Groentechnische wereld thema 4.2 Les 2.2 Duurzaam en welzijn veehouderij"

Groentechnische wereld

Thema 4.2

Huisdier
Les 2.2

Duurzaamheid en welzijn in de veehouderij
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
groentechnische wereldMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Groentechnische wereld

Thema 4.2

Huisdier
Les 2.2

Duurzaamheid en welzijn in de veehouderij

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Goede leefomstandigheden van productiedieren zijn prettig voor de dieren zelf, maar leveren ook de veehouder iets op. 

Als je een koe goed verzorgt, zal zij langer melk geven van een betere kwaliteit. Zo verdien je als veehouder meer aan je koeien.

Bij het fokken kijkt de veehouder naar eigenschappen van de productiedieren. Hij probeert te fokken op eigenschappen die maken dat hij meer aan de dieren verdient. Denk aan uiers, vruchtbaarheid en beenwerk. Een varken dat slecht beenwerk heeft, is niet lang nuttig voor een veehouder. Zo zijn er meer eigenschappen van belang. Als je op de goede eigenschappen fokt, zullen de dieren langer en beter produceren. 

Slide 3 - Tekstslide

Welzijn en doel
Belgische, witblauwe koeien hebben problemen met kalveren.

Een jong kan meestal niet op een natuurlijke manier geboren worden. Heel vaak is daarom een keizersnede nodig om het kalf ter wereld te brengen. 

Slide 4 - Tekstslide

Kruisingen
Je kunt niet zomaar in het wilde weg dieren gaan fokken. Voor elk ras zijn er regels voor het fokken afgesproken en kenmerken waar het ras aan moet voldoen. Denk bijvoorbeeld aan een maximum gewicht of een minimale hoogte van een dier. Als je je daaraan houdt, fok je raszuivere dieren. Maar een raszuiver dier is niet altijd het best presterende dier als het aankomt op productie of kracht. Misschien wint je witte melkgeit wel de eerste prijs op een geitenkeuring, maar geeft hij maar een klein beetje melk en leeft hij niet zo lang. Als geitenboer heb je dus niet zoveel aan rasechte geiten.
Door verschillende rassen te kruisen, zoals in de varkenshouderij al veel gebeurt, komen rasfouten minder voor. Rasfouten ontstaan als je binnen één ras te ver doorfokt. Kruisingen tussen verschillende rassen leveren meestal gezondere dieren op die bovendien langer produceren.
In de melkveehouderij komt het kruisen van verschillende rassen daarom ook steeds vaker voor.

Een belangrijke afweging bij het fokken is het dierenwelzijn. Het fokken moet robuuste dieren opleveren: dieren die niet alleen financieel voordeel opleveren voor de veehouder, maar ook gezond zijn, lekker in hun vel zitten en goed met andere dieren kunnen omgaan.

Slide 5 - Tekstslide

Duurzaamheid
Een koe krijgt op tweejarige leeftijd haar eerste kalf.
Vanaf dat moment begint ze melk te geven en kan de melkveehouder gaan verdienen aan de verkoop van de melk. Als melkveehouder wil je natuurlijk dat een koe dat zo lang mogelijk volhoudt. Je moet er daarom voor zorgen dat je een koe fokt die lang mee gaat. Koeien die lang meegaan, noem je ook wel duurzame koeien. Bij het fokken van koeien kijk je daarom niet alleen naar de melkproductie, maar ook naar het beenwerk, de uiers en de gezondheid van de koe.

Wat voor koe heb je liever?
Eentje die iets minder melk geeft per jaar, maar meerdere jaren op het bedrijf is?
Of een koe met een (zeer) hoge productie die na twee jaar geslacht moet worden, omdat ze bijvoorbeeld klauwproblemen heeft?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Heterosis
Als de kalveren beter produceren dan de ouderdieren, noem je dat heterosis. 
Heterosis verschijnsel is dat het jong beter produceert dan de ouderdieren. In de melkveehouderij komt het kruisen van verschillende rassen daarom ook steeds vaker voor. 

Slide 8 - Tekstslide

Welzijn
Geestelijke en lichamelijke gezondheid bij dieren = dierenwelzijn


Dat is natuurlijk prettig voor het dier, maar ook voor de levensduur en dus de opbrengst van een dier. Daarmee is het ook goed voor de economie.
Als een legkip goed gefokt en gehuisvest is, zal ze gedurende een langere periode meer eieren produceren. Ook dieren die worden gehouden voor vleesproductie, hebben een hogere opbrengst bij een beter leven.
Steeds meer mensen vinden bovendien dat productiedieren in hun vaak korte leven, goede en fatsoenlijke leefomstandigheden verdienen. Veel supermarkten verkopen daarom steeds meer diervriendelijk geproduceerde producten, zoals vlees, melk en eieren.

Maar wat is precies diervriendelijk? Nou, het is diervriendelijk om dieren zoveel mogelijk op één bedrijf te houden. Zo’n bedrijfsvoering noem je een gesloten bedrijf. Dat bespaart de koeien, varkens of kippen veel kilometers transport in een benauwde vrachtwagen. En dat voorkomt weer veel stress.

Slide 9 - Tekstslide

Exit plofkip
Er is de afgelopen jaren veel protest gekomen tegen de plofkip:

Een kip die wordt volgestopt met voer zodat hij in zes weken tijd bijna vijftig keer zo dik wordt: van 50 naar 2200 gram. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video