infectie leer

infectie leer
infectie en besmetting
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

infectie leer
infectie en besmetting

Slide 1 - Tekstslide

waar denk je aan bij infectie

Slide 2 - Woordweb

oorzaak van infecties
Infecties worden veroorzaakt door (besmettelijke) micro-organismen - kleine, voor het oog onzichtbare organismen - die zich in het lichaam nestelen en vermenigvuldigen.

Slide 3 - Tekstslide

micro- organisme
ziek makend
niet ziekmakend (colibacteriën, deze spelen een rol bij de aanmaak van vit B en K.​

Slide 4 - Tekstslide

4 soorten micro-organisme
1. Bacteriën ( bv staphylococcen en streptococcen, bacillen)​
2. Virussen ( bv griepvirus en herpesvirus)​
3. Schimmels en gisten ( bv candida en voetschimmel/ zwemmerseczeem)
4. protozoa (bv malaria)

Slide 5 - Tekstslide

besmetting
direct
indirect

Slide 6 - Tekstslide

directe weg

Slide 7 - Woordweb

indirecte weg

Slide 8 - Woordweb

direct
praten,
handen schudden, ​
opwervelend stof
seksueel contact, 
van moeder op ongeboren kind.​

Slide 9 - Tekstslide

indirect
besmette materialen zoals beddengoed
eetgerei
kleding en toiletten
besmette voedingsmiddelen zoals rauw of slecht bereid vlees.​

Slide 10 - Tekstslide

direct besmetting is via eetgerei
A
ja
B
nee
C
ja/nee
D
misschien

Slide 11 - Quizvraag

indirectie besmetting kan via het eten van rauw vlees gaan
A
ja
B
nee
C
misschien
D
ja/nee

Slide 12 - Quizvraag

wat is het verschil tussen een ontsteking en een infectie

Slide 13 - Woordweb

antwoord
Een ontsteking hoeft niet altijd door een infectie te ontstaan
en een infectie hoeft niet altijd tot een ontsteking te leiden. ​ 

Slide 14 - Tekstslide

rubor =
A
warmte
B
zwelling
C
roodheid
D
pijn

Slide 15 - Quizvraag

dolor =
A
roodheid
B
warmte
C
zwelling
D
pijn

Slide 16 - Quizvraag

calor =
A
warmte
B
pijn
C
roodheid
D
funtie verlies

Slide 17 - Quizvraag

tumor
A
pijn
B
functieverlies
C
warmte
D
zwelling

Slide 18 - Quizvraag

functio laesa =
A
zwelling
B
functieverlies
C
pijn
D
roodheid

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Video

infectieziekten
  • Waterpokken, mazelen, roodvonk, rode hond​
  • Herpes simplex​
  • Gordelroos​
  • Hepatitis B, pfeiffer, Keelontsteking
  • Griep, verkoudheid​
  • Reizigersdiarree
  • Aids, geslachtsziekten​
  • Hersenvliesontsteking,

Slide 21 - Tekstslide

ziekteverloop en verschijnselen
  • Besmetting​
  • Incubatietijd​
  • Malaiseklachten (prodromaal stadium)​
  • Ziek​
  • Herstelfase (reconvalescentiestadium)

Slide 22 - Tekstslide

belangrijke infecties
  • MRSA: (Meticilline Resistente Staphylococcus aureus)
  • Resistent (ongevoelig) voor de meeste antibiotica​
  • Zit in en op: stof, vloeren, muren, plafonds, deurknoppen etc.​
  • Verspreidt zich via lucht ( kanalen), huidschilfers en contact met besmette personen en voorwerpen​
  • Vooral gevaarlijk voor mensen met verlaagde weerstand 

Slide 23 - Tekstslide

belangrijke infecties
  • tuberculose ,goed behandelbaar
  • HIV/AIDS, Combinatie- therapieën ​
  • Start bij HIV infectie, niet wachten tot iemand AIDS heeft​
  • Chronisch gebruik, op vaste tijden innemen​
  • Resistentie is mogelijk​
  • Bij AIDS; onvoldoende T4 cellen> TBC, diarree, Kaposi-sarcoom, longontsteking

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Je kan besmet raken met het HIV virus door
A
besmette lakens vast te pakken
B
door uit een beker van een besmette te drinken
C
door een vuile naald
D
door zoenen

Slide 30 - Quizvraag

griep infuenza
  • Wordt veroorzaakt door een virus (influenza)​
  • elk jaar krijgt 1 op de 10 mensen griep​
  • Er kunnen verschillende varianten zijn, soms verandert het virus ook​
  • Bv Mexicaanse griep​
  • Wordt via lucht en handen overgedragen (hoesten, niezen, praten) ( snot, slijm en speeksel)

Slide 31 - Tekstslide

verschijnselen griep
  • Hoge koorts, koude rillingen​
  • Keelpijn, hoofdpijn, spierpijn​
  • Er bestaat geen medicijn tegen griep​, Vaccinatie voor risicogroepen​
  • Let op bij:​
  • Kortademigheid, sufheid, veel slijm ophoesten, weinig drinken en plassen, en langer dan 5 dagen koorts

Slide 32 - Tekstslide

infectie preventie
  • Hygiënische maatregelen​
  • Hygiënisch omgaan met uitscheidingsproducten​
  • Desinfecteren van materialen, huid. ​
  • Steriliseren van voorwerpen

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

verdere preventie

Slide 35 - Woordweb

verdere preventie
  • Houd de nagels kort, geen nagellak of kunstnagels.​
  • Draag geen hand- en polssieraden. Ook gladde ringen en horloges zijn niet toegestaan.​
  • Piercings mogen mits deze de hygiëne niet in de weg​
  • staan en/of in contact kunnen komen met de bewoners.​
  • Zorg dat de haren kort zijn of bij lang haar bijeengebonden of opgestoken.​
  • Zorg dat de haren schoon en verzorgd zijn.​
  • Draag hoofddoekjes schoon en strak om het hoofd gebonden.​
  • Zorg ervoor dat baarden en snorren schoon en geknipt zij

Slide 36 - Tekstslide

hoe zorg je voor de hygiene bij de zorgvragers

Slide 37 - Woordweb

Hulp bij de wasbeurt en de persoonlijke hygiëne van de​
Zorgvragers
  • Iedere bewoner moet gewassen worden met zijn eigen was benodigdheden.​
  •  Zorg dat iedere bewoner in het bezit is van:​
  •  zeep, kam, tandenborstel, tandpasta en zo nodig ​
  •  scheerbenodigdheden en gebittenbakje;​
  •  schone washand;​
  •  schone handdoek;​
  •  schone waskommen van roestvrijstaal of​ kunststof
      

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

noro virus wordt ook wel....genoemd
A
voedselvergifitging
B
buikgriep
C
slokdarmontsteking
D
leverontsteking

Slide 40 - Quizvraag