Marthe Mexico

Mexico - de geschiedenis
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Mexico - de geschiedenis

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hier is het!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drie grote samenlevingen
De Maya's in Midden-Amerika in tientallen stadstaten.

Het rijk van de Azteken in het dal van Mexico

Het Incarijk in het Andesgebergte in steden.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de namen van de volkeren naar de juiste plek:
De Inca's 
De Indianen
De Azteken
De Maya's

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Azteken
De Azteken – ook wel Mexica genoemd – waren een bijzonder volk dat ooit in Mexico leefde. Rond 1325 stichtten ze hun hoofdstad, Tenochtitlán, op een eiland midden in een meer.
En dat deden ze niet zomaar: hun god Huitzilopochtli gaf ze de missie om een plek te vinden waar een adelaar op een cactus zat, met een slang in z’n bek.

En ja hoor, die plek vonden ze! Daar bouwden ze hun stad – die later uitgroeide tot het machtige Azteekse rijk. Vanaf 1428 groeiden ze uit tot een echte grootmacht, tot in 1521 de Spaanse veroveraar Hernán Cortés een eind maakte aan hun rijk door de hoofdstad in te nemen.

Maar het verhaal van die adelaar, cactus en slang leeft nog steeds voort – kijk maar eens goed naar de vlag van Mexico!


Slide 6 - Tekstslide

uiterlijk, waar in Amerika
Een adelaar
Symbool voor kracht
Slang
De adelaar heeft een slang in zijn bek. Dit staat voor de overwinning.
Cactus
De adelaar zit op een cactus. Dit staat voor groei in moeilijke omstandigheden.


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Azteekse samenleving was heel duidelijk ingedeeld in groepen. Iedereen had zijn plek en taken. Hieronder zie je wie de macht had, wie werkte, en wie aan de onderkant van de samenleving stond.
1. De adel (Pipiltin)
De adel bestond uit rijke en machtige families. Ze bezaten land, gaven leiding aan het leger, waren hoge priesters of bestuurden hele steden. Geen kleine rollen dus!

Toch was er een manier voor gewone jongens om op te klimmen: wie moedig vocht in het leger, kon het tot edelman schoppen. Maar het werkte ook andersom… Een edelman die laf was in de strijd? Die kon z’n titel gewoon kwijtraken!
2. De gewone mensen (Macehualtin)
De meeste mensen waren boeren, ambachtslieden of handelaars – echte doeners dus. In ruil voor bescherming moesten ze belasting betalen aan de staat, vaak in de vorm van goederen of werk.

Ook hun kinderen gingen naar school! Jongens leerden hoe ze moesten vechten of een vak konden uitoefenen, terwijl meisjes les kregen in koken, weven en andere huishoudelijke taken.

En als er oorlog dreigde? Dan werden gewone burgers opgeroepen om mee te vechten. Iedereen moest klaarstaan voor het leger als het erop aankwam!
3. Slaven (Tlacotin)
In het Azteekse rijk kon je slaaf worden als je iets had uitgespookt – een misdaad bijvoorbeeld, of als je je schulden niet kon terugbetalen. Ook krijgsgevangenen belandden vaak als slaaf.

Toch hadden slaven bepaalde rechten. Ze mochten niet zomaar mishandeld worden, en als ze wisten te ontsnappen naar een tempel, konden ze zichzelf zelfs vrijmaken.

En het meest opvallende? De kinderen van slaven waren níét automatisch slaaf. Best vooruitstrevend voor die tijd!
4. De Pochteca – de handelaren
De Pochteca waren niet zomaar handelaars – het waren rijke kooplui én geheime spionnen! Ze reisden naar verre oorden en dreven handel in cacao, edelstenen, luxe stoffen en goud.

Maar ondertussen hielden ze hun ogen en oren open… Ze verzamelden stiekem informatie over vijandige steden. Superhandig voor het leger en de keizer, vooral vlak voor een aanval.

Zo wisten de Pochteca vaak al wat er speelde, nog vóór de eerste pijl werd afgeschoten!

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie had de macht?
De baas van het Azteekse rijk had een indrukwekkende titel: Huey Tlatoani, oftewel “grote spreker”. En dat was hij ook – keizer én priester in één.

Tenochtitlán stond niet alleen: samen met Texcoco en Tlacopan vormde het de machtige Driebond.
Die bond veroverde tal van dorpen en steden, die daarna belasting moesten betalen in cacao, stoffen, zout, goud en andere waardevolle spullen.

De keizer werd trouwens niet zomaar aangewezen – hij werd gekozen uit een groep edelen. Maar hij moest wel wat in huis hebben: slim zijn én sterk op het slagveld!

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe verdienden ze hun brood?
De Azteken hielden van handel – en dat deden ze vooral op drukke markten. Hun betaalmiddel? Cacaobonen! Ja, chocolade als geld, hoe slim is dat?

Ze verbouwden van alles: maïs, bonen, chilipepers, avocado’s, pompoen en tomaten. En dat deden ze op chinampa’s – drijvende tuinen op het meer. Een briljante vondst!

Naast boeren waren er ook vissers, jagers en ambachtslieden die werkten met steen, metaal en textiel.

In Tenochtitlán was er elke dag markt, en het was geen kleintje – er kwamen meer dan 60.000 mensen om te kopen, verkopen en ruilen!


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tempels en rituelen
In elke stad stonden hoge tempelpiramides.

De beroemdste was de Templo Mayor in Tenochtitlán.

Op feestdagen brachten ze muziek, dans, bloemen én soms mensenoffers naar de tempels.

Priesters waren heel belangrijk. Ze konden de toekomst voorspellen met kalenders en sterren.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Religie
De Azteken geloofden in een heleboel goden – en elke god had z’n eigen taak.Volgens hen hadden de goden de wereld geschapen, maar die bleef niet zomaar bestaan. Om de wereld draaiende te houden, moesten mensen offers brengen en de goden tevreden houden.

Religie speelde een grote rol in het dagelijks leven. Feestdagen, gewone dagen en zelfs oorlogen draaiden om de wil van de goden. Alles stond in hun teken!

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mensenoffers
🌞 Huitzilopochtli – god van de zon en oorlog
De belangrijkste god van de Azteken was Huitzilopochtli – zonnegod én god van de oorlog. Elke ochtend vocht hij volgens de Azteken tegen de duisternis om de zon weer te laten opkomen.

Maar dat kon hij niet alleen… Hij had kracht nodig – en die kreeg hij via mensenoffers.

Daarom werden krijgsgevangenen naar tempels gebracht, waar hun harten werden geofferd. Gruwelijk volgens ons, maar in hun ogen was het een eervol ritueel om de wereld draaiende te houden.
Quetzalcoatl – de gevederde slang
Quetzalcoatl – oftewel “gevederde slang” – was de god van wind, wijsheid, kennis, kunst en beschaving.

In tegenstelling tot de oorlogszuchtige Huitzilopochtli moest Quetzalcoatl niets hebben van mensenoffers. Hij kreeg liever bloemen en vlinders als teken van respect.

Volgens een mythe zou hij ooit terugkeren. Toen de Spaanse veroveraar Cortés arriveerde, geloofden sommigen dat Quetzalcoatl misschien echt was teruggekomen.

Veel Azteekse koningen beweerden trouwens dat ze van Quetzalcoatl afstamden. Daarmee wilden ze laten zien hoe wijs en bijzonder ze waren.
Andere belangrijke goden
De Azteken hadden een hele reeks goden – meer dan honderd! Voor bijna alles was er wel een god: vuur, maïs, dood, feest, liefde… noem maar op.

Een paar opvallende:

Tlaloc was de god van regen en water – superbelangrijk voor een goede oogst.

Tonatiuh was een zonnegod, vaak te zien als het gezicht in het midden van de beroemde Azteekse zonsteen.

Xipe Totec, de god van vruchtbaarheid en vernieuwing, werd nogal apart afgebeeld: met de huid van een ander over zich heen (!)

Coyolxauhqui was de maan godin én de zus van Huitzilopochtli – en dat leverde behoorlijk wat godenruzies op in de mythes.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De Azteken hielden van kleur, symboliek en natuurlijke materialen. Kunst was voor hen niet zomaar versiering – het had vaak een diepe, religieuze betekenis.

