In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
timer
10:00
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Leg uit hoe een verlaging van de rente kan leiden tot een hogere inflatie.
Slide 8 - Open vraag
Verklaar met behulp van de verkeersvergelijking van Fisher dat een toename van de geldhoeveelheid op korte termijn kan bijdragen aan herstel van economische bedrijvigheid
Slide 9 - Open vraag
“Volgens klassieke economen is het maar de vraag in hoeverre een toename van de geldhoeveelheid de economische bedrijvigheid op lange termijn zal blijven stimuleren.” Leg met behulp van de verkeersvergelijking van Fisher de opmerking van de econoom uit.
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Nog vragen? (anoniem)
timer
1:00
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Tekstslide
Hoe zorgen de westerse sancties voor zo een verzwakking van de Roebel?
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Tekstslide
Hoe kan een renteverhoging de koers van de Roebel weer verbeteren?
Slide 17 - Open vraag
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
timer
10:00
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Een kweker in Lisse verkoopt tulpenbollen aan een bedrijf in Japan.
Op welke deelrekening van de NL's betalingsbalans staat deze transactie?
A
Goederen- en dienstenrekening
B
Inkomensrekening
C
Kapitaalrekening
D
Lopende rekening
Slide 23 - Quizvraag
Het Amerikaanse Starbucks investeert in een koffiebranderij in het Rotterdamse havengebied.
Op welke deelrekening van de NL's betalingsbalans staat deze transactie?
A
Goederen- en dienstenrekening
B
Inkomensrekening
C
Kapitaalrekening
D
Lopende rekening
Slide 24 - Quizvraag
Een fietsfabrikant koopt alle onderdelen in China en assembleert de fiets in een fabriek in Spangen.
Op welke deelrekening van de NL's betalingsbalans staat deze transactie?
A
Goederen- en dienstenrekening
B
Inkomensrekening
C
Kapitaalrekening
D
Lopende rekening
Slide 25 - Quizvraag
Een Indiase IT’er – ingehuurd door een Nederlandse bank in Utrecht – stuurt geld naar zijn gezin in Bangalore.
Op welke deelrekening van de NL's betalingsbalans staat deze transactie?
A
Goederen- en dienstenrekening
B
Inkomensrekening
C
Kapitaalrekening
D
Lopende rekening
Slide 26 - Quizvraag
Het ABP – het pensioenfonds voor ambtenaren – belegt in Amerikaanse staatsobligaties.
Op welke deelrekening van de NL's betalingsbalans staat deze transactie?
A
Goederen- en dienstenrekening
B
Inkomensrekening
C
Kapitaalrekening
D
Lopende rekening
Slide 27 - Quizvraag
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Heeft de VS meer export of meer import?
A
Meer export dan import
B
Meer import dan export
Slide 30 - Quizvraag
Wat gebeurt er met de vreemde valutareserve van de VS?
A
Vreemde valutareserve neemt toe
B
Vreemde valutareserve neemt af
Slide 31 - Quizvraag
Slide 32 - Tekstslide
Leg uit dat overbesteding in het eigen land leidt tot een tekort op de betalingsbalans
Slide 33 - Open vraag
Slide 34 - Tekstslide
Leg uit dat een toename van de loonkosten leidt tot een tekort op de betalingsbalans.