H13.4 les 8 Colorimetrie: verdunningsreeks en ijklijn

Colorimetrie


NOVA H13 Analysetechnieken
H13.4 Verdunningsreeks en ijlijn
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Colorimetrie


NOVA H13 Analysetechnieken
H13.4 Verdunningsreeks en ijlijn

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:

  • Uitleg §13.4 Colorimetrie

  • Voorbereiden practicum met COACH

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen §13.4
Na deze paragraaf weet / kan ik...:

  • uitleggen hoe een spectrofotometer globaal werkt;
  • het verschil tussen een monster en blanco uitleggen;
  • uitleggen wat een ijklijn is en hoe je die gebruikt;
  • zelf de concentratie van een onbekende oplossing berekenen.

Slide 3 - Tekstslide

Colorimetrie =
  • Techniek die licht gebruikt om chemische samenstellingen      te meten. 
  • Kwalitatief: Informatie krijgen over het soort stof, de vorm    van een stof of de aanwezigheid van een stof
  • Kwantitatief: Het bepalen van concentraties van opgeloste      stoffen.

Slide 4 - Tekstslide

  • zichtbare licht, rontgen, UV, IR,...

  • Bevat energie 
Licht = elektromagnetische straling

Slide 5 - Tekstslide

Waarom zien wij een blauwe trui?

Slide 6 - Tekstslide

Waarom zien wij een blauwe trui?
De blauwe trui weerkaatst blauw licht. Hij absorbeert juist alle andere kleuren licht. Vooral oranje licht wordt geabsorbeerd, omdat dat de complementaire kleur van lichtblauw is.

Slide 7 - Tekstslide

Colorimetrie
  • Je meet hoeveel licht een stof absorbeert.
  • Golflengte die gebruikt wordt ligt in het zichtbare gebied.

Slide 8 - Tekstslide

Hoe werkt een spectrofotometer?
  • Stralingsbron: komt de straling (licht met een bekende golflengte) vandaan
  • Te onderzoeken stof in het midden: het monster
  • Detector aan het einde
  • Hoe meer licht geabsorbeerd wordt door de stof, hoe minder op de detector valt.

Slide 9 - Tekstslide

Extinctie
Een colorimeter (spectrofotometer) meet hoeveel 
van het oorspronkelijke licht (I0) geabsorbeerd
wordt door het monster. 
Dit wordt extinctie genoemd (E).

De extinctie is rechtevenredig met de concentratie:
hoe hoger de concentratie, hoe hoger de extinctie 

Slide 10 - Tekstslide

Monster en blanco
  • Invallende licht wordt geabsorbeerd door de stof
  • Maar deels óók door het oplosmiddel of andere deeltjes die aanwezig zijn
  • Je meet daarom ook een blanco = Oplosmiddel en alle stoffen, behalve de stof die je onderzoekt.
  • je moet de gemeten extinctie van het monster daarom bij elke golflengte corrigeren voor de gemeten extinctie van de blanco

Slide 11 - Tekstslide

colorimetrie: kwalitatief
je meet de absorptie van 1 monster bij verschillende golflengtes
resultaat: absorptiespectrum

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld: Absorptiespectra van biologische moleculen
Chlorofyl a en b zit in groene bladeren
Carotenoïden komen bv voor in de gele, oranje & rode wortels

Slide 13 - Tekstslide

absorptiespectrum = kwalitatieve bepaling
Je kunt een stof herkennen aan de golflengte(s) waarbij het licht maximaal wordt geabsorbeerd (absorptiespectrum)

Slide 14 - Tekstslide

colorimetrie: kwantitatief
werkwijze:
  • Je maakt een serie oplossingen met bekende concentratie: de verdunningsreeks
  • Hiervan meet je de extinctie, zodat je het verband weet tussen de concentratie en de extinctie: de ijklijn
  • Je meet de extinctie van het monster en kunt in de ijklijn de onbekende concentratie aflezen
je meet de absorptie van het monster bij één golflengte

Slide 15 - Tekstslide

hoe meer water je toevoegt, hoe lichter de kleur
Verdunningsreeks
aan een voorraadoplossing met bekende concentratie voeg je nauwkeurig verschillende hoeveelheden water toe. Van elke verdunde oplossing kun je daarna de concentratie berekenen.

Slide 16 - Tekstslide

Je zou een verdunningsreeks van een oplossing met bekende concentratie van een rode kleurstof kunnen maken en dan bekijken met welk reageerbuisje de kleur van de limonade overeenkomt. Zo weet je (ongeveer) de concentratie van de kleurstof in de limonade.
Voorbeeld

Slide 17 - Tekstslide

IJklijn
Je maakt een ijklijn door de exctinctie te meten van alle oplossingen van de verdunningsreeks. 
Zo weet je het verband tussen de concentratie van een oplossing en de extinctie.
verdunnings-          bekende     
reeks                      concentratie

Slide 18 - Tekstslide

IJklijn
  • Lijn trekken tussen de punten van de gemeten extincties.

  • Daarna het onbekende monster meten en aflezen wat de concentratie is.
De ijklijn geeft het verband weer tussen de concentratie en de extinctie

Slide 19 - Tekstslide


Welke manier om een ijkreeks te maken is het netste?
A
links
B
rechts

Slide 20 - Quizvraag

Bij 1 mL stockoplossing wordt 4 mL water gedaan om te verdunnen voor een ijkreeks.

Wat is de verdunningsfactor?
A
10 keer
B
4 keer
C
5 keer
D
2 keer

Slide 21 - Quizvraag

Je wil de concentratie bepalen van de stof met de blauwe lijn. Welke golflengte is het beste?
A
450 nm
B
550 nm
C
600 nm
D
700 nm

Slide 22 - Quizvraag

Het monster in dit onderzoek werd 2x verdund en daarna gemeten. De extinctie was 0,6.

Wat is de concentratie?
A
0,1 gram/L
B
2,6 gram/L
C
5,2 gram/L
D
10,4 gram/L

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Eigen werk
Doorlezen H13.4 (titratie komt niet in TW4)
bestuderen voorbeeldopdracht 8
maken opgave 31+37

Slide 26 - Tekstslide