Voor PTO-2 leren

Op tafel:
Kern-boek, map, pen
Telefoon in zwarte zakkie
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Op tafel:
Kern-boek, map, pen
Telefoon in zwarte zakkie

Slide 1 - Tekstslide

Welkom!
Op tafel:
Laptop  Kernboek, map, pen
Telefoon in zwarte zakkie
Leesboek => inleveren


Slide 2 - Tekstslide

Agenda 

Wat moet je doen voor PTO?
Oefenen in Lessonup
of 
Afmaken boekopdracht en inleveren

Slide 3 - Tekstslide

PTO-2 rapport
1. Proefwerk over  3, 15, 16, 25, 26, 30, 31
2. Boekopdracht
3. Numo => 4 uur
4. Referentietoetsen

Slide 4 - Tekstslide

Let op:
4 uur gewerkt in totaal?
Moet je nog? Werk dan aan werkwoordspelling

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen
Hst 3. Hoofd- en bijzaken
Hst 15. Leesstrategieën 
Hst 16. Woordraadstrategieën
Hst 25. Werkwoordspelling
Hst 26. Voltooid en onvoltooid deelwoord
Hst 30. Alinea's en functiewoorden
Hst 31. Soorten inleidingen en afsluitingen

Slide 6 - Tekstslide

Als in een vraag staat

tt = tegenwoordige tijd
vt = verleden tijd
vtt = voltooide tijs
ovt = onvoltooide tijd



Slide 7 - Tekstslide

Het (vriezen t.t.) tien graden.

Slide 8 - Open vraag

(Hoeden t.t.) de herder zijn schapen?

Slide 9 - Open vraag

Fabrikanten (besteden t.t) veel geld aan reclame.

Slide 10 - Open vraag

Van wie (houden v.t.) je grootmoeder het meest?

Slide 11 - Open vraag

Waarom (haten v.t.) die man zijn buurman?

Slide 12 - Open vraag

Heel vaak (mislukken v.t.) de oogst in veel landen door langdurige droogte.
A
mislukte
B
misluktte
C
mislukt
D
mislukten

Slide 13 - Quizvraag

Vul het voltooid deelwoord in
Hij is door een crimineel (catfishen)

Slide 14 - Open vraag

Vul het voltooid deelwoord in
Het ijs is (ontdooien)

Slide 15 - Open vraag

Vul het voltooid deelwoord in
Heeft hij de cadeaus goed (verbergen)?

Slide 16 - Open vraag

Vul het voltooid deelwoord in
De DJ heeft zijn publiek (bedanken)

Slide 17 - Open vraag

Vul het onvoltooid deelwoord in
(kermen) lag Neymar op de grond

Slide 18 - Open vraag

Vul het onvoltooid deelwoord in
Al (schelden) liep de klas het lokaal uit.

Slide 19 - Open vraag

Wat is de goede vorm?
We hebben ons goed .... op de toets.
A
voorbereit
B
voorbereid
C
gevoorbereit
D
gevoorbereid

Slide 20 - Quizvraag

Even zelf..
Kijk naar de hoofdstukken  
3, 15, 16, 25, 26, 30, 31

Als je nog een vraag hebt, kun je die nu stellen!

Slide 21 - Tekstslide

Werkwoorden
Sterke en zwakke werkwoorden

Slide 22 - Tekstslide

Ezelsbruggetje
Een zwak werkwoord is te zwak om van klank te veranderen. Blijft dus hetzelfde maar krijgt wel -te of -de 
(en dan pas je 't kofschip x of 't sexy fokschaapje toe)
Lachte/werkte/brandde/keerde

Een sterk werkwoord is sterk genoeg om van klank te veranderen. Liep/scheen/werd

Slide 23 - Tekstslide

Is het werkwoord de persoonsvorm?
tegenwoordige tijd
verleden tijd
ik vorm opschrijven
Je vraagt   wie?
verandert het werkwoord?
ik vorm opschrijven
Je vraagt   wie?
ik                   - (niets) = stam
een ander (u/jij/hij/zij)  stam +t
meer            stam+en
ik                   te / de
een ander   te  / de
meer            ten / den

Slide 24 - Tekstslide

't Sexy Fokschaap
ook wel 't x kofschip
eindigt de ik-vorm (stam) op een letter uit het 't x kofschip
dan -te 

Slide 25 - Tekstslide

Let op:
Bij een vraag + je (wel een ander) dan toch geen -t
Loop je naar huis?
Verkleed je je snel? 
Wil je mee? 
Kom je? 
Smurf je dat? 



Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide