vervolg populatiegenetica

Hoe gingen de huiswerkopgaven over populatiegenetica?
A
(best) goed!
B
hmm....gematigd
C
slecht
D
Welke opgaven?
1 / 13
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoe gingen de huiswerkopgaven over populatiegenetica?
A
(best) goed!
B
hmm....gematigd
C
slecht
D
Welke opgaven?

Slide 1 - Quizvraag

Informatie over het practicum
2  uur (korter dan in PTA staat!)
Op ELO staan nuttige dingen ter voorbereiding
Zit je in de eerste groep, neem dan iets mee om de tijd te doden als je vroeg klaar bent. Je mag namelijk pas weg als groep 2 is begonnen.
BINAS en gewone rekenmachine toegestaan.

Slide 2 - Tekstslide

Verder met oefenen!
Ik laat steeds een opgave in beeld zien.
Je maakt die op een blaadje (schrift?).
Daarna laat ik de uitwerking zien en vertel daar natuurlijk ook iets bij. 
Hopelijk is het allemaal duidelijk!

Slide 3 - Tekstslide

Probeer deze opgave: PKU
Phenyl Keton Urie PKU) is een recessief overervende ziekte. 
Een op de 10.000 baby's in Nederland heeft PKU. Je mag er van uit gaan dat op deze populatie de Wet van Hardy en Weinberg van toepassing is.
  

a. Hoeveel kinderen zijn drager in deze populatie? Laat je berekening zien.
b. Wat is de kans dat een willekeurig (echt)paar een kindje krijgt dat PKU heeft? De ouders hebben de ziekte niet. Laat je berekening zien.

Slide 4 - Tekstslide

PKU: antwoorden
q2= 1 / 10.000 = 0,0001 dit is de genotypefrequentie

q=√ 0,0001= 0,01 dit is de allelfrequentie        p= 0.99  (want p+q=1)

Vraag: Hoeveel kinderen zijn drager in deze populatie?
Dat zijn de heterozygoten:  2pqx10.000 = 198 kinderen 





Slide 5 - Tekstslide

2e vraag PKU
Kans op kindje met PKU uit twee ouders zonder PKU?
Beide ouders moeten dan Aa zijn. Kans daarop is 2pq = 2*0,99*0,01 = 0,0198 (1 ouder)
Kans dat beide ouders Aa zijn is dit in het kwadraat, dus 0,0198*0,0198.
De kans dat uit die 'kruising' en kindje met aa komt is 1/4, dus eindantwoord is 1/4 * 0,0198 * 0,0198 = 0,000098 = 0,0001

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Antwoord pleksgewijze kaalheid
Frequentie allel kaalheid (K) = p = 0,3
Frequentie allel haar (H) = q = 1 - p = 0,7 (niet k, want lastig dominant/recess.)

Frequentie KK is p*p= 0,3 * 0,3 = 0,09
Frequentie KH is 2pq = 2 * 0,3 * 0,7 = 0,42
Frequentie van kaalheid bij vrouwen is 0,09 (alleen als ze KK zijn)
Frequentie van kaalheid bij mannen is 0,09 + 0,42 = 0,51  (mannen zijn kaal als ze KK of KH zijn)

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Ik heb nu wel een beetje feeling voor Hardy-Weinberg-opgaven gekregen
A
ja, lukt wel!
B
soms wel, soms niet
C
ik snap er héél weinig van
D
Hardy wie?

Slide 13 - Quizvraag