Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
§1.4 - Meten
§1.4 - Meten
LessonUp
JA!
Benodigdheden
- NOVA-boek
- Schrift
- Pen, potlood
- Rekenmachine
1 / 40
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
In deze les zitten
40 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
§1.4 - Meten
LessonUp
JA!
Benodigdheden
- NOVA-boek
- Schrift
- Pen, potlood
- Rekenmachine
Slide 1 - Tekstslide
Deze les:
- Je kunt van een aantal meetapparaten uitleggen waarvoor je ze gebruikt.
- Je kunt het verschil uitleggen tussen analoge en digitale meetapparatuur.
- Je kunt beschrijven wat een grootheid en wat een eenheid is.
- Je kunt enkele meetapparaten aflezen.
- Je kunt enkele eenheden aar elkaar omrekenen.
Pak je boek blz 23
- Uitleg paragraaf 4
- Uitvoeren proef 5 blz. 37 - 38
- Zelfstandig werken aan huiswerk 1.4 vraag 1 t/m 15
Slide 2 - Tekstslide
Wat hebben deze drie 'dingen' met elkaar gemeen?
Slide 3 - Open vraag
Meetinstrumenten
Meetapparatuur of meetinstrumenten is gereedschap om te meten.
Slide 4 - Tekstslide
Wat kun je allemaal meten?
Slide 5 - Woordweb
Slide 6 - Video
Grootheden
Een grootheid kan je meten
volume (inhoud)
tijd
massa
lengte
Slide 7 - Tekstslide
❗Grootheid en eenheid❗
Grootheid:
de eigenschap die je meet
bijvoorbeeld: lengte, hoogte, temperatuur, tijd, massa
Eenheid:
de maat waarin je de eigenschap meet
bijvoorbeeld: meter, centimeter, graden Celsius, uur, kilogram
Meetinstrument
is waarmee je meet.
Slide 8 - Tekstslide
Eenheden
De
eenheid
geeft aan waarin je een
grootheid
meet
de
lengte
van de jongen is
175
centimeter
het
volume
van het water is
88
milliliter
Er kan altijd een
getal
voor een
eenheid
staan!
Slide 9 - Tekstslide
Schrijf zoveel mogelijk
grootheden
op.
Slide 10 - Woordweb
Schrijf zoveel mogelijk
eenheden
op.
Slide 11 - Woordweb
In welke eenheden kan je de tijd allemaal meten?
Slide 12 - Woordweb
Tijd meten:
- seconde (s)
- minuut (min)
- uur (h)
1 minuut = 60 seconde
1 uur = 60 minuut
dus 1 uur = 60 x 60 = 3600 seconde
Slide 13 - Tekstslide
Stelling 1: Een grootheid is een eigenschap waarin je meet.
Stelling 2: Een eenheid is de maat waarin je de grootheid meet.
Welke stelling is juist?
A
1 en 2 zijn juist
B
1 en 2 zijn onjuist
C
1 is juist, 2 is onjuist
D
1 is onjuist, 2 is juist
Slide 14 - Quizvraag
De breedte van de tafel meet je op met een meetlint.
Wat is een grootheid in de bovenstaande zin?
A
meetlint
B
tafel
C
breedte
D
op meten
Slide 15 - Quizvraag
Wat is de grootheid in deze zin?
Jos rijdt met een snelheid van 20 km/h naar school op zijn fiets.
Slide 16 - Open vraag
Wat is een grootheid?
A
De maat waarin je iets meet
B
hetzelfde als een eenheid
C
Alles wat je kunt meten
D
een reeks getallen
Slide 17 - Quizvraag
Wat is geen grootheid
A
snelheid
B
meter
C
gewicht
D
lengte
Slide 18 - Quizvraag
Wat is een grootheid?
A
Lengte
B
Meter
C
Kilo
D
Liter
Slide 19 - Quizvraag
Wat is GEEN grootheid?
A
Oppervlakte
B
Inhoud
C
Temperatuur
D
meter per seconde
Slide 20 - Quizvraag
Een eenheid is....
A
Een eigenschap van iets die je kunt meten
B
De maat waarin je iets kunt meten
C
Hoe groot iets is
Slide 21 - Quizvraag
Wat is GEEN eenheid?
A
Kilogram
B
Are
C
Licht
D
Liter
Slide 22 - Quizvraag
Wat is geen grootheid?
A
km/uur
B
gewicht
C
lengte
D
breedte
Slide 23 - Quizvraag
Wat is een grootheid en wat is een eenheid?
Grootheid
Eenheid
lengte
oppervlakte
millimeter
meter
breedte
centimeter
decimeter
diepte
dikte
hoogte
Slide 24 - Sleepvraag
Met een weegschaal meet je de grootheid
A
inhoud
B
hoeveelheid
C
massa
D
kilogram
Slide 25 - Quizvraag
Welke grootheid meet je met een stopwatch?
A
snelheid
B
tijd
C
temperatuur
D
seconden
Slide 26 - Quizvraag
De eenheid van massa kan zijn...
A
liter
B
centimeter
C
gram
D
seconde
Slide 27 - Quizvraag
Waar of niet waar:
dm3 is een grootheid
A
waar
B
niet waar
Slide 28 - Quizvraag
Waar of niet waar:
de dichtheid is een grootheid
A
waar
B
niet waar
Slide 29 - Quizvraag
Welke rij heeft alleen maar eenheden
A
seconde, gram, liter, centimeter
B
kilogram, gram, massa, milligram
C
volume, uur, meter, milligram
D
massa, lengte, volume, tijd
Slide 30 - Quizvraag
Temperatuur
Schaalverdeling
: een wijzer die draait langs een plaat met streepjes en getallen.
Dit noem je
analoog
Een meetapparaat met cijfers op een scherm noem je
digitaal
Slide 31 - Tekstslide
Eenheden omrekenen
Slide 32 - Tekstslide
25 cm = ...... m
Slide 33 - Open vraag
33 mg = ........g
Slide 34 - Open vraag
1,34 L = ... mL
Slide 35 - Open vraag
163 g = 0,163 ...
welke eenheid moet op de puntjes?
Slide 36 - Open vraag
De eenheid kun je vervangen door een andere eenheid, de manier van omrekenen blijft gelijk!
Slide 37 - Tekstslide
centrale eenheid
Slide 38 - Tekstslide
Slide 39 - Tekstslide
Huiswerk
2A: woensdag 10 september
2B: maandag 15 september
Maken §1.4 opdracht 1 t/m 15 (blz. 26)
Maken rekenen de helft (blz. 31 en 32)
Slide 40 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Meten
April 2018
-
42 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 1
Rekenen met tijd en temperatuur quiz
April 2025
-
20 slides
Rekenen
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1,2
Quiz!
§8.1 Geluid als trilling
June 2025
-
67 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
SCORE Rekenen, Meten, Klokkijken, 0F
January 2022
-
18 slides
Rekenen
Middelbare school
Praktijkonderwijs
vmbo, mavo
Leerjaar 1
SCORE Rekenen vo/mbo
Inhoud en oppervlakte
April 2018
-
30 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 3
5H Examentraining 2 - 21/22
March 2023
-
21 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
klok kijken formatieve toets (onderzoek)
July 2023
-
15 slides
Rekenen
Speciaal Onderwijs
Leerroute 1
4V Practicum Osmose + 3.3 en 3.4 Onderzoek
June 2022
-
20 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4