Wat maakten ze zoal?

Beeldhouwwerken van steen, meestal van goden of dieren
Sieraden van goud, jade en schelpen
Maskers voor rituelen of begrafenissen
Textiel met prachtig geweven patronen
Muren en boeken vol symbolen en kleuren

Azteekse kunstenaars mochten hun werk soms niet eens ondertekenen – want de kunst werd gezien als een geschenk aan (of van) de goden.




Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

maïsmeel malen op een wrijfsteen
Een moeder leert haar dochter meel malen op een maalsteen. 
Dit meisje weeft stoffen met een weefgetouw.
Deze vader leert zijn zoon vissen.
Deze moeder leert haar dochter weven.
Aan de deze blauwe stippen kun je zien hoe oud de jongen in de boot is. Tel ze maar.
Een getrouwde vrouw herkende je aan de manier hoe ze haar haar droeg.

Deze eenvoudige kleding werd door de meeste mannen gedragen.
Twee tortillas.
Met de boot werden gewassen naar de markt gebracht.
Dit blauwe krulletje bij de mond betekent 'praten'.
Deze vader leert zijn zoon roeien.

Slide 16 - Tekstslide

Bespreek de praatplaat. Wat zien de leerlingen allemaal? De hotspots geven meer informatie.

Extra informatie voor de leerkracht:
Beroepen en ambachten gingen meestal van vader op zoon en van moeder op dochter. 
De meeste vrouwen werkten thuis, ze deden het huishouden, zorgden voor de kinderen, maakten het eten en sponnen wol en sisal tot draad en weefden stoffen voor kleding en verkoop op de markt.
De meeste mannen verbouwden hun gewassen op de chinampa's (drijvende landbouwgrond) en visten. De dagen waren lang en het werk was zwaar omdat ze niet over ploegen of treklastdieren beschikten.

Vraag de leerlingen wat zij allemaal van hun ouders leren.

Deze tekening komt uit de Codex Mendoza. Een boek dat in opdracht van de Spanjaarden door de Azteken is gemaakt om te vertellen over hun dagelijkse leven. De Azteken gebruikten geen letters maar een beeldtaal, zoals een in een stripboek. Het Azteekse rijk bestond uit bijna vijftig stadstaten en in veel stadstaten spraken mensen hun eigen taal. Het was daarom makkelijker om afbeeldingen te gebruiken die iedereen begreep dan om een ​​systeem van letters te bedenken voor al deze talen. 
De Azteken wisten echt veel, ook al hadden ze geen computers of machines zoals wij.

Voor wiskunde gebruikten ze gewoon puntjes en streepjes om te tellen. Handig en duidelijk!


Ze waren ook goed in geneeskunde. Ze kenden allemaal planten die hielpen tegen ziektes. Cacao tegen moe zijn, kruiden voor keelpijn... En ze hadden zelfs dokters die botten konden zetten of wonden konden verzorgen. Best knap, toch?

De Azteken keken veel naar de zon, maan en sterren.
Ze hadden twee kalenders: eentje met 365 dagen (zoals wij) en een rituele met 260 dagen, speciaal voor feesten en goden.

Om de 52 jaar kwamen die twee kalenders tegelijk uit – dat was een reden voor een groot feest!

Het coolste? Ze konden zonsverduisteringen voorspellen. Ze dachten dat dat een waarschuwing van de goden was. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stel je voor: een groot stenen veld, hoge muren, en overal mensen die in stilte toekijken. In het midden stuitert een zware rubberen bal.
 Maar… de spelers mogen hem niet vangen of schoppen. Ze moeten hem met hun heup, schouder of hoofd raken – en proberen hem door een stenen ring hoog aan de muur te krijgen. Super moeilijk!

Dit was Ōllamaliztli, het balspel van de Azteken.
Maar het was niet zomaar een spel. Het ging over leven en dood, dag en nacht, licht tegen donker.
Soms speelden ze zelfs alsof ze goden waren, en wie won of verloor, kon bepalen welke kant sterker was.

