Functie Bijzinnen

Functie bijzinnen
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Functie bijzinnen

Slide 1 - Tekstslide

Wat moet je kunnen om te kunnen aangeven of je te maken hebt met een O-zin, LV-zin, MV-zin of BWB-zin?

Slide 2 - Tekstslide

Stap 1:
Een zin kunnen ontleden. Vind je dit lastig? Bekijk het document ‘Grammatica uitleg’.

Slide 3 - Tekstslide

Noteer de stappen van het zinsontleden onder elkaar in je schrift.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Stap 2:
Samengestelde zinnen herkennen. Bekijk evt. LessonUp nog een keer en de uitleg bij hoofdstuk 6, grammatica zinsdeelzinnen.

Slide 6 - Tekstslide

Maak de zin af:
Een samengestelde zin bestaat uit:

Slide 7 - Tekstslide

Stap 3:
Bepalen wat een hoofd- of bijzin is. Bekijk evt. LessonUp nog een keer en de uitleg bij hoofdstuk 6, grammatica zinsdeelzinnen. Bekijk het Word-document met uitleg hoofdzin/bijzin in de Jaarbijlagen in SOM.

Slide 8 - Tekstslide

Maak de zin af:
Een hoofdzin kun je herkennen aan:

Slide 9 - Tekstslide

Een bijzin kun je herkennen aan:

Slide 10 - Tekstslide

Uitleg:
Een bijzin is altijd een onderdeel van de hoofdzin! Zorg dat je eerst helder hebt wat de hoofdzin is. Heb je de hoofdzin gevonden? Ontleed hem dan!

Slide 11 - Tekstslide

Zoek altijd eerst de hoofdzin!

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Onderwerpszin
De O-zin is een bijzin met de functie van het onderwerp. Het is dus een zinnetje dat het onderwerp is van de hoofdzin. De OW-zin staat meestal vooraan in de zin.

Slide 14 - Tekstslide

Kijk naar het voorbeeld:
Dat meisje dat daar op straat loopt, schijnt heel aardig te zijn.
Bepaal eerst de hoofdzin. 

Slide 15 - Tekstslide

Ontleed de zin!
Dat meisje dat daar op straat loopt, schijnt heel aardig te zijn.

Slide 16 - Tekstslide

Lijdend voorwerpszin
De LV-zin is een bijzin met de functie van het lijdend voorwerp. Het is dus een zinnetje dat het lijdend voorwerp is van de hoofdzin. Een LV-zin begint vaak met de voegwoorden dat en of.

Slide 17 - Tekstslide

Kijk naar het voorbeeld:
Ze besloot dat ze dit weekend haar kamer ging opruimen.
Bepaal eerst de hoofdzin.

Slide 18 - Tekstslide

Ontleed de zin!
Ze besloot dat ze dit weekend haar kamer ging opruimen.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Meewerkend voorwerpszin
De MV-zin is een zinnetje dat het Meewerkend Voorwerp is van de hoofdzin.
Een MV-zin begint vaak met aan/voor/wie.

Slide 21 - Tekstslide

Kijk naar het voorbeeld:
Wie het nu nog niet begrijpt, zal ik het nog een keertje uitleggen.
Bepaal eerst de hoofdzin.

Slide 22 - Tekstslide

Ontleed de zin!
Wie het nu nog niet begrijpt, zal ik het nog een keertje uitleggen.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Bijwoordelijke bijzin
De BWB-zin is een zinnetje dat de Bijwoordelijke Bepaling is van de hoofdzin.
Een bijwoordelijke bepaling geeft antwoord op de vragen:
waar, wanneer, waarom, waarmee, waardoor, hoe en hoeveel.

Slide 25 - Tekstslide

Kijk naar het voorbeeld:
Omdat ze een gezellige kamer wilde, ging ze hem opruimen.
Bepaal eerst de hoofdzin.

Slide 26 - Tekstslide

Ontleed de zin!
Omdat ze een gezellige kamer wilde, ging ze hem opruimen.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide