Een normale bevalling bestaat niet

• Verpleegkunde
• MBO
• Studiejaar 3

Een normale bevalling.....

 bestaat niet

Doelstellingen

De student is in staat om te benoemen:

-  Hoe een bevalling zich aankondigt. 

- Wat een wee is.

- Hoe de verpleegkundige begeleiding eruit ziet tijdens het 1e tijdsperk: de ontsluitingsperiode, 2e tijdperk: de uitdrijvingsperiode, 3e tijdperk: nageboorteperiode en het 4e tijdperk: postplacentaire periode.

 

Benoem een belangrijk aspect uit jullie persoonlijke geboorteplan

Tijdstip van een bevalling

à Terme:                               37-42 weken (voldragen)

Prematuur:                         < 37 weken

Immatuur:                           < 28 weken (vanaf 24  weken                                                                           behandeling)

Serotien:                               > 42 weken

Dysmatuur:                         gewicht minder dan verwacht bij duur                                                       zwangerschap

Ligging van de baby

- Schedelligging (94% achterhoofdligging)

- Stuitligging 

- Dwarsligging (Sectio Caesarea)

Stuitligging

Begin van de bevalling

- Slijmprop verliezen

- Weeën (90%)

- Breken vliezen

1e Tijdperk: de ontsluitingsperiode

Het begin van de bevalling tot aan volledige ontsluiting.

Verpleegkundige rol: o.a. aanmoedigen, hulp bij de ademhaling, houding, douchen, zorgdragen voor rust, observeren weeën, info geven, begeleiden partner etc.

Wat is een wee?

Een wee is een samentrekking van de baarmoederspier.

Een soort pijnlijke kramp, komt langzaam op, wordt erger en zakt dan weer af.

Tussendoor is er rust, naarmate de bevalling vordert worden de weeën sterker, regelmatiger en volgen elkaar sneller op.

Adrenaline remt weeën.

Endorfine helpt pijn verzachten.

Soorten weeën

- Harde buiken

- Voorspellende weeën

- Ontsluitingsweeën

- Uitdrijving-/ persweeën

- Nageboorteweeën

- Naweeën

Vaginaal toucher- POVIAS

P: de mate van verstrijking van de portio

O: het aantal cm ontsluiting

V: de toestand van de vliezen

I: de mate van indaling

A: aard van het voorliggende deel

S: de stand van het voorliggende deel

Het verstrijken van de baarmoedermond

2e Tijdperk: de uitdrijvingsperiode

De periode van volledige ontsluiting tot en met de geboorte.

- Baarmoeder en vagina zijn 1 geheel.

- De weeën veranderen in persweeën.

Verpleegkundige rol: o.a. begeleiden bij de perstechniek, stimuleren/ aanmoedigen, partner betrekken, vertellen wat je ziet, voorbereiden/ materiaal klaarleggen episiotomie, medicatie etc. 

3e Tijdperk: de nageboorteperiode

De periode vanaf de geboorte van de baby tot en met de geboorte van de placenta (en eventueel hechten) 

- Een hele belangrijke periode voor de hechting van moeder en kind

- Geboorte placenta na enkele minuten tot aan ca. een uur

- Verloskundige controleert de placenta op compleetheid

Verpleegkundige rol, o.a.

- De baby afdrogen, warm toedekken, eventueel uitzuigen

- Noteren geboortetijd en APGAR score

- Hulp bij borstvoeding

- Assisteren geboorte placenta

- Klaarzetten hechtset

4e Tijdperk: post placentaire periode

Periode vanaf de geboorte van de placenta tot 2 uur daarna.

Hierna begint de kraamperiode.

Verpleegkundige rol o.a.: 

- Contact tussen ouders en kind mogelijk maken, ruimte voor emoties, rust en warmte.

- Observatie stand baarmoeder, bloedverlies, pols, tensie, blaasvulling en algehele toestand.

-Lichamelijk zorg kraamvrouw en zorg voor pasgeborene.

Zijn de doelen behaald?

- Kennis over een "normale" bevalling?

- Kennis hoe je als verpleegkundige kan begeleiden tijdens de verschillende periodes?

Nu zelf aan de slag!

Opdrachten Thieme uit "Kraam, kind en jeugd in het ziekenhuis"

Normale zwangerschap praktijksituatie: Controle tijdens de zwangerschap van Sigrid en Eva

De normale bevalling praktijksituatie: Sascha bevalt op een baarkruk