Wonen op het water

Wonen op het water,
waar denk je aan?
1 / 12
volgende
Slide 1: Woordweb
TechniekMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Wonen op het water,
waar denk je aan?

Slide 1 - Woordweb

Rondleiding: Wonen op het water

Slide 2 - Tekstslide

Wat heeft wonen op het water volgens jou te maken met cultureel erfgoed?

Slide 3 - Open vraag

Leuke feitjes en weetjes
- Woonboten hebben altijd een woonadres. Alleen dan met het tussenvoegsel t/o of a/b.
- Je hebt 2 type woonboten. Zij die met stijger zijn bevestigd aan het vaste land. En zij die alleen met touwen vastliggen aan de kade.

Slide 4 - Tekstslide

Nog meer feitjes en weetjes
- Toen in de jaren 50 het wonen op het water 'in' kwam werden er veelal oude schepen gebruikt om woonruimtes van te maken. Hierbij ging de functie varen vaak verloren.
- Op een woonboot heb je meer kans op bevroren leidingen en sloten dan in een normale woning.

Slide 5 - Tekstslide

Ook leuk om te weten
- Het water dat gebruikt wordt komt in het kanaal. Hierdoor moet je bewust omgaan met zeep en afwasmiddel. 
- Wanneer je woonboot geen loopbrug heeft is het erg wennen met je huis in stappen. Zeker in het donker. Ook heb je de kans dat je je sleutels laat vallen in het water. 

Slide 6 - Tekstslide

Hoe komt de buurman op deze boot?

Slide 7 - Tekstslide

Hoe komt de buurman op de boot?

Slide 8 - Open vraag

Waar staat t/o voor bij een woonboot adres?
A
telefoon oplader
B
tegenover
C
ter oceane
D
tegen opslag

Slide 9 - Quizvraag

Wanneer 'wiebelt' je woonboot het minst?
A
Wanneer de woonboot vastligt met (steiger)palen en loopbrug
B
Wanneer de woonboot vastligt met loopbrug
C
Wanneer de woonboot vastligt met touwen
D
Wanneer de woonboot helemaal niet vastligt

Slide 10 - Quizvraag

Wat werd er in 1e instantie gebruikt voor het realiseren van woonboten?
A
Oude schoenen
B
Oude scootmobiels
C
Oude schepen
D
Oude schelpen

Slide 11 - Quizvraag

Einde rondleiding
Zijn er nog vragen?

Slide 12 - Tekstslide