Formuleren les 7 lijdende bedrijvende vorm
1 / 17
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Bedrijvende vorm
Lijdende vorm
Mijn zusje heeft al heel vroeg een kaartje voor het concert gekocht.
De bakker werd door de hond aangevallen.
Word jij later docent aardrijkskunde?
Mijn etui is gestolen door die vervelende buurjongen!
Heb jij al voor het proefwerk geleerd?
Slide 6 - Sleepvraag
Lijdend of bedrijvend?
De docent kijkt de opdracht na.
De docent kijkt de opdracht na.
A
Bedrijvend
B
Lijdend
Slide 7 - Quizvraag
Lijdend of bedrijvend?
Hij werd daarin bijgestaan door zijn assistent.
Hij werd daarin bijgestaan door zijn assistent.
A
Lijdend
B
Bedrijvend
Slide 8 - Quizvraag
Is deze zin lijdend of bedrijvend:
De hond kauwt op het bot
De hond kauwt op het bot
A
bedrijvend
B
lijdend
Slide 9 - Quizvraag
Bedrijvend of lijdend?
De vuurpijl zou afgeschoten worden.
De vuurpijl zou afgeschoten worden.
A
bedrijvend
B
lijdend
Slide 10 - Quizvraag
bedrijvend of lijdend?
Door de overheid werd een vuurwerkverbod afgegeven.
Door de overheid werd een vuurwerkverbod afgegeven.
A
bedrijvend
B
lijdend
Slide 11 - Quizvraag
Lijdende of bedrijvende vorm?
De inbreker neemt dure sieraden mee.
De inbreker neemt dure sieraden mee.
A
Lijdende vorm
B
Bedrijvende vorm
Slide 12 - Quizvraag
Is de zin lijdend of bedrijvend?
In dit café wordt niet gevochten.
In dit café wordt niet gevochten.
A
lijdend
B
bedrijvend
Slide 13 - Quizvraag
Lijdend of bedrijvend?
Hij is naar huis gegaan.
Hij is naar huis gegaan.
A
lijdend
B
bedrijvend
Slide 14 - Quizvraag
Bedrijvend of lijdend?
Het eindexamen is erg moeilijk.
Het eindexamen is erg moeilijk.
A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm
Slide 15 - Quizvraag
De menigte werd door de politie verspreid.
lijdend of bedrijvend?
lijdend of bedrijvend?
A
lijdend
B
bedrijvend