Soms was de wedstrijd zó belangrijk, dat de verliezers (of soms de winnaars!) werden geofferd aan de goden.
Dat klinkt heftig, maar voor de Azteken was dat juist een grote eer.


De bal woog soms meer dan 4 kilo! Spelers droegen speciale leren bescherming  om zich niet te bezeren?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De centrale weg die bij de Templo Mayor uitkomt.
Belangrijke tempel, priesters hielpen met het bestuur.
Het paleis van de Azteekse leider Montezuma II.
Chinampa's, drijvende tuinen, waar groente op werd verbouwd.
Moctezuma II was de laatste grote keizer van het Azteekse rijk. Hij woonde in een paleis in Tenochtitlán, de indrukwekkende hoofdstad vol tempels, markten en kanalen.

Moctezuma was niet alleen leider, maar ook priester. Hij wist veel over de sterren, de goden en de wetten van zijn volk. Maar toen de Spanjaarden ineens verschenen, moest hij een keiharde beslissing nemen… en dat veranderde alles.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hernán Cortez
In het jaar 1519 kwamen er mensen uit een ver land aan in Mexico. Ze droegen glimmende harnassen, reden op paarden (die de Azteken nog nooit hadden gezien!) en hadden wapens die vuur en rook spuwden.

 Ze waren Spanjaarden, onder leiding van Hernán Cortés.
Cortés hoorde over een rijk vol goud, machtige steden en tempels: het rijk van de Azteken, met als hoofdstad Tenochtitlán.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cortés en Moctezuma
De leider van de Azteken was Moctezuma II.
Hij was machtig en slim, maar ook voorzichtig. Toen hij hoorde dat de Spanjaarden eraan kwamen, besloot hij ze niet meteen aan te vallen.
In plaats daarvan liet hij ze de stad binnen.
Lange tijd dachten mensen dat Moctezuma geloofde dat Cortés een god was – misschien zelfs Quetzalcoatl, die volgens een mythe ooit zou terugkomen.
Maar dat verhaal klopt waarschijnlijk niet. Het werd pas later opgeschreven door de Spanjaarden zelf.
Wat historici nu denken? Dat Moctezuma gewoon slim wilde zijn en liever geen oorlog begon.
Daarom behandelde hij Cortés als een gast – in de hoop problemen te voorkomen.


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maar Cortés wilde niet zomaar op bezoek komen – hij wilde de macht. Hij sloot zich aan bij volkeren die vijanden waren van de Azteken.
Uiteindelijk brak er een grote oorlog uit.
In 1521 werd Tenochtitlán omsingeld en verwoest.

Moctezuma werd tijdens de strijd gevangen genomen. Hoe hij precies is gestorven, weten we niet zeker. Sommigen zeggen dat de Spanjaarden hem vermoordden. Anderen denken dat zijn eigen volk boos werd omdat hij niet terugvocht.

Na zijn dood – en de val van Tenochtitlán – was het Azteekse rijk voorgoed voorbij. De Spanjaarden namen de macht over en bouwden Mexico-Stad op de ruïnes van wat ooit een van de grootste steden ter wereld was.


Weetjes
De Spanjaarden waren enorm onder de indruk van Tenochtitlán. Ze vonden de stad zelfs mooier dan Venetië, met haar grote tempels, markten en kanalen.

Moctezuma was zo belangrijk dat hij in een paleis woonde met een eigen dierentuin, vol vreemde en bijzondere dieren.

En ondanks dat de Azteken geen vuurwapens of paarden hadden, vochten ze moedig en hielden ze het lang vol. Ze gaven zich niet zomaar gewonnen.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurde er met de mensen van het Azteekse rijk?
Veel mensen stierven
Tijdens de strijd om Tenochtitlán stierven duizenden Azteken. Maar daarna werd het nóg erger: de Spanjaarden brachten ziektes mee, zoals pokken, waar de Azteken geen weerstand tegen hadden. In de jaren daarna stierven miljoenen mensen, zonder ooit gevochten te hebben.

De overlevenden hadden weinig te zeggen
De mensen die het overleefden, moesten doen wat de Spanjaarden wilden. Ze moesten hard werken, vaak in slechte omstandigheden. Hun taal, goden en gewoonten mochten ze niet meer openlijk gebruiken.

Toch verdween de cultuur niet
Toch bleven veel mensen hun taal, verhalen en liedjes doorgeven aan hun kinderen. Daarom weten we vandaag nog steeds veel over de Azteken, ook al probeerden de Spanjaarden dat tegen te houden.

Slide 23 - Tekstslide

In 1325 stichten de Azteken op een eiland in een groot meer hun hoofdstad Tenochtitlan. Ze onderwierpen daarna andere volkeren.
Ook de Azteken geloofden in vele goden, maar aanbaden vooral de zon waarbij ze velen mensenoffers gaven.
Het was rond de tijd van Columbus een van de grootste steden op aarde met kanalen, tempels, markten en aquaducten.
Ze heersten over een rijk van 25 miljoen!
Wat leeft er vandaag nog voort?
De Azteken zijn niet vergeten. In Mexico spreken nog steeds miljoenen mensen Nahuatl, de taal van de Azteken.

Veel steden en dorpen hebben nog Azteekse namen. En in musea en op pleinen zie je nog altijd beeldhouwwerken, zonnekalenders en maskers.

Zelfs op de Mexicaanse vlag zie je hun symbool terug: een adelaar op een cactus met een slang in z’n bek. Precies zoals in hun legende.


Wakanda forever
In de film Black Panther: Wakanda Forever zie je het onderwaterkoninkrijk Talokan, met hun leider Namor. Dat rijk is gebaseerd op echte oude volkeren uit Mexico en Midden-Amerika: de Azteken en de Maya’s!

De kleding, sieraden en hoofddeksels lijken op die van Azteekse koningen en krijgers. En de taal die ze spreken? Die is gebaseerd op het Yucateeks Maya, een taal die vandaag de dag nog steeds bestaat!

Namor wordt in de film zelfs vergeleken met Quetzalcoatl, de gevederde slang-god uit de Azteekse mythologie.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Maya’s waren een bijzonder volk dat heel lang geleden leefde, in wat nu Zuid-Mexico, Guatemala, Belize en delen van Honduras en El Salvador is. Ze woonden daar al meer dan 4000 jaar geleden!

In het begin leefden ze in kleine dorpen en verbouwden ze dingen als maïs, bonen en pompoenen. Maar die dorpen werden steeds groter, en uiteindelijk bouwden ze echte steden met tempels, pleinen en piramides.

Rond het jaar 250 na Christus begon de tijd waarin ze op hun best waren. Dat noemen we de klassieke periode.
Toen bouwden ze bekende steden zoals Tikal, Palenque, Copán en Calakmul.
In sommige van die steden woonden wel tienduizenden mensen!

De Maya’s hadden geen grote keizer zoals de Azteken. Ze leefden in stadstaten: elke stad had zijn eigen koning en regels. Soms waren die steden bevriend, maar vaak vochten ze met elkaar.
De Maya's

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Leiders en oorlog
De Maya’s hadden geen keizer en ook niet één groot rijk zoals de Azteken. Ze woonden in verschillende steden, zoals Tikal, Palenque, Copán en Chichén Itzá. Elke stad was z’n eigen landje, met een eigen koning.

Die koning was superbelangrijk: hij was de baas, maar ook priester en leider van het leger. Hij zei dat hij van de goden afstamde, dus iedereen moest naar hem luisteren. In sommige steden hadden ze zelfs koninginnen die de leiding hadden. Best cool!

Soms werkten de steden samen, maar vaak vochten ze tegen elkaar. Toch bleef elke stad gewoon zelf beslissen over wat er gebeurde.


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chichen Itza
Chichén Itzá was één van de grootste en belangrijkste steden van de Maya’s. De stad ligt in het noorden van Mexico, op het schiereiland Yucatán. Het was een plek waar mensen naartoe kwamen voor geloof, bestuur en grote feesten.

Het bekendste gebouw is de piramide van Kukulcán, ook wel El Castillo genoemd. Die piramide is eigenlijk een reusachtige kalender! Twee keer per jaar als dag en nacht even lang zijn (dat noem je de lente- en herfstzonnewende) valt het zonlicht precies zo op de trap dat het lijkt alsof er een slang naar beneden kruipt. Dat is Kukulcán, de god met veren en een slangenvorm.

In Chichén Itzá kon je nog veel meer zien, zoals:

- een enorm balspelveld,
- hoge tempels,
- een heilige put, waarin de Maya’s geschenken (en soms ook mensen) offerden aan de goden.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Economie
De Maya’s leefden vooral van landbouw. Ze verbouwden dingen zoals maïs, bonen, pompoen, cacao en chilipepers. Dat gebruikten ze niet alleen om te eten, maar ook om mee te handelen.

Ze ruilden spullen met andere steden en volkeren. Denk aan zout, jade, textiel en eten. In plaats van muntgeld gebruikten ze cacaobonen als geld. Die waren zó waardevol dat je er gewoon spullen of voedsel mee kon kopen!

De Maya’s waren dus niet alleen goede boeren, maar ook slimme handelaars.




Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Maya’s wisten superveel over de zon, maan en sterren. Ze konden zelfs maansverduisteringen voorspellen!

Ze gebruikten twee kalenders tegelijk:

een zonnekalender van 365 dagen

en een rituele kalender van 260 dagen.
Elke 52 jaar kwamen ze tegelijk uit – dat werd groots gevierd.

De Maya’s geloofden in veel goden, zoals de zonnegod, de maïsgod en Chaac, de regengod die belangrijk was voor een goede oogst.

Einde van de wereld?
Sommige mensen dachten dat de Maya’s het einde van de wereld voorspelden in 2012, maar dat klopt niet!

Wat er echt gebeurde: op 21 december 2012 eindigde een lange tijdscyclus in hun kalender. Dat was voor de Maya’s geen ramp, maar juist een nieuw begin.

Ze zagen tijd als een cirkel, niet als een rechte lijn. Dus als iets eindigde, begon er gewoon weer iets nieuws.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mensenoffers
De Maya’s wilden de goden tevreden houden, zodat het bleef regenen, de zon bleef schijnen en de oogst goed was. Daarom brachten ze offers: voedsel, bloemen, dieren – en soms ook mensen.

Mensenoffers gebeurden bij belangrijke momenten, zoals de kroning van een koning of een zonsverduistering, die als een waarschuwing van de goden werd gezien.

Vaak werden krijgsgevangenen geofferd. Voor de Maya’s was dat geen straf, maar een eer: je bloed werd aan de goden gegeven om de wereld in balans te houden.








Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Maya’s hadden hun eigen schrift, met hiërogliefen: kleine tekeningen die woorden of klanken betekenen. Ze schreven op stenen, muren en in boeken van boomschorspapier, die we codices noemen.

Een paar van die oude boeken bestaan nu nog steeds!

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


De Maya’s leefden in een samenleving met duidelijke groepen.
Bovenaan stonden de koningen en priesters.
De koning had veel macht en werd bijna als een god gezien. De priesters deden belangrijke religieuze rituelen.

Daarna kwamen de krijgers, die vochten voor de stad. Handelaars reisden rond om spullen te ruilen.
Ambachtslieden maakten sieraden, maskers, aardewerk en wapens.

De meeste mensen waren boeren. Zij werkten hard op het land en zorgden voor eten, zoals maïs, bonen en pompoen.
Onderaan stonden de slaven.
Dat waren meestal krijgsgevangenen of mensen die straf hadden. Ze moesten werken in huizen, op het veld of bij de tempels.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cultuur
De Maya’s werkten hard, maar ze hielden ook van feest, muziek en spel. In hun vrije tijd deden ze ook dingen om de goden te eren.

Net als de Azteken speelden ze het heilige balspel pok-ta-pok. Ze mochten de zware rubberen bal niet met hun handen of voeten raken – alleen met heupen, knieën of ellebogen.

