Naar welke stad wil jij wel een keer naartoe en waarom?
Slide 6 - Tekstslide
Neem je aantekenschrift en schrijf vier dingen op waaraan je een stad kunt herkennen.
Doe dit in stilte.
Slide 7 - Tekstslide
Leerdoelen
- Je weet waarin een stad of een stedelijk gebied verschilt van landelijk gebied.
- Je begrijpt het verschil tussen wereld-, mega- en hoofdstad.
- Je kunt uitleggen wat het verband is tussen welvaart en verstedelijking.
Slide 8 - Tekstslide
3 kenmerken van een stedelijk gebied:
1. hoge bevolkings- en bebouwingsdichtheid, er is veel hoogbouw.
2. grote variatie in welvaart, opleidingsmogelijkheden en cultuur.
3. grote variatie aan voorzieningen dicht bij elkaar.
Slide 9 - Tekstslide
Landelijk gebied: gebied met een lage bevolkings- en bebouwingsdichtheid en weinig variatie in voorzieningen.
Slide 10 - Tekstslide
Waar lagen de eerste steden?
Slide 11 - Tekstslide
Gelegen aan het water.
In de middeleeuwen herkende je een stad aan de grote muren.
Slide 12 - Tekstslide
Maastricht vroeger
Restanten van de stadsmuur
Slide 13 - Tekstslide
Tegenwoordig is het moeilijk om een stad te herkennen:
IJsland - 500 inwoners
Japan - 50.000 inwoners
Slide 14 - Tekstslide
Megastad, wereldsteden en hoofdsteden
Slide 15 - Tekstslide
Verschillende steden
Er zijn veel verschillende soorten steden, namelijk: Een hoofdstad, megastad, wereldstad.
Een megastad heeft meer dan 10 miljoen inwoners.
Slide 16 - Tekstslide
Verschillende steden
Een hoofdstad is vaak de belangrijkste stad van een land. Het kan zijn dat een hoofdstad samen valt met een megastad en een wereldstad, zoals London en Tokyo.
Slide 17 - Tekstslide
Verschillende steden
Een wereldstad heeft veel inwoners en is voor een groot deel van de wereld erg belangrijk. Belangrijk centrum op gebied van economie, cultuur en politiek
Slide 18 - Tekstslide
3 soorten steden
1. Megastad: + 10 miljoen inwoners.
2. Wereldstad: stad die wereldwijd belangrijk is. Economisch, cultuur en politiek.
3. Hoofdstad: belangrijkste stad, waar meestal de regering zetelt.
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Huiswerk: 2.1 opdr 1ab, 2, 3
Slide 21 - Tekstslide
2.1 Steden worden steeds belangrijker
Deel 2
Slide 22 - Tekstslide
Leerdoelen
- Je weet waarin een stad of een stedelijk gebied verschilt van landelijk gebied.
- Je begrijpt het verschil tussen wereld-, mega- en hoofdstad.
- Je kunt uitleggen wat het verband is tussen welvaart en verstedelijking.
Slide 23 - Tekstslide
Centrum: rijke landen (Nederland)
Semi-Periferie: ontwikkelingslanden (BRIC - Brazilië, Rusland, India en China)
Periferie: arme landen (Afghanistan)
Slide 24 - Tekstslide
Kijk naar de bron op de volgende slide, wat zou de verstedelijkingsgraad kunnen betekenen?
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Verstedelijkingsgraad: percentage van de bevolking dat in steden woont.
Verstedelijkingstempo: percentage waarmee de bevolking in steden jaarlijks toeneemt.
Slide 27 - Tekstslide
Werk, studie, familie, voorzieningen
Rust, ruimte, milieu, groen, kindvriendelijker,mogelijk door auto
Verhuizen tussen stad en platteland
Westerse landen: 19e eeuw urbanisatie, nu suburbanisatie en re-urbanisatie Niet-westerse landen: nu urbanisatie