SO H5 en H6 - Versie A

SO H5-6
  • Denk goed na en lees goed




1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Kunst AlgemeenMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 1 video.

Onderdelen in deze les

SO H5-6
  • Denk goed na en lees goed




Slide 1 - Tekstslide

Welk instrument bespeelt Jan Pietszoon Sweelinck

Slide 2 - Open vraag

I in de calvinistische kerk werd veel gezongen
II Het bespelen van een instrument werd als waardevol in de opvoeding beschouwd

Welke uitspraak is van toepassing
A
I is juist, II is onjuist
B
I is onjuist, II is juist
C
Beide zijn onjuist
D
Beide zijn juist

Slide 3 - Quizvraag

Madrigaal
Contrafact
Vox humana
Dissonant
Match de juiste definities bij de begrippen
Een muziekvorm in de moederstaal die over wereldlijke zaken ging (vaak vocaal)
Menselijke stem
een wringende samenklank van twee of meer noten
een lied met een nieuwe tekst op een bestaande melodie. 

Slide 4 - Sleepvraag

Luit
Virginaal
Viola da gamba
Blokfluit
Match de juiste afbeeldingen en fragmenten bij de naam van het instrument
A
B
C
D

Slide 5 - Sleepvraag

Wat zijn rederijkers en waarom keek de calvinistische kerk met afkeur hiernaar?

Slide 6 - Open vraag

Gysbrecht van Amstel
Spaanse Brabander
Koppel het soort spel (rood), het personage(blauw) en de schrijver (groen) bij het juiste toneelstuk
Tragedie
Blijspel
Badeloch
Jerolimo 
J. van den Vondel
G.A. Bredero

Slide 7 - Sleepvraag

zet de klassieke dramastructuur in de juiste volgorde + uitleg
Expositie
Conflict
Motorisch moment
Climax
Catastrofe
Peripetie
De hoofdpersonen (protagonist en antagonist) worden geschetst, qua karakter, achtergrond en motieven
Een sluimerend probleem. Komt meestal aan het licht tijdens of aan het eind van de expositie.
Door handelingen van de hoofdpersonen ontwikkeld het conflict zich tot een groot probleem.
dramatisch hoogtepunt in het verhaal
Een crisis in het verhaal als gevolg van de opgebouwde problematiek.
Afloop van het verhaal. Hierin zit vaak een moraliserende boodschap; een leermoment voor het publiek.

Slide 8 - Sleepvraag

Wat is GEEN kenmerk van commedia dell'arte?
A
Maskers
B
Improvisatie
C
Karikaturen
D
Elitair

Slide 9 - Quizvraag

0

Slide 10 - Video

Welke rol speelt de acteur die hier danst in het gouden kostuum?

Slide 11 - Open vraag

Beschrijf uit en het aspect 1 aspect dat bewonderd werd in de Nederlandse gouden eeuw en 1 aspect dat afgekeurd werd.

Slide 12 - Open vraag

Wat werd niet gevraagd maar heb je wel geleerd. Leg uit wat het inhoud.

Slide 13 - Open vraag