les 7: 7.3

H7. 
Democratische 
Rechtsstaat


7.3 Het strafrecht in
 Nederland
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H7. 
Democratische 
Rechtsstaat


7.3 Het strafrecht in
 Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het op schrift stellen van het recht

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Het recht op een gelijke behandeling is een:
A
wet
B
institutie
C
Instelling

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Hoge Raad is een:
A
wet
B
institutie
C
Instelling

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Onafhankelijke rechters hebben is noodzakelijk is een:
A
wet
B
institutie
C
Instelling

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Orde
Orde
Mensenrechtendilemma
Vrijheid
Democratische rechtsstaat
HERHALING

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7.3 Het strafrecht in Nederland
  • Overtreding: Klein vergrijp, kan afgedaan worden met een boete van de politie.
  • Misdrijf: groot vergrijp, komt een rechter bij kijken.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Door rood lopen is
A
een misdrijf
B
een overtreding
C
Niet strafbaar

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een gejatte fiets verkopen is
A
een misdrijf
B
een overtreding
C
Niet strafbaar

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een vriend maakt geld naar je over en vraagt dit te pinnen. Jij doet dit. Dit is
A
een misdrijf
B
een overtreding
C
Niet strafbaar

Slide 10 - Quizvraag

Opmerking: veel gebruikte vorm van witwassen. Je moet mensen voor wie je dit doet écht vertrouwen, anders was je wit en dat is strafbaar.
  • Officier van Justitie/Openbaar Ministerie: Zij leiden het onderzoek naar criminele zaken. Moeten opgepakte verdachten vervolgd worden of niet? Dat beslissen zij. Zij geven politie toestemming voor huiszoeking, checken of politie werk goed genoeg gedaan heeft voor vervolging. OvJ is ook advocaat van de samenleving.
  • Rechters: enkelvoudig of meervoudige kamer: simpele zaken één rechter, complexe zaken drie rechters.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Vonnis: uitspraak van de rechter. Kan op drie terreinen: boete, taakstraf, vrijheidsstraf (=gevangenis). 
  • Hoger beroep: niet eens met de uitspraak? -> naar een hogere rechtbank.
  • In cassatie: nog steeds niet eens met uitspraak? -> Hoge raad checkt of er fouten gemaakt zijn in het proces.
  • Daarna nog ontevreden? -> Europees Hof (Rechtbank van de Europese Unie).

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf op en geef antwoord:
  • Waarom dragen de rechter, de advocaat en de officier van justitie een toga?
  • Wat is de rol van de rechter? 
  • Wat is de rol van de advocaat?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf op en geef antwoord:
  • Waarom is de rechter geïnteresseerd in het persoonlijk leven van de verdachte?
  • Mening: Zal deze verdachte schuldig worden verklaard?
  • Stel dat de verdachte schuldig wordt verklaard, wat is dan een gepaste straf?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Vraag: wat is er anders dan je had verwacht bij een Nederlandse rechtszaak?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nu
  • Maken opdracht 12

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies