CGB les 1 storingen in de relatie

Cliëntgerichte Begeleiding
les 1
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Interculturele MedewerkerSecundair onderwijs

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Cliëntgerichte Begeleiding
les 1

Slide 1 - Tekstslide

welkom
  1. aanwezigheden en kennismaking
  2. intro in de module
  3. planning
  4. les 1: storingen in de relatie bespreekbaar maken

Slide 2 - Tekstslide

kennismaking
wie ben je?
wat brengt je hier in deze opleiding?
welke dagdelen zit je in de klas?

Slide 3 - Tekstslide

Wat betekent "cliëntgericht
begeleiden" voor jou?

(tip: kernwoorden + enter,
verschillende antwoorden mogelijk)

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Tekstslide

CGB op Smartschool
  • op Smartschool bovenaan vaknieuws
  • let op voor "contact = in de klas" en "afstand = smartschool live"
  • DOCUMENTEN - WEBLINKS - TAKEN

Slide 6 - Tekstslide

Les 1
Leerdoelen les 1:  
  • Voor het uitklaren van betekenissen tussen betrokkenen instaan
  • Referentiekaders duiden

Werkvormen:
  • Je kindertijd
  • Artikel OTA
  • dilemma’s klassikaal en individueel

Slide 7 - Tekstslide

Waaruit bestaat
je referentiekader?

Slide 8 - Woordweb

referentiekaders duiden
  • De bril waardoor je naar de wereld kijkt
  • Bepaald door
    • opvoeding,
    • levenservaringen,
    • normen en waarden die je meekrijgt en hebt,
    • de tijd waarin je leeft,
    • je opleiding,
    • je vrienden (groepen),

Slide 9 - Tekstslide

referentiekaders duiden
  • De bril waardoor je naar de wereld kijkt
  • Uniek: voor iedereen anders

Het bepaalt
  • wie je bent,
  • hoe je naar de wereld en naar andere mensen kijkt,
  • hoe je je & welke mening je vormt,
  • wat je juist of fout vindt,
  • wat je aanvaardt of waar je juist kwaad van wordt,
  • hoe je handelt en wat je verwacht van anderen..

Slide 10 - Tekstslide

Waarom is het relevant voor een ICM om het referentiekader van een cliënt te kunnen duiden (=uitleggen)?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Mijn kindertijd       uitleg werkvorm    (1/4)
Er zit een kind in elk van ons en we zijn allemaal ooit klein geweest. Hoe was die kindertijd? Je kindertijd bestuderen is een zeer  interessante manier om anderen te begrijpen en te respecteren.

Nut: Groepsvormend & geeft inzicht in wie we zijn (referentiekaders)


Slide 13 - Tekstslide

Mijn kindertijd      uitleg werkvorm    (2/4)
Waarom doen we dit? Je leert:
  • De verschillende omstandigheden waarin we zijn opgegroeid kennen.
  • De sociale en economische verschillen die aan de basis van elke persoon en elke maatschappij liggen begrijpen.
  • Empathie en begrip opwekken tussen leden van de groep.

Slide 14 - Tekstslide

Mijn kindertijd      uitleg werkvorm    (3/4)
Werkwijze:
  • In 2 of 3 groepen  - hou afstand, maar zorg ook dat je elkaar goed begrijpt
  • 30 minuten: verdeel de tijd zodat iedereen iets kan vertellen
  • Nabespreking = korte reflectie in lessonup

Slide 15 - Tekstslide

Vertel iets over je kindertijd (kies) (4/4)
Voorbeelden...
  • Een anekdote over je lagere schooltijd. Wie was jij op school?
  • Wie woonde toen in jouw familie?
  • Ging je naar de zondagsschool, of kreeg je een ander soort religieuze opvoeding? Wat heeft dat voor jou betekend?
  • Moest je werken als kind? Hoe was dat?
  • Wat voor spelletjes speelde je? Welke spelletjes deed je het liefste? Wat zet dat nu nog over jou?
  • Moest je voor broertjes / zusjes zorgen? Welke rol nam/kreeg je in je gezin?

Slide 16 - Tekstslide

Mijn kindertijd         nabespreking
In de volgende slide kan je zelf schrijven:

1. Wat vond jíj interessant aan deze activiteit?
2. Waren er verschillen in jullie kindertijd? Wat viel op?
3. Denk even na voor jezelf.. Hadden alle kinderen uit jullie buurt gelijkaardige ervaringen?

Slide 17 - Tekstslide

1. Wat vond jíj interessant aan deze activiteit?
2. Waren er verschillen in jullie kindertijd? Wat viel op?
3. Denk even na voor jezelf.. Hadden alle kinderen uit jullie buurt gelijkaardige ervaringen?

Slide 18 - Open vraag

Mijn kindertijd …  een mogelijke conclusie
  • Door onze verschillende familiale, sociale en economische achtergrond, door de plaats waar we geboren zijn, of waarheen we verhuisden, hebben we verschillende ervaringen en verschillende percepties van de wereld rondom ons.
  • De zogezegde “culturele verschillen” zijn niet alleen cultureel, maar ook economisch, sociaal en politiek.
  • Verschil zit niet alleen in huidskleur of godsdienst.

Slide 19 - Tekstslide

Staat cultuurverschil goede hulp in de weg?

Slide 20 - Tekstslide

Staat cultuurverschil goede hulp in de weg? Eigen ervaringen?

Slide 21 - Open vraag

Staat cultuurverschil goede hulp in de weg?
“Zo gebeurt het dat ouders geloven dat hun kind bezeten is. Ze zien dit als reden van de gedragsproblemen. Het CLB vermoedt echter dat er sprake is van autisme.“

=> We gaan op zoek hoe we op een verbindende manier de betekenissen van de verschillende partijen kunnen verhelderen.

Slide 22 - Tekstslide

Staat cultuurverschil goede hulpverlening in de weg?
Artikel OTA in de cursus: in documenten les 1
  1. lees het artikel  1. storingen in de relatie bespreekbaar maken. (les 1, pg 7-8)
  2. maak een mindmap: ik wil dat je het artikel 'vat'
  3. kies 1 alinea waarbij jij uit ervaring iets concreet kan vertellen
  4. klassikaal: we nemen het artikel door en luisteren naar elkaars ervaringen



Slide 23 - Tekstslide

Staat cultuurverschil goede hulpverlening in de weg?                                Belangrijkste tips
Referentiekaders duiden
  • Leer je cliënt kennen vanuit een positieve interesse
  • Stel ook andere vragen dan de standaardvragen
  • Durf doorvragen: Wat bedoelt de cliënt juist? Begrijp je het écht of vertrek je nog van een aantal veronderstellingen?
  • Wees je bewust van die veronderstellingen en toets ze bij de cliënt.
  • Interpreteer dus niet te snel


Slide 24 - Tekstslide

Staat cultuurverschil goede hulpverlening in de weg?                                Belangrijkste tips
Betekenissen verhelderen:
  • Zoek naar hoe een cliënt kijkt naar zijn situatie of gedrag.
  • Geef de cliënt daarnaast mee hoe jij ernaar kijkt.
  • Leg deze zaken naast elkaar.
  • Er is geen betekenis die juister of beter is dan de ander.


Slide 25 - Tekstslide

dillemma's

Slide 26 - Tekstslide

Dilemma: ieder zijn eigen maatstaf?
Dilemma:
De moeder en de hulpverlener hebben een andere visie op de mate van vrijheid en leiding die een meisje van 14 nodig heeft.
Hoe kan de hulpverlener iets zeggen over de opvoeding van de moeder over haar dochter zonder de gevoelens van loyaliteit van de moeder naar haar eigen ouders te schaden?
Want... “als jij zegt dat ik het niet goed doe, zeg je ook dat mijn ouders het niet goed hebben gedaan.”

