Wiskunde hfd 9.3, rekenen met procenten, 28 mei

Wiskunde hfd 9.3
rekenen met Procenten
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 35 min

Onderdelen in deze les

Wiskunde hfd 9.3
rekenen met Procenten

Slide 1 - Tekstslide

In deze les:
  1. Leer je rekenen met procenten;
  2. Leer je te rekenen met de verhoudingstabel;
  3. Ga je een video bekijken over dit onderwerp;
  4. Ga je zelfstandig oefenen met het berekenen;
  5. Krijg je nog een aantal qiuzvragen om te controleren of je het begrepen hebt.

Slide 2 - Tekstslide

Je gaat:
  1. herhalen wat we al weten, door middel van vragen;
  2. Naar een aantal video's kijken;
  3. de theorie lezen;
  4. Zelfstandig werken;
  5. Quizvragen beantwoorden.

Slide 3 - Tekstslide


A
6
B
8
C
10
D
12

Slide 4 - Quizvraag

Isa lust wel een stukje taart.
ze neemt 1 stukje hoeveel % van de
taart eet zij op?
A
50%
B
een kwart deel
C
een tiende deel = 10%
D
vijf twaalfde deel

Slide 5 - Quizvraag

In hoeveel stukken is de
verdeeld?
A
in 4 stukken
B
in 3 stukken
C
in 2 stukken
D
niet verdeeld

Slide 6 - Quizvraag

René wil deze laarsjes kopen.
Hoeveel kosten de laarsjes
ZONDER de korting?
A
€40,00
B
€80,00

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent het als René korting
krijgt?
A
ze moet meer betalen dan €80,00
B
Ze moet minder betalen dan €80,00

Slide 8 - Quizvraag

Korting betekent dus....
A
minder betalen
B
meer betalen

Slide 9 - Quizvraag

Hoeveel % korting krijgt René als zij
de laarsjes koopt?
A
€80,00
B
40%

Slide 10 - Quizvraag

Lies zegt tegen René:
"De laarsjes kosten maar de helft ".
Heeft Lies gelijk?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Moet René meer of minder dan de
helft betalen?
A
meer
B
minder

Slide 12 - Quizvraag

Hoeveel € korting krijgt René?
A
10 % = € 8,00, dus 40% is 4 x8 ,00 is €32,00
B
ze krijgt minder dan de helft korting dus €39,00

Slide 13 - Quizvraag

Hoeveel moet René betalen voor
de laarsjes?
A
40% = €32 dus €80,00 - €32,00 = €48,00
B
minder dan de helft is 39,00 dus €80,00 - €39 =€41,00

Slide 14 - Quizvraag

Video's
In de volgende slides staan een aantal video's met uitleg over rekenen met procent;
De eerste en tweede video zijn vanuit de methode = kijken dus!
De video's drie en vier geven uitleg over % berekenen met een verhoudingstabel, die wordt ook wel procententabel genoemd.
Dan heb je de theorie, hoort bij video drie.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

theorie
In de komende 5 slides zie je de theorie van "rekenen met procenten.
Lees ze goed door en kijk de derde video nogmaals.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

uitwerking:

Slide 24 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Zorg dat je de Video's en de Theorie goed hebt gelezen en dat je het begrijpt.
Nu ga je in kleine stapje zelf oefenen.
* Ga naar Magister, Getal & ruimte, hoofdstuk 9.3.
Maak opdrachten 43 tm 46,
Daarna kom je  terug naar Lesson Up om quizvragen te maken.

Slide 25 - Tekstslide

3/10 deel is .....%
A
10%
B
20%
C
30%
D
0%

Slide 26 - Quizvraag

1/4 deel is .....%
A
50%
B
10%
C
40%
D
25%

Slide 27 - Quizvraag

1/5 deel is .....%
A
10%
B
20%
C
30%
D
50%

Slide 28 - Quizvraag

1/100 deel is .....%
A
1%
B
2%
C
10%
D
100%

Slide 29 - Quizvraag

maak van het percentage een breuk.
10 % =
A
één tiende deel = 1/10
B
twee tiende deel = 2/10

Slide 30 - Quizvraag

maak van het percentage een breuk.
25 % =
A
een vierde deel = 1/4
B
een tweede deel = 1/2

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Tekstslide