2025-06-20 Diabetes mellitus

2024-04-15 Diabetes Mellitus
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BSP apothekersassistentenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

2024-04-15 Diabetes Mellitus

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regels voor succes:

-  Je bent op tijd in de les.
- Je zorgt dat je de benodigde lesmaterialen bij je hebt           laptop mee
- Je telefoon staat op stil en zit in je tas
- Je tas staat op de grond. 
- Je hebt geen oortjes/koptelefoons.
- Je hebt luistert tijdens de uitleg.
- Je hebt respect voor jouw medestudenten en docent
anders pas ik even op je telefoon 

Slide 2 - Tekstslide

Jullie kennen ze wel, maar eraan houden....
Programma & lesdoelen

  • Diabetes mellitus
  • Medische hulpmiddelen

Lesdoelen
-  Ik weet wat het ziektebeeld diabetes mellitus inhoudt
- Ik kan het verschil tussen type 1 en type 2 diabetes uitleggen
- Ik weet wat de rol van insuline is in de stofwisseling
- Ik ken de korte- en lange termijneffecten van diabetes mellitus
- Ik ken de verschillende hulpmiddelen die gebruikt worden bij diabetes mellitus
- Ik kan de werking van een naaldencontainer uitleggen.

 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

KD = Kwalificatiedossier
Kerntaak 1 Voert geïndividualiseerde farmaceutische patiëntenzorg uit
W1 - Neemt de zorgvraag aan
W2 - Voert medicatiebewaking uit
W3 - Verzorgt uitgifte van medicijnen
W4 - Geeft instructie over medicatiegebruik
W5 - Verwerkt patiëntgerelateerde informatie en administratie
Kerntaak 2 Verleent niet-receptgestuurde zorg aan de patiënt
W1 - Adviseert over gezondheid en preventie
W2 - Geeft zelfzorgadvies
Kerntaak 3 Biedt productzorg
W1 - Stelt voorgeschreven geneesmiddelen beschikbaar
W2 - Stelt op maat gemaakte geneesmiddelen beschikbaar
W3 - Zorgt voor logistiek en beheer
Kerntaak 4 Werken aan kwaliteit en deskundigheid
W1 - Werkt aan de eigen deskundigheid
W2 - Werkt aan bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
W3 - Werkt multidisciplinair samen en stemt werkzaamheden af
KD = Kwalificatiedossier

Slide 4 - Tekstslide

Kerntaak 1 voornamelijk, leg uit waarom?
Veel op recept. Geen zelfzorg. Naaldencontainer is medisch hulpmiddel waar geen recept voor nodig is. 
Hoofdstuk 17 - Diabetes mellitus


Hoofdstuk 4.2 - Injectiematerialen voor diabetes mellitus
Hoofdstuk 7.2 - Diabetestestmateriaal


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Endocriene systeem

Slide 6 - Tekstslide

Endocriene systeem = hormoonstelsel is het orgaansysteem dat toeziet op de hormonale regeling in het lichaam. Het endocriene stelsel werkt zo met het zenuwstelsel samen om de activiteit van organen en fysieke systemen te reguleren.

Wat heb jij al geleerd over DM

Slide 7 - Woordweb

DM = diabetes mellitus
Wat is het verschil tussen DM
type 1 en 2 ?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Diabetes mellitus
Diabetes mellitus= suikerziekte
Indien er geen of te weinig insuline in het bloed aanwezig is, stijgt het bloedglucosegehalte, dit kan op de lange termijn leidde tot schade aan de kleine bloedvaatjes (van de ogen, nieren en/of zenuwen) en aan de grote bloedvaten (CVRM).
 
Type 1             auto-immuunziekte, afwezigheid van insuline           < 30 jaar           
Type 2             onvoldoende insuline aangemaakt en/of insulineresistentie          > 40 jaar

Er zijn inmiddels meerdere type bekend.

Slide 9 - Tekstslide

Worden inmiddels meerdere type DM genoemd.
- prediabetes = voorstadium
-zwangerschapsdiabetes, tijdelijk, verhoogd op DM2. Lichaam reageert tijdelijk minder goed op insuline. Normaal wordt er extra insuline aangemaakt tijdens zwangerschap.
- type 3C > alvleesklierkanker of ontstoken alvleesvlier
-neonatale diabetes > eerste  6 mnd, kan lijken op Dm1 maar is geen auto-immuun maar foutje in DNA. Kan blijvend zijn (terug komen in pupertijd) of hersteld voor 1 levensjaar. Juiste prognose belangrijk, kan namelijk op andere manier behandeld worden als DM1, met tabletten.
- CysticFibrosis related diabetes > littekens op alvleesklier. 
- Type 3 - Alzheimer, hernseninsuline wordt niet aangemaakt, nog veel onduidelijk. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aanmaak van insuline
Insuline is een hormoon dat wordt geproduceerd in de beta-cellen van de eilandjes van Langerhans.
Glucose wordt opgenomen en een teveel opgeslagen in lever en spiercellen als glucogeen

Slide 12 - Tekstslide

De beta-cellen zijn zogenaamde endocriene kliercellen. Endocriene kliercellen geven hun producten af aan de bloedbaan. Dit in tegenstelling tot exocriene kliercellen die een afvoerbuis hebben en hun product afgeven aan een holte in het lichaam. De eilandjes van Langerhans vormen het endocriene deel van de alvleesklier en meten b,oedsuiker
Glucosespiegel
Ook wel bloedsuikerspiegel of bloedglucosespiegel genoemd.
Homeostase= evenwicht van de glucosespiegel door de hormonen insuline, glucagon en somatostatine (zelfregulering).

