Oefenexamen 1
1 / 31
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat doe je als eerste bij een leesexamen?
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Tekstslide
Waar gaat de eerste tekst over?
Slide 5 - Woordweb
Slide 6 - Tekstslide
Citeer de twee zinnen.
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Tekstslide
Bij welke alinea begint deel 3?
Vul alleen een nummer in!
Vul alleen een nummer in!
Slide 9 - Open vraag
Bij welke alinea begint deel 4?
Vul alleen een nummer in.
Vul alleen een nummer in.
Slide 10 - Open vraag
Wat wil Kamerlid Van Tongeren duidelijk maken met het voorbeeld?
A
zie tekst
B
zie tekst
C
zie tekst
D
zie tekst
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
5. Welke antwoorden? Noem ze alle vijf.
Slide 13 - Open vraag
6. Citeer de zin.
Slide 14 - Open vraag
7. Van de Glind gebruikt vooral een argumentatieschema op basis van
A
autoriteit
B
oorzaak en gevolg
C
vergelijking
D
voor- en nadelen
Slide 15 - Quizvraag
8. Vier bezwaren in volledige zinnen.
Slide 16 - Open vraag
9. Argumenten (nummer en argument in volledige zinnen!)
Slide 17 - Open vraag
10. Wat is het belangrijkste doel van tekst 1?
A
De lezer enthousiast maken over de kansen van de deeleconomie.
B
De lezer overtuigen van de positieve kanten van de deeleconomie.
C
De lezer informeren over de voor- en nadelen van de deeleconomie.
D
De lezer waarschuwen voor de nadelige gevolgen van de deeleconomie.
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Waar gaat tekst 2 over?
Slide 20 - Woordweb
Slide 21 - Tekstslide
11. Wat is het argument van Jamie Oliver voor verplichte kooklessen? Antwoord in volledige zinnen.
Slide 22 - Open vraag
Om welk type drogreden gaat het in alinea 2?
A
cirkelredenering
B
onjuist beroep op oorzaak-gevolg
C
overhaaste generalisatie
D
verkeerde vergelijking
Slide 23 - Quizvraag
De auteur is verbaasd over het feit dat...
A
... gezonde mensen zo moeilijk doen over hun eetgewoontes.
B
... mensen massaal kookboeken kopen die diëten voorschrijven die bedoeld zijn voor zieke mensen.
C
... mensen voor hun gezondheid dan weer het ene, dan weer het andere product aanschaffen.
D
... mensen zonder medische noodzaak een extreem eetpatroon gaan volgen.
Slide 24 - Quizvraag
14. Waarom schudden die gezondheidsfreaks hun hoofd?
Slide 25 - Open vraag
15. Citeer vijf woorden die de afkeer van ('hekel aan') die voedselobsessie uitdrukken.
Slide 26 - Open vraag
16. Waarom past de titel niet goed bij de tekst? Max 20 woorden, volledige zin(nen).
Slide 27 - Open vraag
17. Hoofdgedachte.
A
Mensen moeten zich niet zo druk maken om alle eisen die de voedselgoeroes uit de media aan ons stellen.
B
Onze obsessie voor voedsel blijkt vooral uit de toegenomen aandacht voor gastroporno en gezond en biologisch eten.
C
Veel mensen zijn tegenwoordig overdreven intensief met voedsel bezig en dat is onnodig en onzinnig.
D
We moeten de voedselindustrie meer gaan wantrouwen om te voorkomen dat we steeds elke modegril volgen.
Slide 28 - Quizvraag
Slide 29 - Tekstslide
Wat deed je goed in deze les?
Slide 30 - Woordweb
Wat had je beter kunnen doen in deze les?
