46 komma

Doel
Ik weet wanneer je een komma gebruikt. 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Doel
Ik weet wanneer je een komma gebruikt. 

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer zet ik een komma?
  • in een opsomming  (De kleine, zwarte kat slaapt op de bank.) 
  • voor of na een naam, als je iemand aanspreekt (Maud, ga jij mee ?) 
  • voor sommige voegwoorden  (Hij is blij, omdat het vakantie is.) 
  • tussen twee persoonsvormen  (Als je weggaat, doe dan de deur dicht.)

Slide 2 - Tekstslide

Let op!
In een opsomming staan soms de woorden ‘en’ of ‘of’. 
Voor ‘en’ en 'of' komt geen komma. 

Bijvoorbeeld: De man, de vrouw en het kind stappen in de auto.

Slide 3 - Tekstslide

Wij oefenen, jullie oefenen
  • Op de fruitschaal liggen druiven appels en peren. 
  •  Onze lieve oude buurvrouw past op de hond. 
  •  Pak jij je gymtas Esra? 
  •  Jonas vind jij dat een leuke film? 
  •  De koolmees zoekt takjes want hij wil een nestje bouwen. 
  •  De bank is vies omdat ik melk heb gemorst. 
  •  Toen de meester jarig was kreeg hij bloemen. 
  • Voordat de trein vertrekt sluiten de deuren.

Slide 4 - Tekstslide

Nu jij!

Slide 5 - Tekstslide

Schrijf de komma op de juiste plek in de zin:

Wil je een appel een peer of een banaan?

Slide 6 - Open vraag

Nu de zon schijnt wil ik zwemmen.

Waar staat de komma op de juiste plek?
A
Nu de zon schijnt wil, ik zwemmen.
B
Nu, de zon schijnt wil ik zwemmen.
C
Nu de zon schijnt, wil ik zwemmen.
D
Nu de zon schijnt wil ik, zwemmen.

Slide 7 - Quizvraag

Bedankt voor je hulp Tim!

Waar staat de komma op de juiste plek?
A
Bedankt, voor je hulp Tim!
B
Bedankt voor je hulp, Tim!
C
Bedankt voor, je hulp Tim!
D
,Bedankt voor je hulp Tim!

Slide 8 - Quizvraag

Ik ga naar binnen want het regent.

Waar staat de komma op de juiste plek?
A
Ik, ga naar binnen want het regent.
B
Ik ga, naar binnen want het regent.
C
Ik ga naar binnen want, het regent.
D
Ik ga naar binnen, want het regent.

Slide 9 - Quizvraag

George wil je me helpen?

Waar staat de komma op de juiste plek?
A
George, wil je me helpen?
B
George wil, je me helpen?
C
George wil je, me helpen?
D
George wil je me, helpen?

Slide 10 - Quizvraag

Blok 5 week 2 les 7
Maak alle opgaven met je schoudermaatje. 

Klaar?
Vul je doelenblad in. 
Pak je boek en ga lekker lezen.

Slide 11 - Tekstslide

Gooi de dobbelsteen!
Wat was het doel?                                                                     Wat was het doel?

Hoe ging het samenwerken?                                               Kon je je concentreren?

Wat vond je moeilijk?                                                                Wat lukte goed?

Slide 12 - Tekstslide