α-cellen→ glucagon→ verhogen de glucosespiegel.
ß-cellen→ insuline→ verlagen de glucosespiegel.
δ-cellen→ somatostatine→ bewaart balans, kan beide afremmen.




α = alfa
ß = beta
δ = delta

Slide 13 - Tekstslide

δ =delta-cellen
Glucose kan alleen worden opgenomen als het hormoon insuline zich bindt aan de insuline receptor op de celwand

Slide 14 - Poll

Waar
Glucose wordt opgeslagen als glucagon in de lever en de skeletspieren.

Slide 15 - Poll

Niet waar, glucogeen wordt opgeslagen. 
Glucagon is hormoon dat ervoor zorgt dat glucogeen wordt omgezet naar glucose.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opname van glucose door insuline

De bloedglucosespiegel daalt 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opgeslagen glucose vrijmaken 
Het hormoon glucagon kan opgeslagen glucose vrijmaken. Hierdoor zal de bloedglucosespiegel stijgen.
Start

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Constant op zoek naar balans
Te hoog geeft schade aan o.a. bloedvaten
Te laag betekent te weinig brandstof hersenen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Streefwaarden glucosespiegel
Tekst

Slide 21 - Tekstslide

Bloedglucosespiegel varieert, is afhankelijk van moment van de dag en of er net gegeten is.  
Normaalwaarde op een lege maag =nuchter = 3.1 -5,6 mmol/l
De hoeveelheid glucose in je bloed wordt uitgedrukt in mmol/l (millimol per liter). Dat staat voor een bepaalde hoeveelheid glucosemoleculen per liter bloed.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aan welke symtomen herken je een hyperglykemie ?

Slide 24 - Open vraag

Dit zijn dus de symptomen om DM te herkennen. 
-veel plassen
-erge dorst
-een droge mond
-moe zijn
-een slecht humeur
-geen eetlust hebben of juist hongerig zijn
-wazig zien
-misselijk zijn of zelfs spugen (overgeven, braken)
     Hypoglykemie versus Hyperglykemie

Slide 25 - Tekstslide

Korte termijn effecten
H2O nodig om glucose op te lossen en af te voeren → dorst
Geen energie in de cellen en afvoeren → honger. 
Energierijke vetten worden afgebroken om energie tekort op te lossen, komen vetzuren en andere afbraakproducten (glycerol) vrij dit kan leiden tot diabetisch coma Dit kun je ruiken aan de adem als aceton = ketose adem.
Mag zelf geen insuline toevoegen als EHBO, wel honing in wang. 

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Langetermijneffecten

Slide 27 - Tekstslide

Afwijkingen in bloedvatenstelsel → atherosclerose van hersenvaten, kransslagaders met vergrote kans op hartinfarct of beroerte. 
Afwijking kleine bloedvaten → haarvaten, oogvaten (netvliesafwijkingen), niercapillairen oog en nierafwijkingen).
Slechte doorbloeding kan leiden tot problemen van voeten en onderbenen. Wondjes genezen slecht.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Een goede behandeling is dus belangrijk om de langetermijneffecten tegen te gaan. 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling type 1
  • Door insuline toe te dienen aan het lichaam.
  • Soorten insuline: ultra kortwerkend, kortwerkend, mengsels, langwerkend 
  • Insuline wordt in het lichaam geinjecteerd m.b.v. een insulinepen of insulinepomp.
  • Bij een hypo kan glucagon worden toegediend 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

De belangrijkste bijwerking van een insulinetherapie is een hypoglykemie. Deze ontstaat als er te veel insuline in het lichaam zit. Bijvoorbeeld door te veel spuiten, te weinig eten, gebruik van alcohol of door gelijktijdig gebruik van andere geneesmiddelen (zoals corticosteroïden).
Lokale allergische reacties op de injectieplaats komen voor. Mensen die een insulinepomp gebruiken, kunnen last krijgen van huidirritaties.
Insulines
Kortwerkende insulines 6-8 uur

- Middellangwerkende insulines 10-24 uur

- Langwerkende insulines 24-36 uur

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nakijken van de opdracht 
Afkortingen en recepteisen

Pak je antwoorden erbij. 
Zelf aan de slag met Farmalect

Farmaceutische patiëntenzorg - oefenmodule
Diabetes mellitus


Lees goed de tekst tussendoor, want dat is kennis die je dient te leren. 
Schrijf je vragen op als je dingen tegenkomt die je niet begrijpt. 
Schrijf feiten op die handig zijn om te leren.

Slide 37 - Tekstslide

Korte pauze na 20 min werken. 

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies