Mens en gezondheid blok 4

Blok 4
De basisschool
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Blok 4
De basisschool

Slide 1 - Tekstslide

Doelen blok 4
  • Je kunt uitleggen wat een voedselovergevoeligheid is
  • Je kunt vertellen wat additieven en E-nummers zijn
  • Je kunt uitleggen welke invloed voedsel kan hebben op de gezondheid
  • Je kunt uitleggen wat overgewicht is en wat je ertegen kunt doen
  • Je kunt vertellen hoe je een verantwoord bewegings- en voedingspatroon samenstelt
  • Je kunt informatie zoeken en geven over gezonde leefstijl
  • Je kunt beschrijven hoe de media invloed heeft op je leefstijl en voorbeelden geven

Slide 2 - Tekstslide

Als je meteen een dikke keel krijgt bij het eten van noten heb je dan een voedselallergie of een voedselintolerantie?
A
voedselallergie
B
voedselintolerantie

Slide 3 - Quizvraag

Voedselallergie
Voedselintolerantie
reactie van het lichaam vrijwel meteen na het eten van een allergeen.
de reactie komt veel later ( 8 tot 48 uur )
hevige reactie ( anafylactische shock (ofwel: anafylaxie), kun je aan doodgaan.)
reacties zijn heel verschillend per persoon

Slide 4 - Sleepvraag

Waarom komt voedselallergie vaker voor bij baby’s en jonge kinderen?

A
Hun darmen en afweersysteem zijn nog niet volledig ontwikkeld.
B
Hun voeding bevat meer stoffen die een allergie kunnen uitlokken.
C
Zij worden aan meer ziektekiemen blootgesteld.
D
Zij zijn vaker verkouden en eten dan niet goed.

Slide 5 - Quizvraag

Voorbeelden van een voedselallergie zijn?
timer
0:30
A
Vis en schaaldieren allergie
B
Noten allergie
C
Tarwe allergie
D
Alle antwoorden zijn juist.

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Link

Om welke voedselallergie gaat het hier?
A
Pinda allergie
B
Notenallergie
C
Weekdieren allergie
D
Schaaldierenallergie

Slide 8 - Quizvraag

Om welke voedselallergie gaat het hier?
A
Melk allergie
B
Soja allergie
C
Mosterd allergie
D
Noten allergie

Slide 9 - Quizvraag

Om welke voedselallergie gaat het hier?
A
Gluten allergie
B
Notenallergie
C
Weekdieren allergie
D
Graanallergie

Slide 10 - Quizvraag

Om welke voedselallergie gaat het hier?
A
Pinda allergie
B
Soja allergie
C
Weekdieren allergie
D
Noten allergie

Slide 11 - Quizvraag


Welke mensen mogen geen Pasta Bolognese eten?
A
mensen met lactose intolerantie
B
Mensen met een notenallergie
C
mensen met coeliakie
D
Mensen met een allergie voor vis

Slide 12 - Quizvraag

Wat is Coeliakie,
A
Koemelk-allergie
B
Gluten-allergie
C
Geen suiker kunnen verdragen
D
Noten-allergie

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Video

Op je stage bij de facilitaire dienst moet je de lunch voorbereiden voor een vergadering. Eén van de gasten heeft doorgegeven dat hij coeliakie heeft.
Wat mag deze gast niet eten

A
Brood
B
Vleeswaren
C
Gekookte eieren
D
Yoghurt

Slide 15 - Quizvraag

Kun je van Glutenintolerantie (coeliakie) genezen?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quizvraag

Als je last van glutenintolerantie (coeliakie) hebt dan zit het probleem in je
A
Dunne darm
B
Dikke darm
C
Maag
D
Slokdarm

Slide 17 - Quizvraag

In voedsel kunnen micro-organismen zitten die giftige stoffen aanmaken. Wat kun je krijgen als je die op eet?
A
Voedselallergie
B
Voedselinfectie
C
Voedselintolerantie
D
Voedselvergiftiging

Slide 18 - Quizvraag

E-nummers

Slide 19 - Tekstslide

Waarom zitten er E-nummers in voeding?

Slide 20 - Open vraag