Werkwoordquiz

Welkom weer!
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom weer!

Slide 1 - Tekstslide

Hij (beloven) alles te doen wat ik vraag.
A
belooft
B
beloofd

Slide 2 - Quizvraag

Die film (ontroeren) mij elke keer weer.
A
ontroert
B
ontroerd

Slide 3 - Quizvraag

Gelukkig heb ik hem (herkennen)!
A
herkent
B
herkend

Slide 4 - Quizvraag

Het is fijn, als je jezelf (ontwikkelen)
A
ontwikkelt
B
ontwikkeld

Slide 5 - Quizvraag

Vier uur? (Vinden) je dat niet wat laat?
A
vind
B
vint
C
vindt

Slide 6 - Quizvraag

Als hij klaar is, (verzamelen) hij alle spullen weer
A
verzamelt
B
verzameld

Slide 7 - Quizvraag

Zondag heeft hij zich geen moment (vervelen)
A
verveelt
B
verveeld

Slide 8 - Quizvraag

Doordat de show (verstoren) werd, kwam ik niet in het verhaal.
A
verstoort
B
verstoord

Slide 9 - Quizvraag

Jij (verstoren) de les zeker nooit?
A
verstoort
B
verstoord

Slide 10 - Quizvraag

Volgende week (verhuizen) hij naar Friesland.
A
verhuist
B
verhuisd

Slide 11 - Quizvraag

Is hij nog niet (verhuizen) dan?
A
verhuist
B
verhuisd

Slide 12 - Quizvraag

Verhuizen (gebeuren) wel veel de laatste tijd!
A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 13 - Quizvraag

Hij (worden) online graag (volgen).
A
word, gevolgt
B
word, gevolgd,
C
wordt, gevolgt
D
wordt, gevolgd

Slide 14 - Quizvraag

Hij (bidden) dat je dit niet (doorvertellen)
A
bid, doorvertelt
B
bid, doorverteld
C
bidt, doorvertelt
D
bidt, doorverteld

Slide 15 - Quizvraag

Die sportman daarginds (volharden) in zijn training, zeg!
A
volhard
B
volhardt

Slide 16 - Quizvraag

Heb jij je boeken al (bestellen)?
A
bestelt
B
besteld
C
besteldt

Slide 17 - Quizvraag

Waar (bemoeien) hij zich mee?
A
bemoeide
B
bemoeidde

Slide 18 - Quizvraag

De storm van vorige week (verwoest) veel
A
verwoeste
B
verwoestte

Slide 19 - Quizvraag

Vorig jaar (bekleden) we de stoel opnieuw.
A
bekleden
B
bekleeden
C
bekleedden
D
bekleedde

Slide 20 - Quizvraag

Emma (lachen) die man uit!
A
lachte
B
lachtte

Slide 21 - Quizvraag

Welk onderdeel vind je lastig?
tt / vt / vdw

Slide 22 - Open vraag

0

Slide 23 - Video