4.3
1 / 20
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Waar hebben we het vorige les over gehad?
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Om 50% te berekenen deel je het totale aantal door ...
Om 25% te berekenen deel je het totale aantal door ...
Om 20% te berekenen deel je het totale aantal door ...
Om 10% te berekenen deel je het totale aantal door ...
10
4
2
5
Slide 6 - Sleepvraag
Slide 7 - Tekstslide
50%
25%
33,3 %
20%
1/2=
1/4=
Sleep de juiste breuk naar de juiste procenten.
1/3=
1/5=
Slide 8 - Sleepvraag
Hoeveel procent hoort bij de breuk 1/2 ?
A
10 %
B
25 %
C
50 %
D
100 %
Slide 9 - Quizvraag
Hoeveel is deze breuk in procenten?
A
75%
B
25%
C
40%
D
4%
Slide 10 - Quizvraag
Welke breuk hoort bij 75%?
A
5/7
B
5/6
C
4/5
D
3/4
Slide 11 - Quizvraag
Welke breuk hoort bij de procenten?
20% =
20% =
A
1/5 deel
B
7/10 deel
C
1/7 deel
D
3/4 deel
Slide 12 - Quizvraag
Hoeveel procent hoort bij de breuk 1/10 ?
A
10 %
B
25 %
C
50 %
D
100 %
Slide 13 - Quizvraag
Sleep naar de juiste breuk.
1/2
1/3
1/4
1/5
1/10
10%
20%
25%
33,3%
50%
:10
:5
:4
:3
:2
Slide 14 - Sleepvraag
Wat is een kwart van 16?
A
1
B
8
C
4
D
16
Slide 15 - Quizvraag
Wat is driekwart van 16?
A
4
B
8
C
12
D
16
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Als je 58 leerlingen eerlijk verdeelt over 15 auto's, hoeveel leerlingen zitten er dan maximaal in 1 auto?
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 18 - Quizvraag
Als je met 3 personen in een bootje kan, hoeveel boten moet ik dan huren als ik met 28 personen ga varen?
A
9
B
10
C
9,333
