3.9 spelling bkhv

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

3.9 spelling

Leerdoelen

• spelling persoonsvorm verleden tijd zwakke werkwoorden
• spelling meervoud zelfstandige naamwoorden ( deel 2 )
• spelling dicteewoorden met k-klank

Wat zijn sterke en zwakke werkwoorden?

Sterk of zwak?

BIJTEN

1. sterk
2. zwak

Sterk of zwak?
verhuizen

1. sterk
2. zwak

Hoe spel je de persoonsvorm verleden tijd zwakke werkwoorden?

kleven (vt)
Nog altijd […] de kauwgom aan mijn schoen.

Faxen (vt)
De meeste bedrijven [...] niet meer met hun klanten.

Wij verhui....... (vt) vroeger met regelmaat.

De docent (starten) de les en (controleren) het huiswerk.

Vul de persoonsvorm verleden tijd in: Wanneer (zenden) je me het boek terug?

Vul de persoonsvorm verleden tijd in: De hond van de buren (blaffen) erg hard

Wat kun je achter een zelfstandig naamwoord plaatsen om er meervoud van te maken?

Uitleg van de regels

melodie - melodieën

bacterie - bacteriën

fee - feeën

museum - museums/ musea

technicus - technici

Als een zelfstandig naamwoord in het enkelvoud eindigt op -ee, maak je het
meervoud met

1. -een
2. -ën
3. -en
4. eën

meervoud van zelfstandige naamwoorden: Baby en pasta

1. babys en pastas
2. baby's en pastaas
3. baby's en pasta's
4. babys en pasta's

Wanneer schrijf je het meervoud van een zelfstandig naamwoord met -ieën?

1. als de klemtoon niet op de laatste lettergreep valt.
2. als de klemtoon wel op de laatste lettergreep valt.
3. als een woord in het enkelvoud op -ee eindigt.
4. door het op te zoeken op google :)

Welk meervoud van een zelfstandig naamwoord op een -ie is verkeerd geschreven?

1. Democratieën
2. Categorieën
3. Kolonieën
4. Knieën

Wat is het meervoud van het zelfstandig naamwoord :
knie

1. Kniën
2. Knies
3. Knieën

Klopt deze spellingsregel?

Sommige zelfstandig naamwoorden hebben twee vormen in het meervoud.

1. waar
2. niet waar

Welk meervoud is verkeerd gespeld?

1. kopiën
2. oliën
3. zeeën
4. ideeën

Datum heeft een dubbel meervoud.

1. niet waar
2. waar

Zelfstandige naamwoorden hebben altijd een meervoud.

1. niet waar
2. waar

Zelfstandige naamwoorden uit het Latijn die eindigen op -us krijgen in het meervoud een -i in plaats van -us.
politicus-politici

1. niet waar
2. waar

Wat is het meervoud van het zelfstandig naamwoord :
ski

1. Skiën
2. Ski's

Dicteewoorden

Oefen de spelling van de dicteewoorden met k-klank op bladzijde 191.

Snapte je de leer- en oefenstof goed?

😒🙁😐🙂😃

En dan nu aan de slag!