Werkwoordspelling HATV

Hij verklaarde het volgende over het in de aanhef vermelde incident.
Is deze zin correct?
A
Ja
B
Nee
1 / 31
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Hij verklaarde het volgende over het in de aanhef vermelde incident.
Is deze zin correct?
A
Ja
B
Nee

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bijvoeglijk naamwoord
Dit woord zegt iets over het zelfstandig naamwoord.
REGEL: zo kort mogelijk schrijven, maar let op de uitspraak.

In dit geval is een werkwoord bijvoeglijk gebruikt: het werkwoord 'vermelde'. 
Ook dan geldt: zo kort mogelijk, als dat kan voor de uitspraak.


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijv.nmw.: 1e uitzondering
In sommige gevallen moet er een-n achter het bijvoeglijk naamwoord geschreven worden. Wanneer moet dit?
Als je het bijv.nmw. in een andere volgorde ook met een -n zou schrijven.
De ................(volladen) vrachtauto.
De vrachtauto is volgeladen dus: 
De volgeladen vrachtauto.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijv.nmw.: 2e uitzondering
Stoffelijke bijvoeglijk naamwoorden schrijf je met een -n.
Stoffelijk = stofnaam

Bijvoorbeeld:
zilveren ring
marsepeinen varken
stalen horloge

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'Het ...........(doorknippen) slot.'
A
doorgeknipte
B
doorgeknippte
C
doorgekniptte
D
door geknipte

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

'Er waren ...........(zilver) strepen op de muren gespoten.'
A
zilveren
B
zilvere

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wij vertelde waarom de man was aangehouden.
Is deze zin correct?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Meervoud
Let altijd goed op of het om meerdere personen/zaken gaat of om één.

Dus: is het onderwerp meer dan één?
Zet achter het werkwoord een -n!

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'Wij zagen dat de man weg ..............(willen) fietsen.'
A
wilden
B
wilde

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik zag dat de voordeur van Podium nummer 15 open ging.
Is deze zin correct?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Samengestelde werkwoorden
https://onzetaal.nl/taaladvies/samengesteld-werkwoord/

Samengestelde werkwoorden schrijf je aan elkaar als ze naast elkaar in de zin staan.


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'Alle brandslangen in de gang waren ...................(openzetten) .'
A
open gezet
B
opengezet

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De verdachte word overgebracht naar het politiebureau.
Is deze zin correct?
A
Nee
B
Ja

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tegenwoordige tijd
Blz. 44 van je Starttaal leerwerkboek 3F, deel A



Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'Het raam bevind zich aan de linkerkant van de deur.'
Is deze zin correct?
A
Nee
B
Ja

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verleden tijd
Blz. 48 van je Starttaal leerwerkboek 3F, deel A



Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'Het slachtoffer.....(verhuizen) vorig jaar naar het zuiden.'
A
verhuiste
B
verhuizde
C
verhuisde

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

z wordt s        &      v wordt f
Zie ook blz. 44 van je Starttaal leerwerkboek 3F, deel A

Verhuizen = hele werkwoord
verhuiz = uitgangspunt voor het vervoegen
'z' staat niet in TaXi KoFSCHiP dus:
verhuizde, dat wordt: verhuisde

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voltooide tijd
Blz. 52 van je Starttaal leerwerkboek 3F, deel A



Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'Ik heb de kranen..... (dichtdraaien).'
A
dichtgedraaid
B
dicht gedraaid
C
dichtgedraait
D
dicht gedraait

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Engelse werkwoorden
Engelse werkwoorden vervoeg je hetzelfde als Nederlandse werkwoorden.
Soms ziet dit er dus niet uit!!!!

Uitleg hierover: blz. 46+49+53 Starttaal leerwerkboek 3F, deel A

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
1) Starttaal leerwerkboek 3F, deel A: maken vanaf blz. 44: opdr. 2-3-5-9-11-14-16
2) ViaStarttaalOnline 3F, werkwoordspelling gecombineerd + Engelse werkwoorden

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meer uitleg?
- Op papier: tekst (zie mail)
Op papier: in schema (zie mail)
- Digitaal: 


Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij keuze 1: aan het einde van de les kijken we de oefeningen na mbv de nakijkbladen.

 
Bij keuze 2: mail mij als je de oefeningen en deeltoets hebt afgerond, dan kan ik in je account kijken hoe je het hebt gedaan.

Bij keuze 3: mail de resultaten wanneer dit in de Wikiwijs wordt aangegeven.

Slide 30 - Tekstslide

Antwoordmodel: blz. 14 e.v.
Hoe is jouw niveau van werkwoordspelling na deze les?
A
Goed
B
Voldoende
C
Matig
D
Onvoldoende

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies