Future: to be going to 2

Future: plannen en voorspellingen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Future: plannen en voorspellingen

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van de les:

* Kun je de toekomende tijd maken met 'to be going to'
* Je weet wanneer je de toekomende tijd 'to be going to' gebruikt
* Vragen en ontkenningen maken met 'to be going to'

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Aantekening 'to be going to':
Vorm:
I + am + going to + hele werkwoord
you/we/they + are + going to + hele werkwoord
he/she/it + is + going to + hele werkwoord


Slide 4 - Tekstslide

Aantekening 'to be going to':
am + I + going to + hele werkwoord?
 are you/we/they + going to + hele werkwoord?
 is + he/she/it +  going to + hele werkwoord?

I + am not + going to + hele werkwoord
you/we/they + are not + going to + hele werkwoord
he/she/it + is not + going to + hele werkwoord

Slide 5 - Tekstslide

Aantekening 'to be going to':
Gebruik: voor plannen (die je al bedacht had) en voor voorspellingen die je doet op basis van waarnemingen.

examples:
I am going to move to Russia next year. (plan)
Look! I think it's going to rain! (voorspelling)


Slide 6 - Tekstslide

Simon and James .... travel to Spain.
A
are going to
B
am going to
C
is going to

Slide 7 - Quizvraag

That crazy dog .... catch the cats.
A
are going to
B
am going to
C
is going to

Slide 8 - Quizvraag

Maybe I .... read that book.
A
am going to
B
is going to
C
are going to

Slide 9 - Quizvraag

They .... help me.
A
is not going to
B
are not going to
C
am not going to

Slide 10 - Quizvraag

My nephews .... visit us.
A
is not going to
B
are not going to
C
am not going to

Slide 11 - Quizvraag

She .... listen to that stupid music!
A
is not going to
B
are not going to
C
am not going to

Slide 12 - Quizvraag

...... she ......... clean her room?
A
is she going to
B
are she going to
C
am she going to

Slide 13 - Quizvraag

...... they ......... treat you to biscuits or cake?
A
is they going to
B
are they going to
C
am they going to

Slide 14 - Quizvraag

-phone (hele zin noteren)

He .... his friend.

Slide 15 - Open vraag

+ play (hele zin noteren)

We ... a new computer game.

Slide 16 - Open vraag

? clean (hele zin noteren)

...she ...... her room?

Slide 17 - Open vraag

+ meet (hele zin noteren)

Tomorrow they ... Messi.

Slide 18 - Open vraag

- read (hele zin noteren)

I ... an English book.

Slide 19 - Open vraag

? buy (hele zin noteren)

... his parents ... a villa in France?

Slide 20 - Open vraag

What have you learnt?
je kunt de toekomende tijd 'to be going to' op de juiste manier schrijven + je weet wanneer je deze tijd moet gebruiken

Slide 21 - Tekstslide

Is er iets wat je nog niet zo goed snapt?
Zo ja, schrijf dit op.

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide