Specifieke doelgroepen

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
  • Test je kennis over de mens en zijn ontwikkeling.
  • Kennismaken met dementie
  • Voorzieningen voor mensen met dementie

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VIG

Gezondheidsbevordering en preventie > 4 Ontwikkelingspsychologie en gedrag > zelftoets
MZ

Methodiek> 2. De mens en zijn ontwikkeling > Test je kennis (onderaan)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

  • Als je vandaag voordat je naar school ging hebt ontbeten
  • Als je zo goed als bij bent met Thieme
  • Als je in de veilige omgeving van een verpleeghuis wil wonen als je afhankelijk van zorg bent
  • Als je iemand kent die lijdt aan dementie.
  • Als je mantelzorger bent voor iemand die lijdt aan dementie
  • Als je wilt werken met de doelgroep mensen met dementie

Dementie is hetzelfde als alzheimer
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 5 - Quizvraag

Dementie is een verzamelnaam voor ruim 50 ziekten die de hersenen beschadigen. De meest voorkomende vorm van dementie is de ziekte van Alzheimer. Alzheimer is dus een vorm van dementie. Maar dementie is niet altijd Alzheimer. Er zijn namelijk nog andere vormen van dementie. Bijvoorbeeld frontotemporale dementie (FTD) of vasculaire dementie. b
1 op de 5 mensen krijg dementie. Voor vrouwen geldt 1 op de 3
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 6 - Quizvraag

Vrouwen hebben een grotere kans om in hun leven dementie te krijgen dan mannen. Dat komt omdat vrouwen ouderen worden. 1 op de 7 mannen krijgt te maken met dementie. Gemiddeld krijgt 1 op de 5 mensen dementie. 
Voor de rij bij de kassa in de supermarkt pakt een dame haar boodschappen uit, Je herkent haar en weet dat ze dementie heeft. Het gaat prima, maar niet echt snel. Ze zegt 'sorry ik ben niet de snelste meer. Wat doe je?
A
Je helpt deze persoon met uitpakken van de boodschappen op de band
B
Je zegt 'dat geeft niet, ik heb geen haast'

Slide 7 - Quizvraag

Het is goed om mensen met dementie zo kan mogelijk taken zelf uit te laten voeren zo lang het nog kan. Dit geeft het gevoel van zelfstandigheid. Een compliment of kleine aanmoediging kan dan helpen om zelfvertrouwen te geven, Als je merkt dat het echt niet gaat, dan is het natuurlijk prima om te helpen., maar wel pas las je dit eerst vriendelijk gevraagd hebt.

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Risicofactoren
  • Mensen met hart en vaatziekten
  • Oudere mensen
  • Mensen met het syndroom van Down
  • Mensen met Parkinson 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over dementie?
  • Op welke leeftijd kun je dementie krijgen?
  • Waar kan je dementie aan herkennen? 
  • Hoeveel mensen hebben het, denk je? 

Slide 11 - Tekstslide

300.000 (1 op de 5)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Online training
Wat is dementie?
Hoe kun je het herkennen?
Hoe kun je iemand met dementie helpen?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TIPS
  • Doorloop de training in een rustig tempo
  • Na een gekozen antwoord volgt er steeds feedback. Bespreek deze informatie kort met een medestudent voordat je naar een volgende vraag gaat.
  • De training vindt je via  http://www.samendementievriendelijk.nl/scholen 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreking
  • Wat wist je al?
  • Welke informatie is totaal nieuw voor je?
  • Welk filmpje sprak je het meest aan? Waarom?
  • Heb je weleens een vergelijkbare situatie meegemaakt?  Hoe was dat voor je?
  • Wat zou je in die situatie anders hebben gedaan nu je deze training hebt gevolgd?
  • Welke tips neem je mee? 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jouw dierbare met dementie zegt: 'Je bent al heel lang niet geweest!'. Je bent verbaast, je was er gisteren nog! Wat is nu het beste om te zeggen?
A
Verbeteren: 'Hoe kom je daar nou bij, ik was er gisteren nog!'
B
Meepraten: 'Het voelt inderdaad als heel lang geleden!.

Slide 17 - Quizvraag

Door te zeggen, ik was er gisteren nog!' benadruk je dat de ander het vergeten is. Dat kan iemand met dementie boos of verdrietig maken. Spreek iemand met dementie niet tegen, maar weet positief in het contact. Probeer het zo te zien eigenlijk zegt hij/zij dat je gemist wordt.. Je kunt misschien beter zeggen: 'Ja het voelt als lang geleden' dan He, Ook bij andere situaties geldt; accepteren en meegaan in plaats van verbeteren.
Je bent op een verjaardag en vraag aan iemand met dementie: 'Wil je een stukje taart?' Je krijgt geen antwoord. Je maakt oogcontact en vraagt het nog eens luider. Nog steeds krijg je geen antwoord. Wart doe je?
A
Wie wil er nu geen taart? Gewoon het stukje taart neerzetten dus.
B
Even wachten tot hij/zij antwoord geeft

Slide 18 - Quizvraag

Hersenen van mensen met dementie werken trager. Geef iemand de tijd om te reageren of iets zelf te doen ook al duurt dat iets langer. Als we ons tempo aanpassen (en dus wachten) dan ervaart iemand met dementie minder stress. En gaan dingen daarna weer een stuk sneller.  Iedere keer dat je een vraag opnieuw stelt, duurt het weer langer voor dat hij/zij de informatie in de hersenen verwerkt heeft en een reactie geeft. Geduld is dus een schone zaak.
Mensen met dementie ontkennen vaak dat ze iets zijn vergeten.
A
Klopt
B
Klop niet

Slide 19 - Quizvraag

Mensen met dementie weten vaak dat zij dingen vergeten. Het is voor veel mensen moeilijk om te accepteren dat ze ziek zijn en dementie hebben. Soms ontkennen mensen liever dat zij dingen vergeten dan dat ze dat toegeven. En soms weten mensen met dementie het gewoon niet meer. Dat hoort bij de ziekte, Leef mee, toonbegrip en ga mee in het verhaal. 
Door dementie werken de hersenen steeds minder goed, Hoe snel dit gaat is voor te voorspellen
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 20 - Quizvraag

Door dementie werken de hersenen steeds minder goed. Mensen met dementie leven gemiddeld 8 jaar met de ziekte.  Bij sommige verloopt de achteruitgang heel snel. Andere leiden nog jarenlang een redelijk gewoon leven. Je kunt dit vooraf niet voorspellen. Uit onderzoek blijkt dat beweging een positieve invloed kan hebben op dementie. Het is dus belangrijk om zo lang mogelijk actief te blijven. 
Als gevolg van de ziekte worden veel mensen met dementie en hun mantelzorgers eenzaam
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 21 - Quizvraag

Helaas komt schaamte en onzekerheid voor bij mensen et dementie en hun mantelzorgers. Ook vindt de omgeving het soms lastig om goed om te gaan met iemand met dementie, of is er onbegrip. Hierdoor verwatert het contact en trekken mensen met dementie zich terug uit sociale activiteiten. En dat terwijl een netwerk juist belangrijk is om zo lang mogelijk sociaal actief te blijven.  
Je geeft iemand met dementie altijd gelijk
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 22 - Quizvraag

Mensen met dementie hebben soms een andere waarheid. Omdat ze in de wat zijn, niet meer weten hoe het precies zit of omdat ze hun vergissingen liever niet laten zien. Ga niet in discussie met iemand met dementie. Neem desnoods grootmoedig de schild op je of begin over een ander onderwerp. 
Je hebt een 'niet-pluis' gevoel over de buurvrouw. Maar stapt niet op haar af, zij heeft namelijk recht op privacy
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 23 - Quizvraag

Natuurlijk heeft je buurvrouw recht op privacy. En het is spannend om zomaar op de buurvrouw af te stappen. Maar jij kunt haat misschien wel helpen, Begroet de buurvrouw vriendelijk. Leg uit waarom je ongerust bent en vertel wat je ziet. Vraag dan vriendelijk of dit klopt. Je mag daarbij bedenken: liever wat onzeker gestuntel bij de voordoor dan niets doen. Gebruik de GOED methode dan doe je eigenlijk niets fout., Het staat de buurvrouw natuurlijk vrij om de hulp deze keer af te slaan.
In de zorg voor je partner met dementie sta je er alleen voor
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 24 - Quizvraag

Je hoeft er in de zorg niet alleen voor te staan. Hulp van je omgeving is nodig om zo lang mogelijk samen te zijn de zorg wordt immers steeds zwaarder. Buren, vrienden en familie kunnen daar goed bij helpen. Daarnaast heb je recht op de hulp van een casemanager. Een casemanager is een persoonlijk begeleider met een speciale opleiding om de mens met dementie en de mantelzorger te kunnen begeleiden. De casemanager ondersteunt in alle fasen van het ziekteproces.
Als ik iemand tegen kom op straat die verward is, is het beter om direct hulp van andere voorbijgangers in te schakelen
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 25 - Quizvraag

Het is goed om eerst even een praatje te maken en op die manier gerust te stellen. Misschien kun je hem of haar zelf helpen. Mocht dat echt niet lukken, dan kun je altijd kijken of er mensen in de buurt zijn die kunnen helpen, maar dat is lang niet altijd nodig. 
Mensen met dementie vergeten vaak of ze bezoek hebben gehad, het is daarom minder erg als ze even geen bezoek krijgen.
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 26 - Quizvraag

Aandacht en gezelschap is erg belangrijk voor mensen met dementie, ook al vergeten ze het weer, het zorgt er vaak voor dat ze hierdoor beter in hun vel zitten. 

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Hierna komen drie fragmenten over mensen met dementie. Schrijf tijdens het kijken de volgende informatie op:
  • Welke gevoelens herken je?
  • Hoe gaat iemand met dementie om met zijn gevoelens?
  • Hoe gaan de mantelzorgers en andere betrokkenen die worden genoemd in de fragmenten hiermee om? Heb je nog tips voor hen?
  • Wat zijn, volgens de mensen in de videofragmenten voorwaarden om mensen met dementie een positief gevoel te geven?
  • Wat neem jij mee bij het bieden van begeleiding?

Plenair nabespreken

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Link

Deze slide heeft geen instructies

SOS - kaartje
Stel je voor dat jij aan dementie lijdt. In een staat van verwarring en niet weten waar je bent, vindt iemand jou. Hoe moet deze persoon jou benaderen? Wat vind je fijn en wat niet. Beschrijf vanuit deze gedachte wat anderen juist wel of niet moeten doen. 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inzet van technologie
Op de website zorgvannu.nl vind je een hele lijst aan technologieën die een bijdrage kunnen leveren aan een betere kwaliteit van leven voor mensen met dementie. Bekijk de website, welke hulpmiddelen dragen bij aan een positiever gevoel bij de mensen uit de filmfragmenten? Waarom draagt dit bij aan een positief gevoel?

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

Bespreek na het kijken van de aflevering na met de studenten. Suggesties voor vragen; - Wat denk je dat een naaste van iemand met dementie nodig heeft? - Waar hebben de mensen in de video behoefte aan? - Wat zou jij doen als je iemand met dementie in je omgeving hebt? 
Interview
Je gaat (in de komende 2 weken) een persoon interviewen uit jouw eigen omgeving die iemand kent met dementie. 
  • Bedenk wie je gaat interviewen. 
  • Bereid de vragen voor die je wilt stellen. (verleden - heden - toekomst)
  • Hoe voer je het interview uit.
  • Uitwerken in maximaal 2 A4-tjes of bijvoorbeeld het maken van een VLOG, je mag het ook in beeld uitwerken. 
  • Inleveren week 1 periode 2. (16 november)

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klaar?
Ga aan de slag met de dementiegame en vergroot jouw kennis over mensen met dementie
http://www.dementiegame.nl/ 


Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Workshop 
  • 9 november
  • Kijkopdracht  
  • Afsluiting

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies