Literatuurgeschiedenis Dautzenberg Hoofdstuk 3: De Verlichting

Literatuur in de 18e eeuw: De Verlichting
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Literatuur in de 18e eeuw: De Verlichting

Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 20: Historische achtergrond
  • In Europa: absolute monarchieën
  • In Nederland: Republiek met Staten-Generaal
  • Geen duidelijk centraal gezag: gewesten gingen hun eigen gang
  • "Gouden Eeuw" voorbij: Economisch en cultureel stelt Nederland niet zo veel voor

Slide 2 - Tekstslide

Patriotten en prinsgezinden
Einde achttiende eeuw: twee politieke 
stromingen:

  1. Patriotten -> wilden meer democratie, kregen hulp van de Fransen
  2. Prinsgezinden -> wilden een stadhouder van het huis van Oranje

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Paragraaf 21: De Verlichting
  • Overgang Renaissance -> Verlichting
  • Mens moest 'verlicht' worden d.m.v. kennis
  • Streven naar vrijheid in allerlei terreinen: wetenschap (rationalisme), religie (deïsme en tolerantie), politiek (trias politica) & economie (liberalisme)

Slide 5 - Tekstslide

Hoe noemen we de gedachte waarbij men er vanuit gaat dat alles op te lossen is met het verstand?
A
Reformatie
B
Humanisme
C
Rationalisme
D
Hedonisme

Slide 6 - Quizvraag

De Verlichting en wetenschap
  • Men voelt zich niet meer gebonden aan wat is 
overgeleverd van vroeger (t.o.v. Renaissance) en wat 
de Kerk voorschrijft 
  • Wetenschappelijke inzichten uit empirisme 
(=ervaringsleer) leiden tot rationalisme: de menselijke
ratio (verstand/rede) is in staat om alles op te lossen

Slide 7 - Tekstslide

Wat is Deïsme?

Slide 8 - Open vraag

De Verlichting en geloof
  • Veel Verlichtingsdenkers hingen het deïsme aan: er bestaat
wel een Opperwezen, maar de verering daarvan in de vorm van een godsdienst is zinloos
  • Tolerantie: ieder mens moet op zijn eigen 
manier kunnen geloven en overheden hebben 
daar niets mee te maken (Voltaire) 

Slide 9 - Tekstslide

De Verlichting en politiek
Belangrijke denkers: 
  • John Locke: natuurrechten van de mens en
volkssoevereiniteit
  • Montesquieu: scheiding van een 
uitvoerende, wetgevende en rechterlijke 
macht (trias politica)

Slide 10 - Tekstslide

Op het gebied van economie is vrijheid van economisch handelen belangrijk. Welke term hoort daarbij?
A
Kapitalisme
B
Liberalisme
C
Communisme
D
Rationalisme

Slide 11 - Quizvraag

De Verlichting en economie
  • Ook is er streven naar economische vrijheid, waarin de overheid zich zo min mogelijk met de markt bemoeit ->
  • Liberalisme: vrijheid van economisch handelen (Adam Smith)

Slide 12 - Tekstslide

Het optimisme
  • De mens is in wezen goed -> wordt geboren als tabula rasa (=onbeschreven blad) - John Locke 
  • Nature - nurture
  • Als men de mens het goede leert, zal hij daarnaar handelen, dus:
  • -> Groot didactisch belang: literatuur gericht op onderwijs
  • Verlichting heeft grote invloed gehad op de latere eeuwen

Slide 13 - Tekstslide

Wat wordt er bedoeld met 'de samenleving is maakbaar?'

Slide 14 - Open vraag

In de Verlichting ging men over veel aspecten anders denken. Wat was geen duidelijk onderwerp in deze tijd?
A
Godsdienst
B
Samenleving
C
Economie
D
Gevoelsleven

Slide 15 - Quizvraag

Paragraaf 23: Verlichting in de literatuur
  • Nieuwe ideeën van de Verlichting alleen terug te vinden in proza: nieuwe vormen, nieuwe ideeën, ruimdenkend
  • En ook: didactisch, het geeft de lezer nieuwe, rationele, ideeën en opvattingen

Slide 16 - Tekstslide

Genres
  • De Encyclopédie (Diderot) 
  • Tijdschriften (Justus van Effen)
  • Het imaginaire reisverhaal (J.A. Schasz)
  • Kinderliteratuur (Hiëronymus van Alphen)
  • De roman (Betje Wolff & Aagje Deken)

-> Al deze werken zijn in essentie didactisch!

Slide 17 - Tekstslide

Lezen: Reize door het Aapenland
  • We lezen klassikaal de eerste hoofdstukken 
van Reize door het Aapenland van J.A. Schasz

  • Ik kies willekeurig uit wie er voorleest!

  • Hierna lees je het verhaal zelfstandig in je 
eigen tijd uit

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag

  • Maak de opdrachten: 20, 21.2, 23.1 en 23.2
  • Klaar? Lees door in Reize door het Aapenland

  • Uiteindelijk lever je volgende week alle in de les aangegeven opdrachten van H3 in de Classroom in!

Slide 19 - Tekstslide

Literatuur in de 18e eeuw: De Verlichting

Slide 20 - Tekstslide

Ter herhaling: De Verlichting
  • Welke vernieuwde denkers waren tijdens de Verlichting belangrijk?

  • Wat weet je nog van de Verlichting op de verschillende terreinen? (economie, religie, politiek, wetenschap)

Slide 21 - Tekstslide

Ter herhaling: De Verlichting
  • Vernieuwde denkers: John Locke, Montesquieu. Voltaire, Smith, 
  • Streven naar vrijheid in allerlei terreinen: wetenschap (rationalisme), religie (deïsme en tolerantie), politiek (trias politica) & economie (liberalisme)
  • Literatuur -> nieuwe vormen: Encyclopédie, tijdschriften,  imaginaire reisverhalen, kinderliteratuur en de roman

Slide 22 - Tekstslide

De Encyclopédie

  • Om de mens kennis te geven, moet er kennis zijn
  • Doel: kennis die er is samenvatten
  • Lezer info geven
  • Juiste (=morele) weg tonen: moreel-didactisch

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Spectatoriale tijdschriften 
  • Didactisch/moralistisch:  opvoeden en laten zien wat hoort
  • Wetenschap/beeldende kunst/literatuur/opvoedkunde/ omgangsvormen
  • Eenvoudige stijl: burgers moesten opgevoed worden

Slide 25 - Tekstslide

Waarom was de taal in tijdschriften eenvoudig?

Slide 26 - Open vraag

Spectatoriale tijdschriften: Justus van Effen 
  • In Nederland: Justus van Effen
  • Richt in 1731 De Hollandsche Spectator op
  • Bestreed Hollands chauvinisme
  • Bestreed calvinistisch verzet, toneel en 
ander vermaak
  • Streed voor gebruik van Nederlands ipv Frans

Slide 27 - Tekstslide

Er zijn drie soorten tijdschriften. Welke zien we niet in de 18e eeuw?
A
spectatoriale tijdschriften
B
geleerdentijdschriften
C
religieuze tijdschriften
D
satirische tijdschriften

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Video

Het imaginaire reisverhaal
  • Een reisverhaal dat nooit heeft plaatsgevonden
  • Episch-didactisch
  • Doel: auteur kon in de bezochte landen laten zien wat volgens hem wel of niet goed was

Slide 30 - Tekstslide

Het imaginaire reisverhaal
  • Satire:  aanval op een systeem door het belachelijk te maken
  • Utopie: de reiziger komt terecht in een ideale wereld (bijv. zonder armoede/onderdrukking)
  • Robinsonade: persoon overleeft afgezonderd: met gebruik van de rede kan de mens alles overwinnen

Slide 31 - Tekstslide

Robinsonades passen goed in de 18 eeuw omdat:
A
men met rede moest zien te overleven
B
men graag over de toekomst las
C
men zag hoe de ideale wereld eruitzag
D
het een ideaalbeeld van de maatschappij gaf

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Video

De roman: nieuwe vorm
  • Personages staan centraal:  de gebeurtenissen hebben als doel de persoon te beschrijven -> beschrijving van karakter en/of ontwikkeling
  • Realistischer (dan bijv. imaginaire reisverhalen): meer tijd- en omgeving beschrijvingen

Slide 34 - Tekstslide

De roman: nieuwe vorm
  • Wolff en Deken:  Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart -> de eerste Nederlandse roman
  • Briefroman: karakter van de brievenschrijvers duidelijk
  • Sara Burgerhart: bedoeld als les voor meisjes: pas op!

Slide 35 - Tekstslide

Wat moesten de lezers leren van Sara Burgerhart?

Slide 36 - Open vraag

Slide 37 - Video

Kinderliteratuur

  • Optimisme: mens in wezen goed (-> tabula rasa)
  • John Locke
  • Belang van onderwijs: kennis verschaffen

Slide 38 - Tekstslide

Kinderliteratuur

  • In Nederland: Hiëronymus van Alphen
  • Proeve van kleine gedichten voor kinderen: eerste literatuur voor kinderen
  • Geschreven vanuit het kind -> hoofdpersoon
  • Kinderlijke taal
  • Begrijpelijke onderwerpen (bijv. spelen)

Slide 39 - Tekstslide

Belangrijkste punten Verlichting:

  • Filosofie en wetenschap: zelf denken, rationalisme, empirisme
  • Politiek en maatschappij: van adel en kerk naar burger, rechten en individu
  • Kunst en letteren: Kunst is leerbaar, onderwijzend doel, burgerlijk, moralistisch



Slide 40 - Tekstslide

Aan de slag
  • Lees de paragrafen  24, 25, 26 en 27

  • Maak de bijbehorende opdrachten: 26.1, 26.2 + tussentoets + eindtoets
  • Klaar? Lees door in Reize door het Aapenland
  • Huiswerk voor volgende les! (alle opdrachten inleveren via classroom)

Slide 41 - Tekstslide