Slide 27 - Tekstslide

dillemma ieder zij neigen maatstaf: welke alinea kies jij + wat is jouw antwoord?
Formuleer je antwoord beknopt en vanuit jezelf "ik ...;"

Slide 28 - Open vraag

Mogelijk antwoord dilemma ‘ieder zijn maatstaf’
1.1 Ontmoeten en verbinden - 1.2    Basishouding -  1.3Kritisch voor jezelf - 1.4    Iedereen is uniek. – ///   - 1.6 niet-onderhandelbaar kader

  • 1.5    Betekenissen verhelderen
  • Stap 1  Zoek naar hoe een cliënt kijkt naar zijn situatie of gedrag:  “Ik begrijp en erken dat voor jou deze afspraken met je dochter en hoe je haar opvoed een bewuste keuze is. Je geeft de opvoeding door die je zelf kreeg.”

Slide 29 - Tekstslide

Mogelijk antwoord dilemma ‘ieder zijn maatstaf’
  • Stap 2 Geef de cliënt daarnaast mee hoe jij ernaar kijkt.
  • “Ik wil graag delen hoe ik kijk naar de situatie: ik zie een meisje van 14 jaar dat kwetsbaar is om wat ze meemaakte met haar vader. Ze is vaak ziek en afwezig van school wat op school toch negatieve gevolgen geeft. Ik zie ook dat ze zich houdt aan afspraken, wat ik erg sterk vind. Toch maak ik me zorgen om haar psychologisch welzijn en de gevolgen van haar afwezigheden voor haar schoolresultaten en daarmee voor haar toekomst. Ik denk dat we hier ook moeten kijken naar de leerplicht.”


Slide 30 - Tekstslide

Mogelijk antwoord dilemma ‘ieder zijn maatstaf’
  • Stap 3 Leg deze zaken naast elkaar.
  • "Ik denk dat we die zorg voor haar psychisch welzijn delen. Ik denk dat we ook beiden het belang zien van haar aanwezigheden op school.
  • Ik denk dat we verschillen in mening over en aantal normen, die ingegeven zijn door onze cultuur en opvoeding.  Namelijk met welke intensiteit, in welke mate moet een ouder een 14-jarige nog begeleiden in de opvoeding, welk gedrag is ‘adequaat’ voor een 14-jarig, welke regels passen op die leeftijd.

Slide 31 - Tekstslide

Mogelijk antwoord dilemma ‘ieder zijn maatstaf’
  • Stap 4 Er is geen betekenis die juister of beter is dan de ander.
  • Samen zoeken naar oplossingen die tegemoetkomen aan de gedeelde zorg over psychisch welzijn en hoe de afwezigheden kunnen aangepakt worden (leerplicht).
  • Suggesties vanuit jezelf, maar vooral ook vanuit de moeder.

Slide 32 - Tekstslide

Hoe formuleer je ook al weer... een verbindende boodschap?

Slide 33 - Open vraag

ik-boodschappen
  •  Ik merk, ik voel, ik heb nood aan, ik zou willen dat
  •  Ik merk, dat heeft gevolg x voor mij, verzoek
  •  Gelegenheid om te reageren

Slide 34 - Tekstslide

"Sorry, maar jij verwent je kind veel te hard"

(maak er een verbindende ik-boodschap van)

Slide 35 - Open vraag

"Als jij niks wilt zeggen, moet je het zelf maar weten, dan kan ik je niet helpen"
(maak er een verbindende ik-boodschap van)

Slide 36 - Open vraag

Evaluatie 1 - storingen in de relatie bespreekbaar maken
Bij 'taken'
Casus Younes: psychiatrie of djinn?    
  1. Lees de casus en het dilemma.
  2. Neem het artikel van OTA Antwerpen erbij (modulewijzer les 1).
  3. Bespreek het dilemma.
  4. Formuleer je antwoord op de vragen.

  • Wees zorgvuldig en volledig. Schrijf letterlijk wat je zou zeggen.
  • Laad het document op in de uploadzone

Slide 37 - Tekstslide