In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
das Programm
Herzlich Willkommen!
Magister (5 min.)
Wiederholung (15min.)
EIN-Gruppe video (10 min.)
Bezittelijk voornaamwoord (5 min.)
14.3 en 15.3 (10 min.)
Rückblick und Hausaufgaben (5 min.)
Slide 1 - Tekstslide
Lernziele
Je kent na vandaag de ESTTENTEN regel en kan die ook uitleggen.
Je kunt na vandaag de zwakke werkwoorden correct vervoegen.
Je kent de betekenis van de bezittelijke voornaamwoorden uit de EIN-Gruppe.
Slide 2 - Tekstslide
In welke 3 gevallen zeg je du tegen iemand?
Slide 3 - Open vraag
Zwakke werkwoorden
Kennen we de ESTTENTEN regel nog? Je gaat nu ongeveer 3 minuten met je buurman of buurvrouw bespreken hoe het ook alweer zat met deze regel. Naderhand bespreken we dit klassikaal en volgt er een korte test.
Slide 4 - Tekstslide
(wohnen) er …
Slide 5 - Open vraag
(spielen) du ...
Slide 6 - Open vraag
(machen) ihr ...
Slide 7 - Open vraag
(wohnen) Sie ...
Slide 8 - Open vraag
(spielen) ich ...
Slide 9 - Open vraag
(machen) wir ...
Slide 10 - Open vraag
voltooid deelwoord van wohnen
A
ich habe gewohnd
B
ich bin gewohnd
C
ich habe gewohnt
D
ich bin gewohnt
Slide 11 - Quizvraag
voltooid deelwoord van spielen
A
ich bin gespielt
B
ich habe gespielt
C
ich bin gespield
D
ich habe gespield
Slide 12 - Quizvraag
voltooid deelwoord van machen
A
ich habe gemacht
B
ich bin gemacht
C
ich habe gemachd
D
ich bin gemachd
Slide 13 - Quizvraag
Hoe maak je dus de vorm van het voltooid deelwoord bij regelmatige werkwoorden?
Slide 14 - Open vraag
EIN-Gruppe
Hierna volgt er een uitlegvideo over de de Ein-groep in de 1e en 4e naamval. Hierbij worden tevens de bezittelijke voornaamwoorden behandeld. We bekijken deze video klassikaal. Maak hierbij aantekeningen, dit zal je helpen voor de toets! Kies je ervoor om niet mee te doen, ga dan in stilte verder met 14.3 en 15.3 en leer de rangtelwoorden (er is een Quizlet van!).
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Vertaal de volgende bezittelijke voornaamwoorden: mein, dein, sein, ihr, unser, euer, ihr en Ihr
Slide 17 - Open vraag
Selbstständige Arbeit
Mache jetzt die Übungen 14.3 und 15.3
Mache danach den Quizlet (rangtelwoorden)
Lerne die Plauderecke A vragen N-D
timer
10:00
Slide 18 - Tekstslide
Rückblick
Wie kan mij de ESTTENTEN regel nog een keer uitleggen?
Hoe vorm je het voltooid deelwoord bij regelmatige werkwoorden?
Wat betekenen: mein, dein, sein, ihr, unser, euer, ihr en Ihr?
Hausaufgaben: leer alle grammatica uit de Lernecke!