?





A
geschiedenis van Popeye
B
ijzer in spinazie
C
Popeye en spinazie
D
vitamine A in spinazie

Slide 4 - Quizvraag

Kernzinnen
De kernzin bevat de belangrijkste informatie van de alinea
De kernzin is meestal de eerste of de laatste zin van de alinea. De rest van de alinea is dan bijvoorbeeld een uitleg of een voorbeeld.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de kernzin van alinea 1?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de kernzin van alinea 1?

A
Elke keer als hij in het nauw gedreven werd, bracht spinazie uitkomst.
B
Tekenfilmzeeman Popeye werd er onoverwinnelijk van, omdat er zoveel ijzer in zou zitten.
C
Dat verhaal blijkt onzin: spinazie bevat niet meer ijzer dan andere bladgroenten.

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de kernzin van alinea 2?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de kernzin van alinea 2?
A
De Britse criminoloog Mike Sutton zocht de kwestie uit en kwam een stripplaatje uit 1932 tegen.
B
Daarop zie je hoe Popeye in een veld spinazie een partij blaadjes opschrokt.
C
‘Lieve hemel,' zegt vriendin Olijfje, ‘ben jij een paard?’
D
Daarop antwoordt Popeye: ‘Spinazie zit vol vitamine A en dat is wat mannen sterk en gezond maakt.'

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Hoofdzaken
Wat in een tekst belangrijk is, noem je hoofdzaken. Hoofdzaken lees je vaak in de inleiding, in het slot en in de kernzin van elke alinea. De kernzin is meestal de eerste of de laatste zin van de alinea. De rest van de alinea is dan bijvoorbeeld een uitleg of een voorbeeld. Ook tussenkopjes en anders gedrukte woorden helpen je de hoofdzaken te vinden.

Slide 13 - Tekstslide

Wat is een hoofdzaak?
A
De vriendin van Popeye heet Olijfje.
B
Het ging Popeye oorspronkelijk niet om het ijzer in spinazie.

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een hoofdzaak?

A
Na onderzoek bleef de mythe aan Popeye plakken.
B
Spinazie bevat veel vitamine A.

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een hoofdzaak?
A
In spinazie zit niet meer ijzer dan in andere bladgroenten.
B
Mensen hebben niets aan ijzer uit spinazie.

Slide 16 - Quizvraag

Hoofdgedachte
Je kunt het belangrijkste van een tekst in één zin samenvatten. Die ene zin noem je de hoofdgedachte. Om die zin te vinden stel je de vraag: 
Wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd?
Je vindt de hoofdgedachte vaak in de inleiding of in het slot van de tekst.

Slide 17 - Tekstslide

Samenvatting
Een samenvatting van een tekst bevat de hoofdzaken van de tekst. In een samenvatting staat dus de belangrijkste informatie uit een tekst. Hoofdzaken lees je vaak in de inleiding en in het slot van de tekst en in de kernzin van elke alinea. De kernzin is meestal de eerste of de laatste zin van de alinea.

Slide 18 - Tekstslide

Welke zin hoort niet thuis in een goede samenvatting van de tekst Waarom Popeye spinazie at?
A
In de strip uit 1932 schrikt Olijfje van Popeye.
B
Na verkeerd onderzoek denken we dat je van spinazie sterk wordt.
C
Popeye at voor het eerst veel spinazie in een strip uit 1932.
D
Spinazie bevat niet meer ijzer dan andere bladgroenten.

Slide 19 - Quizvraag

Welke tekstdoelen zijn er?

Slide 20 - Woordweb

Wat is 'instrueren'?

Slide 21 - Woordweb

Welke begrippen hebben we vandaag behandeld?

Slide 22 - Woordweb

Begrippen
Hoofdzaken
Kernzin
Hoofdgedachte
Tekstdoelen

Slide 23 - Tekstslide