Thema 7: BS 4

Thema  7
BS 4 veranderde ecosystemen
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema  7
BS 4 veranderde ecosystemen

Slide 1 - Tekstslide

We starten met een herhaling van de stof tot nu toe

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen populatiegrootte en populatiedichtheid

Slide 3 - Open vraag

1

Slide 4 - Video

01:35
Geef twee redenen waarom de rode rivierkreeft in NL zo goed kan overleven?

Slide 5 - Open vraag

herhaling symbiose

Slide 6 - Tekstslide

theorie van symbiose
  • Mutualisme: +/+
  • Parasitisme: +/-
  • Commensalisme: +/0

Slide 7 - Tekstslide

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 8 - Quizvraag

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 9 - Quizvraag

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 10 - Quizvraag

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 11 - Quizvraag

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 12 - Quizvraag

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 13 - Quizvraag

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 14 - Quizvraag

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 15 - Quizvraag

herhaling BS 3 ecosystemen

Slide 16 - Tekstslide

1-I. Zowel habitat als ecosysteem zijn leefgebieden met kenmerkende biotische en abiotische factoren
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

1-II. Een habitat beschrijft een leefgebied van één soort, terwijl een ecosysteem een leefgebied vormt voor meerdere soorten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

1-III. Parasitisme is een voorbeeld van een predator-prooirelatie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide


A
Consumenten 1ste orde
B
Consumenten 2de orde
C
Reducenten
D
Consumenten 1ste en 2de orde

Slide 22 - Quizvraag


A
Cacaoplant en endofyten
B
Cacaoplant en Phytophtera
C
Phytophtera en endofyten
D
Tomatenplant en Phytophtera

Slide 23 - Quizvraag


A
Geen van beide
B
Verklaring I
C
Verklaring II
D
Verklaring I en II

Slide 24 - Quizvraag

Vormen alle levende wezentjes in de sloot een ecosysteem, een levensgemeenschap of een populatie?

A
ecosysteem
B
levensgemeenschap
C
populatie

Slide 25 - Quizvraag

Nu gaan we de nieuwe stof bekijken

Slide 26 - Tekstslide

veranderende ecosystemen
Deze begrippen worden in BS 4 uitgelegd:
pioniersecosysteem
climaxecosysteem
Successie
Biodiversiteit
primaire en secundaire successie
indicatorsoorten

Slide 27 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je kunt enkele ecosystemen beschrijven aan de hand van kenmerkende soorten.
- Je kunt veranderingen in een ecosysteem beschrijven.


Slide 28 - Tekstslide

Pionierecosysteem
Op kale grond, een kale rots, nieuwe duin zal na verloop van tijd begroeid raken met korstmossen of kleine planten. Deze eerste vegetatie heten pioniers. Zij zijn erg tolerant wat de abiotische factoren als temperatuur betreft.
Deze planten trekken dieren aan, het eerste pionierecosysteem is ontstaan. Hierdoor worden de omstandigheden gunstiger voor nieuwe soorten om zich hier te vestigen.

Slide 29 - Tekstslide

0

Slide 30 - Video

Climaxstadium
Laatste stadium: climaxstadium: grote biodiversiteit, weinig schommeling in omstandigheden, veel soorten, kleine aantallen per soort.


Slide 31 - Tekstslide

Bij wat voor ecosysteem horen de volgende kenmerken: eenvoudig voedselweb, kleine biodiversiteit, open kringlopen en productie is groter dan afbraak?
A
Pionierecosysteem
B
Climaxecosysteem

Slide 32 - Quizvraag

Veel verschillende soorten organismen
A
Pioniersecosysteem
B
Climaxecosysteem

Slide 33 - Quizvraag

In welk ecosysteem blijft de biomassa gelijk?
A
pioniersecosysteem
B
climaxecosysteem

Slide 34 - Quizvraag

humusarme bodem
(organische stoffen e.d.)
A
Pioniersecosysteem
B
Climaxecosysteem

Slide 35 - Quizvraag

Pionierecosysteem

- Weinig soorten
- Veel individuen van een soort
- Weinig ontwikkelde bodem
- Eenvoudig voedselweb
- Sterk wisselende abiotische factoren
Climaxecosysteem

- Veel soorten
- Weinig individuen van een soort
- Goed ontwikkelde bodem
- Complex voedselweb
- Constante abiotische factoren

Slide 36 - Tekstslide

Successie
Verandering van het soortensysteem die
waardoor het ecosysteem geleidelijk 
verandert. Het ecosysteem gaat dan
geleidelijk over op een andere
ecosysteem.

Slide 37 - Tekstslide

Lees bladzijde 146 t/m 148 en maak daarna opdracht 25 in de digitale omgeving

Slide 38 - Tekstslide