Soms moest de bal door een stenen ring in de muur. Het spel ging niet alleen om winnen, maar stond voor de strijd tussen licht en donker. Bij grote wedstrijden werd er soms zelfs iemand geofferd aan de goden.
Feest
De Maya’s vierden veel religieuze feesten, meestal volgens hun 260-dagenkalender. Er was muziek met fluiten, trommels en schelphoornen, en mensen droegen kleurrijke kostuums en maskers van goden of dieren.

De feesten waren op de pleinen bij de tempels. Iedereen mocht meedoen, maar de priesters deden de belangrijkste rituelen.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rond het jaar 900 na Christus gebeurde er iets raars: veel grote Maya-steden, zoals Tikal en Copán, werden opeens verlaten.
De gebouwen bleven achter in de jungle en raakten overgroeid.

Waarom dat gebeurde, weten we niet precies.
Maar wetenschappers denken dat het kwam door een combinatie van dingen:

  • Oorlogen tussen steden
  • Mislukte oogsten en te weinig eten
  • Droogte
  • En misschien problemen binnen de samenleving

Maar de Maya’s waren niet weg. Ze leefden verder in andere gebieden, vooral in het noorden, zoals Chichén Itzá. Daar ging hun cultuur nog honderden jaren door.

Pas in de 16e eeuw kwamen de Spanjaarden.
Die veroverden de laatste steden, vernielden tempels en boeken, en verboden het geloof van de Maya’s.









Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is er vandaag nog over van de Maya’s?
Best veel!

✅ In Mexico, Guatemala, Belize en Honduras wonen nog miljoenen mensen die afstammen van de Maya’s.
✅ In sommige dorpen op Yucatán spreken mensen nog Maya-talen, dragen ze traditionele kleren en houden ze oude gewoonten in leven.
✅ Talen zoals K’iche’, Yucateeks en Q’eqchi’ worden nog elke dag gesproken.
✅ Er zijn dorpen waar mensen nog steeds oude feesten en rituelen vieren.
✅ In de jungle kun je nog ruïnes van tempels en piramides zien, zoals bij Chichén Itzá, Uxmal en Calakmul.
✅ En in musea kun je maskers, beelden, hiërogliefen en oude boeken bekijken, zoals de Dresden Codex.

De Maya’s zijn er nog steeds – en hun cultuur leeft gewoon door!

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Inca’s hadden ook tempels en piramides, maar die stonden in Peru, niet in Mexico.
Dus Machu Picchu?

Mooi, maar helaas... dat is voor een andere spreekbeurt 😉

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar bouwden de Azteken hun hoofdstad Tenochtitlán?

A
Op een berg
B
In de woestijn
C
Op een eiland in een meer
D
Onder de grond

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat stond er volgens de legende op de plek waar de Azteken hun stad moesten bouwen?
A
Een priester met een staf
B
Een adelaar op een cactus met een slang in zijn bek
C
Een leeuw met een vlag
D
Een slang met een schild

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebruikten de Maya’s en Azteken als geld?

A
Cacaobonen
B
Zilverstukken
C
Stenen
D
Schelpen

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat moesten de spelers bij het balspel doen?

A
De bal met de handen gooien
B
De bal door een ring krijgen zonder handen of voeten te gebruiken
C
De bal verstoppen
D
De bal met een zwaard raken

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie was Moctezuma II?

A
Een priester uit Spanje
B
De eerste koning van de Maya’s
C
De laatste keizer van de Azteken
D
Een Spaanse soldaat

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat dachten mensen lang over keizer Moctezuma en Hernán Cortés?

A
Dat Cortés eigenlijk Azteeks bloed had
B
Dat Moctezuma dacht dat Cortés een god was
C
Dat Moctezuma zichzelf vermomde als gewone soldaat
D
Dat Cortés zijn broer was

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurde er in 1521?

A
De hoofdstad van de Azteken werd veroverd
B
De Spanjaarden vertrokken uit Mexico
C
De Maya’s bouwden hun eerste stad
D
De Azteken versloegen de Spanjaarden

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat leeft er vandaag nog voort van de Maya’s?






A
Hun tempels zijn helemaal verdwenen
B
Ze leven nu alleen in stripverhalen
C
Miljoenen mensen spreken nog Maya-talen
D
Niemand weet nog iets over hen

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies