Caesar les 1: Begin Gallische oorlogen, druïden

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Ik vind de teksten van Caesar tot nu toe:
A
makkelijk
B
moeilijk
C
makkelijk, wel met moeite
D
moeilijk, zelfs met veel moeite

Slide 2 - Quizvraag

De start van de Gallische Oorlogen
  • Wie was Caesar?
  • Waarom had Caesar de Gallische oorlogen nodig?
  • Wat brachten de Gallische oorlogen hem?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Salvete omnes!

Slide 5 - Tekstslide

De Bello Gallico
Brittania  - Kelten 
Gallie - druïden 

> die Galliers gaat het Caesar natuurlijk om; hier is zijn roem + geld + leger DUS macht te behalen! 

Slide 6 - Tekstslide

Caesar
Visueel Latijn: 
Gallia est omnis divisa in partes tres

Aanleiding oorlog:
verhuizing Helvetiërs



Slide 7 - Tekstslide

Caesar - De Bello Gallico

Illi rebus divinis intersunt, sacrificia publica atque privata curant: ad hos magnus adulescentium numerus disciplinae causa convenit. Hi sunt apud eos magno honore. Nam paene de omnibus controversiis publicis privatisque constituunt. Si est commissum proelium, si caedes facta est, druides praemia poenasque constituunt; si aut privatus aut populus eorum consilio non stetit, ei non iam licet sacrificiis adesse. Haec poena apud eos est gravissima.  

Slide 8 - Tekstslide

Beantwoord de volgende vragen bij 1: 
1. In geheel zijn er van die mensen, die .... en ..... zijn, twee soorten.
2. Wat voor status heeft het volk?
3. Vanwege welke dingen heeft het volk die status? 
4. nullo adhibetur consilio; hoe zit dit bij de Romeinen?
 

timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

De Druiden; VI, 13. 1
In heel Gallie zijn er van die mensen, die enigszins in tel en in eer staan, twee soorten. Want het volk wordt beschouwd als slaven. Het volk durft niets uit zichzelf en wordt bij geen besluit betrokken. 

Slide 10 - Tekstslide

Vul de stippellijnen aan/in
2 Cum aut aere alieno aut magnitudine tributorum aut iniuria potentiorum hominum premuntur, plerique se in servitutem dicant: domini in hos habent eadem omnia iura, quae in servos habent.

Wanneer zij ofwel ..... ofwel ..... ofwel .....  van machtigere mensen worden onderdrukt, bieden velen zichzelf aan als slaaf: ...... 


Slide 11 - Tekstslide

Salvete omnes!

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Wat weet je nog allemaal van de bewoners van Brittania?

Slide 14 - Woordweb

De Britten hebben een snor en geen baard.
Waar / niet waar?
A
Waar!
B
Niet waar!

Slide 15 - Quizvraag

De Gallische machtsverdeling is op te delen in twee lagen.
Waar / niet waar?
A
Waar!
B
Niet waar!

Slide 16 - Quizvraag

Wie hebben de meeste macht?
(maar twee doen er überhaupt toe)
A
Druiden
B
Ruiters
C
Volk
D
Slaven

Slide 17 - Quizvraag

Hic, haec, hoc > dichtbij, 
ille, illa, illud > verder weg 
Illi in 4: Druiden of Ridders?




3 Sed de his duobus generibus alterum est genus druidum, alterum genus equitum.

4 Illi rebus divinis intersunt, sacrificia publica atque privata curant: ad hos magnus adulescentium numerus disciplinae causa convenit. Hi sunt apud eos magno honore. 

Slide 18 - Tekstslide

Vertaal: 4 
3 Sed de his duobus generibus alterum est genus druidum, alterum genus equitum.
= Maar van/uit deze twee soorten is de een het soort van de druiven, de ander het soort van ridders.

4 Illi rebus divinis intersunt, sacrificia publica atque privata curant: ad hos magnus adulescentium numerus disciplinae causa convenit. Hi sunt apud eos magno honore. 

Slide 19 - Tekstslide

Illi rebus divinis intersunt, sacrificia publica atque privata curant:
A
De godsdienstige zaken verzorgen zij, zij verzorgen ook offers van een publieke en een privé-aard
B
Zij houden zich bezig met godsdienstige zaken, publieke offers en zij verzorgen (mensen) in privé
C
Zij houden zich bezig met godsdienstige zaken, zij verzorgen publieke- en privéoffers

Slide 20 - Quizvraag

ad hos magnus adulescentium numerus disciplinae causa convenit
A
bij hen komt een groot aantal van jongvolwassenen samen wegens de leer
B
maar zij komen samen met een groot deel van de jongemannen vanwege de opleiding
C
naar hen komen veel jongemannen vanwege het aantal van de opleidingen

Slide 21 - Quizvraag

Hi sunt apud eos magno honore.
A
Zij hebben bij hen grote eer.
B
Zij zijn bij hen in grote eer.
C
De eer is bij hen groot voor hen.
D
Zij staan bij hen in groot aanzien.

Slide 22 - Quizvraag

Nu: vert 5 + 6 
timer
10:00

Slide 23 - Tekstslide

Waarover beslissen de druïden? Geef het juiste Latijnse woord.
A
paene
B
omnibus
C
controversiis
D
publicis

Slide 24 - Quizvraag

Si est commissum proelium, si caedes facta est, druides praemia poenasque constituunt;
Wie/wat is het onderwerp in deze zin?
A
proelium
B
caedes
C
druides
D
praemia

Slide 25 - Quizvraag

De druïden beslissen over:
In o.a. situaties als:
poenas
praemia
proelium
caedes

Slide 26 - Sleepvraag

Wat gebeurt er als iemand zich niet aan het besluit van hen [de druïden] houdt?

Slide 27 - Open vraag

Haec poena apud eos est gravissima.
A
Zij hebben deze straf ingesteld als de zwaarste.
B
Deze straf is bij hen de zwaarste.
C
De straf is bij hen zeer zwaar.
D
Voor deze straf is het voor hen het zwaarst.

Slide 28 - Quizvraag

19 De leer van de druïden, Caesar De Bello Gallico VI, 14
3 Zij worden gezegd daar een groot aantal verzen te leren. Daarom blijven sommigen twintig jaren in de leer.

4 En ze menen dat het niet geoorloofd is de verzen aan het schrift toe te vertrouwen. In andere zaken, publiek en privé, schrijven ze Griekse letters. 

Slide 29 - Tekstslide

19 De leer van de druïden, Caesar De Bello Gallico VI, 14
Vanwege twee redenen lijkt het mij dat de druïden dit ingesteld hebben: Noch willen zij dat de leer naar het volk gerapporteerd wordt; Noch willen zij dat zij, die leren, zich minder op hun geheugen toeleggen. Dit overkomt de meesten. Zij laten door de hulp van het schrift hun geheugen verslappen.
 

Slide 30 - Tekstslide

19 De leer van de druïden, Caesar De Bello Gallico VI, 14
5 In de eerste plaats willen zij overtuigen dat zielen niet sterven, maar van de enen overgaan naar anderen. Zij menen dat dit vooral aanspoort tot dapperheid, omdat zij sonder angst voor de dood zijn.
6 Bovendien discussiëren zij vaak over de beweging van de sterren, over de grootte van de aarde en van de landen, over de macht van de goden en zij leveren het over aan de jeugd. 

Slide 31 - Tekstslide