Grammatica 6.2 en Spelling 7.2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

T4 Leerdoelencheck 

In deze LessonUp ga je de volgende leerdoelen checken:

Ik kan...

- Enkelvoudige en samengestelde zinnen herkennen;

- Koppelwerkwoorden, hulpwerkwoorden en zelfstandige werkwoorden herkennen;  

- Kan werkwoorden juist schrijven.

Enkelvoudige of samengestelde zinnen

Geef bij de volgende zinnen aan of ze samengesteld of enkelvoudig zijn

Ik heb nooit geweten dat hij profvoetballer is geweest.

1. samengesteld
2. enkelvoudig

Ik heb altijd al gewild dat ik erg goed kan zingen.

1. samengesteld
2. enkelvoudig

Mijn vader maakt voor het kerstdiner de lekkerste hapjes ooit.

1. samengesteld
2. enkelvoudig

.Als mijn broer weg is, mag ik kiezen wat we vanavond gaan eten.

1. samengesteld
2. enkelvoudig

We hebben de lelijke kast verplaatst naar een plek waar hij minder opvalt.

1. samengesteld
2. enkelvoudig

Samenstelling van de samengestelde zin

Geef aan uit welke zinnen de samengestelde zin bestaat.

Dus...

HZ + HZ

BZ + HZ

HZ + BZ

Gisteren gaf de coach een tip, waardoor we de wedstrijd hebben gewonnen.

1. HZ + HZ
2. HZ + BZ
3. BZ + HZ

In de coronatijd sliep ik veel en at ik veel chocola.

1. HZ + HZ
2. HZ + BZ
3. BZ + HZ

We hebben de lelijke kast verplaatst naar een plek waar hij minder opvalt.

1. HZ + HZ
2. HZ + BZ
3. BZ + HZ

Als ik volgende week ga sporten, word ik vast snel moe.

1. HZ + HZ
2. HZ + BZ
3. BZ + HZ

De jongen heeft veel gerookt, waardoor zijn stem altijd hees is.

1. HZ + HZ
2. HZ + BZ
3. BZ + HZ

Koppelwerkwoord, zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord

Geef aan wat voor werkwoorden er in de zin staan.

Doe het zo in het antwoordvak.

Columbus heeft Amerika ontdekt.

Zij is al jaren een bekende zangeres.

Ze werd lerares, want dat vond ze leuk.

In de vakantie gingen we naar Efteling.

Ik fiets vaak, want dan word ik fit.

Werkwoordspelling

Geef van de dik gedrukte woorden aan of ze een persoonsvorm of voltooid deelwoord zijn. 

Het artikel STOND zaterdag op de voorpagina van alle nationale kranten.

1. PV
2. VD

Waarom heeft niemand mij GEROEPEN voor het eten?

1. PV
2. VD

Casper en Joël VERGETEN regelmatig hun gymtas mee naar school te nemen.

1. PV
2. VD

Ik ben VERGETEN het raam op mijn slaapkamer te sluiten.

1. PV
2. VD

Thomas VERTELT aan iedereen wat hij in het weekend heeft gedaan.

1. PV
2. VD

Werkwoordspelling

Vul het werkwoord op de juiste manier in.

Dennis -----------------(bereiken, vt) zijn vader pas bij de derde belpoging.

Anne -------------------------------(promoten, vt) haar idee in de klas

Heb je de regels wel -------------------------- handhaven, vd)?

. ------------------(zijn, tt) Myla weer helemaal beter?

. Tim ----------------------------(verdelen, tt) het snoepgoed eerlijk over de kinderen.