H5 Procenten en Wetenschappelijke notatie

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 3,4

Dinsdag 12 maart

Lesplanning les 1

Start, planning week     5 min
Uitleg I: theorie JKL      10 min
Opdrachten I     15 min
Examenopdrachten     15 min

Uitleg II: theorie FG     5 min
Examenopdrachten      15 min
Lesafsluiting     5 min

Planning

Vandaag: procenten basis + wetenschappelijke notatie
Maandag 18: procenten compleet

Dinsdag 19: eenheden van snelheid 

Maandag 25: eenheden van tijd + Quickscan online

Dinsdag 26:  jaarafsluiting als groep

Belangrijk hierbij: denk je? Dit onderwerp kan ik.
Ga zelfstandig een examen maken (alleen, op de gang).

Ik print een examen voor je uit als je het van te voren aangeeft.
Achterin het boek staan er ook 3. 

Lesdoelen

Ik kan een aantal berekenen met een gegeven percentage.

Ik kan een antwoord in de wetenschappelijke notatie opschrijven.

Ik kan een getal uitschrijven dat in de wetenschappelijke notatie staat.

Procenten basis

Theorie J, K en L

We kiezen bij WI voor tabellen

Schrijf deze som mee 

Hoe werken we met een verhoudingstabel?

Theorie J

nestkastjes

In een park hangen 240 nestkastjes.

In 74,6 % van deze kastjes broeden vogels. Hoeveel nestkastjes zijn dat?

Je gebruikt een verhoudingstabel

Dit vul je altijd in. Zo begin je.

Alles is 240 - Alles is 100%

Je wilt weten hoeveel hoort bij 74,6%

Je gaat van 100% eerst naar 1 %

Wat heb je boven gedaan?

Datzelfde doe je ook onder... reken maar uit. 

Theorie K

Theorie L: procentuele toename

Wat is de toename in procenten?

Toename in procenten

Toename in procenten

Wat is de toename in euro?

Theorie L: procentuele afname

Wat is de afname in procent?

Toename en afname in procenten

Wat is de afname in euro?

BTW

Voorbeeld toename

Voorbeeld

Bereken de prijs inclusief 21% BTW
Dit werkt hetzelfde als met een 
loonsverhoging. 100% + 21% = 121% 

Procent	100	1	121
Bedrag in euro	4,50	x	?

Voorbeeld

Bereken de prijs inclusief 21% BTW
Dit werkt hetzelfde als met een 
loonsverhoging. 100% + 21% = 121% 

Procent	100	1	121
Bedrag in euro	18	x	?

Aan de slag

Opdracht: 8, 9, 21 t/m 26, 39, 55 en 86 
Paragraaf 5.1

Tijd: 15 minuten

Daarna bespreken.

Bespreken

Examenopdrachten

Tijd: 15 minuten.
Je mag op het blad schrijven.

Start opdracht

Lesdoel

Je kunt een groot getal in de wetenschappelijke notatie schrijven.

Je kunt een getal in de wetenschappelijke notatie uitschrijven.

Planning

09:25 Uitleg wetenschappelijke notatie (5F en 5G).

09:35 Examenopdrachten maken over de W.N.

09:50 Bespreken van de examenopdrachten.

Wetenschappelijke notatie

Hoe ziet het eruit op de rekenmachine?

Grote getallen

Rekenen met grote getallen

Geen losse vraag op het examen maar vaak onderdeel van. 

Dit zie je straks bij de oefenopdrachten. 

Grote getallen

Wetenschappelijke notatie

Wetenschappelijke notatie

Er staat altijd één getal voor de komma.

Wetenschappelijke notatie

           Wetenschappelijke notatie:

Wetenschappelijke notatie

Groot getal               Wetenschappelijke notatie

Wetenschappelijke notatie

Groot getal               Wetenschappelijke notatie

Wetenschappelijke notatie

Wetenschappelijke notatie              Groot getal 

Wetenschappelijke notatie

Wetenschappelijke notatie

Wetenschappelijke notatie              Klein getal 

Wetenschappelijke notatie

Wetenschappelijke notatie

Examenopdrachten

Tijd: 20 minuten

09:50 bespreken
Vergeet niet om de oefening voor procenten mee te nemen. 

Lesafsluiting

Ik kan een aantal berekenen met een gegeven percentage.

Ik kan een antwoord in de wetenschappelijke notatie opschrijven.

Ik kan een getal uitschrijven dat in de wetenschappelijke notatie staat.

Procenten compleet

Percentage berekenen 

Absolute toename: welk aantal komt erbij? 

Relatieve toename: hoeveel procent is erbij gekomen?

Theorie M: Percentage berekenen

Theorie N: Het geheel 

Theorie O: oude situatie berekenen

OPDRACHT

In klas 3G dragen 6 leerlingen een bril. Dat is 27,3% van alle leerlingen in klas 3G. Hoeveel leerlingen zitten in klas 3G?

Opdracht 

6 : 27,3 x 100 = .....

procent	100	1	27,3
aantal leerlingen		x	6

In 2008 zijn er 321.000 mensen werkloos.

Dit is 4,2% van de gehele wereldbevolking

Hoe groot is de hele wereldbevolking?

In 2008 zijn er 321.000 mensen werkloos.

Dit is 4,2% van de gehele wereldbevolking

Hoe groot is de hele wereldbevolking?

procent	100	1	4,2
Aantal mensen		x	321.000

Een huurprijs is verhoogd met 4,7%. De nieuwe prijs is 575,30 euro. 

Bereken de oude prijs

Een huurprijs is verhoogd met 4,7%. De nieuwe prijs is 575,30 euro. 

Bereken de oude prijs

procent	100	1	104,7
Euro		x	575,30

Een tv is in de opruiming 12,5% goedkoper.

De tv kost nu 436 euro.

Hoeveel kostte de tv voor de opruiming?

Een tv is in de opruiming 12,5% goedkoper.

De tv kost nu 436 euro.

Hoeveel kostte de tv voor de opruiming?

procent	100	1	87,5
Euro		x	436

Theorie P: promille

Theorie P: promille

Aan de slag

Mavo:  20, 25 t/m 29, 37, 38, 42 t/m 46, 72

Tijd: 10 minuten

Stilte: 5 minuten

Examenoefening