Moleculen naamgeven

Hoeveel moleculen
zie je vóór de pijl?
A
3
B
4
C
5
D
6
1 / 13
volgende
Slide 1: Quizvraag
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoeveel moleculen
zie je vóór de pijl?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 1 - Quizvraag

Hoeveel moleculen
zie je na de pijl?
A
7
B
8
C
9
D
10

Slide 2 - Quizvraag

Hoeveel elementen
zie je in deze
reactie?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 3 - Quizvraag

Hoeveel soorten
moleculen
zie je na de pijl?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 4 - Quizvraag

Hoe geef je atomen en moleculen weer
Doelen paragraaf 2:
  • Je kunt een molecuultekening maken.
  • Je kunt molecuulformules maken.
  • Je kunt formules/namen geven bij de moleculen.

Slide 5 - Tekstslide

Molecuulformule en tekening
  • Atomen die bij elkaar een molecuul vormen teken je aan elkaar. Dit noemen we een molecuultekening:
  • Dit molecuul heeft 1 N atoom en 3 H- atomen.
  • Het aantal atomen in de formule geef je aan
    met een klein cijfer onder aan het atoom. index
  • De formule van ammoniak wordt dan: NH3

Slide 6 - Tekstslide

Geef de formule van de stof die getekend is op het bord.

Slide 7 - Open vraag

Molecuulformule en tekening
  • Hiernaast zie je twee moleculen van ammoniak.
  • Het aantal moleculen geef je weer door een een
    coëfficiënt
    toe te voegen.
  • 2 NH3

Slide 8 - Tekstslide

Systematische naam
Ontleedbare stoffen bestaan uit 2 of meer atoomsoorten.
Moleculen geven we naam volgens een systeem.
  1.  alle moleculen eindigen op - ide (het tweede element)
    zuurstof: oxide
    zwavel: sulfide
  2. Komen er meer dan 1 atoom voor in het molecuul? dan gebruiken we een grieks telwoord.
    mono = 1            di= 2          tri = 3          tetra = 4       penta = 5          hexa = 6
  3. In de naam komt het telwoord voor het atoom
    In de formule komt het aantal atomen erachter!
Voorbeeld: COKoolstofdioxide

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de juiste formule van zwaveltrioxide?
A
SO2
B
SO3
C
S2O
D
S3O

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de juiste formule van de stof fosfortrichloride?
A
FCl3
B
P3Cl
C
PCl3
D
F3Cl

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de juiste naam van N2O
A
distikstofoxide
B
stikstofdioxide
C
distikstofdioxide
D
stikstofmono-oxide

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de naam van de stof: CuS
A
kopersulfide
B
koperzwavelide
C
ijzersulfide
D
ijzerzwavelide

Slide 13 - Quizvraag