Les 1 Elektriciteit

Leerdoelen Les 1. Elektriciteit
  • je kan de begrippen lading en stroom omschrijven en rekenen met lading, tijd en stroomsterkte.
  • Je kan de stroomrichting in een stroomkring bepalen
  • het begrip elektrische spanning omschrijven
  • potentiaalverschil uitrekenen
  • de begrippen geleider en isolator omschrijven en voorbeelden geven.  
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
ElektrotechniekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leerdoelen Les 1. Elektriciteit
  • je kan de begrippen lading en stroom omschrijven en rekenen met lading, tijd en stroomsterkte.
  • Je kan de stroomrichting in een stroomkring bepalen
  • het begrip elektrische spanning omschrijven
  • potentiaalverschil uitrekenen
  • de begrippen geleider en isolator omschrijven en voorbeelden geven.  

Slide 1 - Tekstslide

Les 1. Elektriciteit
  1. lading en stroom
  2. Omzetten van formules
  3. Elektrische spanning en potentiaalverschil
  4. Geleiders en isolatoren
  5. Samenvatting

Slide 2 - Tekstslide

Elektrische begrippen 
  • Lading
  • Stroom
  • Spanning
  • Potentiaalverschil
  • Geleider
  • Isolator 

Slide 3 - Tekstslide

Lading en stroom
Lading is een hoeveelheid Elektriciteit uitgedrukt in Coulomb

De sterkte van de stroom is de hoeveelheid Coulomb die per seconde door een geleider vloeit.
We noemen een ladingverplaatsing van 1 Coulomb/sec 
1 Ampère

Slide 4 - Tekstslide

Lading en stroom
Om de stroomsterkte te berekenen delen we de lading (Q) door de tijd (t)
Stroomsterkte = Lading/tijd
In formulevorm       I = Q / t
I = stroomsterkte in ampère (A)
Q = lading in Coulomb (C)
t = tijd in seconde (s)

Slide 5 - Tekstslide

Lading en stroom
Omzetten formule I = Q / t
Q = I x t = I . t
t = Q / I

Q = lading in Coulomb (C) of in ampèreseconde (As)
I = stroomsterkte in ampère
t = tijd in seconde (s)

Slide 6 - Tekstslide

Lading en stroom
Voorbeeld
Gegeven: In een toestel wordt 12 C lading verplaatst in 4 s
Gevraagd: Hoe groot is de stroomsterkte?
Oplossing: de stroomsterkte is het aantal C / s
In 1 s wordt verplaatst 12 C / 4 s = 3 A

Slide 7 - Tekstslide

Omzetten van formules
In de formule I = Q / t staan drie grootheden, we kunnen één grootheid uitrekenen als we de andere twee weten

Bijvoorbeeld: Q = 600 C en t = 2 minuten
I = Q / t = 600 / (2 x 60) = 5 A 

Slide 8 - Tekstslide

Omzetten van formules
In een formule mogen we alles wijzigen, zolang we links en rechts van het is-gelijk-teken (=) het zelfde doen.
Formule I = Q / t 
dan I x t = Q / t x t (links en rechts vermenigvuldigt met t)
dan is I x T = Q 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Omzetten van formules voorb.:
Gegeven: v = a.d.n / 60
Gevraagd: wat is n ?
Oplossing: ( we vermenigvuldigen links en rechts met 60)
60 x v = a.d.n / 60 x 60  (delen door 60, x 60 is het zelfde als delen door 1)
Dus 60 . v = a . d . n (we delen nu links en rechts  met  a . d)
dan 60 . v / a . d = a . d . n / a . d  =>   60.v / a.d = n

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

opdr. 1. omzetten formules
Zet om:
P = U . I                           I =                             U =
s = v . t                            t =                             v =
U = I . R                           I =                              R = 

Slide 13 - Tekstslide

opdr. 1. omzetten formules
Oplossing:
P = U . I                           I =   P / U                U = P / I
s = v . t                            t =   s / v                 v = s / t 
U = I . R                           I =  U / R                 R = U / I   

Slide 14 - Tekstslide

opdr. 2. lading en stroom
Gegeven: een accu wordt 20 uur lang opgeladen met een stroom van 2,75 A
Gevraagd: Hoe groot is de opgeslagen lading?

Slide 15 - Tekstslide

opdr. 2. lading en stroom
Gegeven: een accu wordt 20 uur lang opgeladen met een stroom van 2,75 A
Gevraagd: Hoe groot is de opgeslagen lading?
Oplossing: Q = I . t      => I = 2,75 A en t = 20 uur = 20 . 60 . 60 = 72000 s    => Q = 2,75 . 72000 = 198000 C

Slide 16 - Tekstslide

opdr. 3 lading en stroom
Gegeven: in een weerstand loopt gedurende een halve minuut een stroom van 4 A
Gevraagd: Hoe groot is de verplaatste lading?

Slide 17 - Tekstslide

opdr. 3 lading en stroom
Gegeven: in een weerstand loopt gedurende een halve minuut een stroom van 4 A
Gevraagd: Hoe groot is de verplaatste lading?
Oplossing: Q = I . t    => I = 4 A en t  = 30 sec   => Q = 4 . 30 = 120 C 

Slide 18 - Tekstslide

Elektrische spanning en potentiaalverschil

De spanning van een spanningsbron heeft de letter U
De eenheid van spanning is volt (V).
De positieve of negatieve kant van de spanning noemen we de polariteit.
Dat geven we aan met een + en -

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Elektrische spanning en potentiaalverschil

Belangrijk: Een gelijkspanning is een apanning waarvan de polariteit gelijk blijft. 

Een zuivere gelijkspanning is een gelijkspanning waarvan ook de grootte gelijk blijft.

Slide 21 - Tekstslide

Elektrische spanning en potentiaalverschil

dit geldt ook voor stroom:
Een gelijkstroom is een stroom waarvan de richting steeds dezelfde is.

Een zuivere gelijkstroom is een gelijkstroom waarvan ook  de sterkte gelijk blijft.

Slide 22 - Tekstslide

Potentiaal en potentiaalverschil
Potentiaalverschil is een ander woord voor spanning en betekent het verschil tussen potentialen van twee punten.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

opdr. 1. Potentiaal en potentiaalverschil

Gegeven: potentiaal van klem 1 = + 6 V en de potentiaal van klem 2 is + 5 V
Gevraagd: U12 en U21

Slide 25 - Tekstslide

opdr. 1. Potentiaal en potentiaalverschil

Gegeven: potentiaal van klem 1 = + 6 V en de potentiaal van klem 2 is + 5 V
Gevraagd: U12 en U21
Oplossing : U12 = U1 (klem 1) - U2 (klem 2) => U12 = +6V - +5V = +1V
U21 = U2 (klem 2) - U1 (klem 1) => U21 = +5 V - +6V = -1V

Slide 26 - Tekstslide

Geleiders en isolatoren
Geleiders zijn materialen die gemakkelijk elektrische stroom geleiden.

Isolatoren zijn materialen zoals glas, rubber en veel kunststoffen. Ze hebben een hoge weerstand en geleiden de stroom slecht of helemaal niet

Slide 27 - Tekstslide

Samenvatting
  • Elektrische stroomsterkte (I) wordt uitgedrukt in ampère (A) en komt overeen met de verplaatste hoeveelheid lading  per seconde.
  • Stroom gaat van positief (+) naar negatief (-)
  • Bij een stroomsterkte van 1A verplaatst zich in één seconde een elektrische lading van 1 C.  Q = I . t

Slide 28 - Tekstslide

Samenvatting
  • Elektrische spanning (U) wordt uitgedrukt in volt (V)
  • Gelijkspanning of stroom is een spanning of stroom die steeds dezelfde polariteit of richting heeft
  • Een zuivere gelijkspanning of stroom heeft ook steeds dezelfde grootte
  • met een potentiaalverschil bedoelen we het verschil in potentiaal tussen twee punten

Slide 29 - Tekstslide

Samenvatting
  • Een ander woord voor potentiaalverschil is spanning 

Slide 30 - Tekstslide