VS - par. 2 - HAVO

2. Betutteling of noodzaak?
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2. Betutteling of noodzaak?

Slide 1 - Tekstslide

Welke politicus schafte de kinderarbeid af?
A
Cohen
B
Van Houten
C
De Swaan
D
Rutte

Slide 2 - Quizvraag

Kinderwetje van Van Houten (1874)
Moest een einde maken aan kinderarbeid. Velen vonden dat de overheid zich niet met de opvoeding moest bemoeien.

Slide 3 - Tekstslide

Abraham de Swaan
- verzorgingsstaat is er niet om problemen op te lossen maar om de slv te beschermen

- uitkeringen zijn er niet voor de armen maar moeten er voor zorgen dat anderen geen last krijgen van hun armoede.


Slide 4 - Tekstslide

Externe effecten (De Swaan)
De effecten, van bijv. jouw ziekte, op anderen. Sinds de industrialisering sterk toegenomen omdat je van meer mensen afhankelijk bent (interdependentie).

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Dilemma van de Collectieve Actie
Laat zien dat samenwerking om problemen op te lossen belemmerd kan worden door de angst dat anderen daarvan profiteren zonder daar zelf aan mee te werken.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een collectief actieprobleem?
A
Kernwapens
B
Klimaatverandering
C
Belastingontduiking
D
Vuurwerkoverlast

Slide 8 - Quizvraag

Arbeidersbeweging
Door de industrialisering ontstond de arbeidersklasse. Deze arbeiders werkten onder slechte omstandigheden en eiste dat de overheid hier iets aan deed.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Klimmen op de maatschappelijke ladder noem je ook wel...
A
Verzorgen
B
Verzekeren
C
Verheffen
D
Verbinden

Slide 11 - Quizvraag

Verheffen
Het verzoek van de 'gegoede burgerij' aan de overheid om de arbeidersklasse meer fatsoensnormen bij te brengen.

Slide 12 - Tekstslide

Functies verzorgingsstaat

1) Verzorgen (hulp bieden aan zie die het niet (meer) kunnen)

2) Verzekeren (van een (minimum) inkomen)


3) Verheffen (kans krijgen om je te ontplooien)

4) Verbinden (het gevoel van onderlinge verbondenheid --> sociale cohesie)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video