Engelse werkwoorden
1 / 20
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Video
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
1. Ik (faxen) je die documenten vanavond nog. (pv tt)
A
fax
B
faxe
Slide 7 - Quizvraag
2. Ik (coachen) al jarenlang een basketbalteam. (pv tt)
A
coach
B
coache
Slide 8 - Quizvraag
3. Iedere winter (snowboarden) ik in de Franse Alpen. (pv tt)
A
snowboard
B
snowboarde
Slide 9 - Quizvraag
4. Mieke (waxen) haar snowboard altijd voor ze op wintersport gaat. (pv tt)
A
waxt
B
waxed
C
waxet
Slide 10 - Quizvraag
5. Nova (stressen) vanwege de toets voor morgen. (pv tt)
A
strest
B
stresst
C
stressed
Slide 11 - Quizvraag
6. De bendeleider (pushen) de bendeleden altijd om dingen te doen die ze niet willen. (pv tt)
A
pusht
B
pushet
C
pushed
Slide 12 - Quizvraag
8. Ik (timen) mijn voorzet daarnet verkeerd en de bal vloog recht in de handen van de keeper. (pv vt)
A
timde
B
timede
C
timende
Slide 13 - Quizvraag
9. Toen ik in de brugklas zat, (downloaden) ik veel muziek. (pv vt)
A
downloade
B
downloadde
Slide 14 - Quizvraag
10. De coureur (racen) jaren geleden nog zonder helm. (pv vt)
A
racede
B
racde
C
racete
D
racte
Slide 15 - Quizvraag
11. De receptioniste (upgraden) onze kamer zonder extra kosten. (pv vt)
A
upgradede
B
upgrade
C
upgradete
D
upgradde
Slide 16 - Quizvraag
12. Ik heb gisteren de hele middag (shoppen) met mijn vriendinnen. (volt. dw)
A
geshopped
B
geshopt
C
geshopd
Slide 17 - Quizvraag
13. Tijdens hun eerste afspraakje hebben Carlijn en Willen (picknicken). (volt. dw)
A
gepicknicked
B
gepicknickd
C
gepicknickt
Slide 18 - Quizvraag
14. Ik heb haar zojuist (e-mailen) of ze morgen kan vergaderen.
A
geëmaild
B
ge-e-mailed
C
ge-e-maild
D
geëmailed
Slide 19 - Quizvraag
15. Ik had de documenten op mijn computer niet (saven). (volt. dw)
A
gesavd
B
gesafet
C
gesaved
D
gesaft
