HK2GPiratenzoon

Piratenzoon
Heb jij de fragmentenbundel goed gelezen?
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
WoordenschatNT2+2Middelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Piratenzoon
Heb jij de fragmentenbundel goed gelezen?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan welke woorden denk jij 
bij het boek Piratenzoon?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Het boek begint in dit jaar:
A
1704
B
1504
C
1804
D
1604

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het boek speelt zich voor een groot deel af in de volgende plaats in Zeeland
A
Middelburg
B
Duinkerke
C
Sluis
D
Cadzand

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zain, Splinter en Kat hebben de volgende overeenkomst:
A
Hun moeders zijn overleden.
B
Ze komen allemaal uit Sluis.
C
Hun vaders varen op zee.
D
Ze spreken allemaal Spaans.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het volgende is waar
A
Bij Zain thuis hielden ze slaven.
B
Bij Zain thuis hielden ze slaven en in Sluis was Zain zelf een slaaf.
C
Bij Zain thuis hielden ze slaven, maar Zain was in Sluis zelf geen slaaf.
D
Bij Zain thuis hielden ze geen slaven en Zain was in Sluis zelf ook geen slaaf.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar is Zain geboren?
A
Turkije
B
Marokko
C
Spanje
D
Nederland

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Veel mensen in Sluis waren helemaal niet zo tegen de Spanjaarden. Waarom niet?
A
De meeste mensen in Sluis zijn katholiek en de Spanjaarden ook.
B
Spanje ligt dichtbij Sluis.
C
In Sluis spreken ze ook Spaans.
D
De mensen in Sluis zijn protestant en de Spanjaarden ook.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kat en Splinter wonen in een soort hut. Waarom?
A
Hun boerderij was in brand gestoken door Nederlandse soldaten.
B
Hun boerderij was in brand gestoken door hun vader.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom hadden de Nederlandse soldaten de boerderij van de familie van Kat en Splinter in brand gestoken?
A
Als straf omdat de familie samenwerkte met de Spanjaarden.
B
Om de Spanjaarden dwars te zitten.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zain was moslim en mocht daarom geen varkensvlees eten. Waarom deed hij dat toch en hoe kon hij dit verantwoorden naar zijn geloof?
A
Zain zou sterven van de honger als hij niet zou eten. In dat geval mag het volgens de Koran.
B
Zain zou sterven van de honger als hij niet zou eten. Hij vond dat belangrijker dan zijn geloof.
C
Zain zou sterven van de honger als hij niet zou eten. Kat en Splinter dwongen hem daarom varkensvlees te eten.
D
Zain zou sterven van de honger als hij niet zou eten. Hij wist niet dat het varkensvlees was.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kat, Zain en Splinter verstoppen zich als de Spanjaarden komen. Waar?
A
In het bos.
B
Onder de vloer in de hut.
C
In de duinen.
D
Op de zolder in de hut.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie redt Splinter, Kat en Zain en waarvan?
A
Splinter redt ze uit het water.
B
Zain redt ze uit de brand.
C
Broer Jansz redt ze uit het water.
D
Kit redt ze uit de brand.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Laatste vraag voor de wedstrijd! De Spanjaarden en de Nederlanders bereiken een overeenkomst in Sluis:
A
De Spanjaarden mogen vertrekken en alle slaven meenemen.
B
De Spanjaarden mogen vertrekken en alle slaven worden verdeeld onder de Spanjaarden en de Nederlandse soldaten.
C
De Spanjaarden mogen vertrekken en de slaven worden van de Nederlandse soldaten..
D
De Spanjaarden mogen vertrekken en de slaven komen vrij.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat maakt een artikel volgens jou een goed artikel? 

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies


Upload hier een foto
van jouw artikel.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Waar past jouw 
artikel het best?
Hier kun je veel vragen over stellen.
Hier kun je over van mening verschillen.
Hier kun je oplossingen voor bedenken of dingen bij uitvindingen
Hier staan heel veel weetjes in.
Mijn artikel past bij meerdere opties.

Slide 17 - Poll

Deze slide heeft geen instructies


Welke vragen kan ik aan een ander stellen over zijn/haar artikel?

Slide 18 - Open vraag

Discussievragen:
  • Ben jij het daarmee eens?
  • Ik vind dat toch vreemd, want….
  • Nou, dat weet ik nog niet zo zeker, want…..
  • Wie heeft er nog een ander argument?
  • Is dat wel waar? Weet je dat zeker?
  • Wat zegt die…. in het artikel erover? Wat vind je daarvan?

Verdiepingsvragen:
  • Hoe kan het nou dat…?
  • Wat ik niet snap is…?
  • Wat zou er gebeuren als…?
  • Zou iedereen…?
  • Hou zou dat in de toekomst gaan/ in het verleden gegaan zijn?
  • Hoe zit dat eigenlijk in andere landen?
Welke zijn er nog meer van belang om te vertellen?
Wat zou je hier nog meer over willen weten?
Waarom was dat?
Waar was dat?
Wanneer was dat?
Hoe is het in zijn werk gegaan?
Wat is er aan de hand?
Om wie of wat gaat het?
Hoe voer ik een gesprek
over het nieuws? 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De tekst
introductie op het onderwerp.
Klik hier voor het leerdoel.
Leerdoel: je kunt vertellen…
  • welke twee soorten hoogtevrees er zijn
  • wat er met je lichaam gebeurt ?????
  • wanneer het????? een fobie wordt


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak de volgende opdrachten bij de tekst:
Groep 1 leest alinea 3: 
  • Wat heeft Nicole Kidman geprobeerd om van haar fobie af te raken?

Groep 2 leest alinea 4: 
  • Past het kopje bij de gelezen alinea? Licht jullie antwoord toe. 

Groep 3 leest alinea 5: 
  • Wat is het verschil in de reacties van de drie beroemdheden op het zien van een spin?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

panisch
panisch = (als) in paniek

de pleinvrees
de pleinvrees = de fobie voor grote open ruimtes
De eerste en tweede alinea
De act met de 'helderziende' kip kon 'Belgium's Got Talent'-jurylid Niels Destadsbader maar matig bekoren. Niels heeft dan ook een panische angst voor kippen. En hij is lang niet de enige met een fobie. Van pleinvrees over angst voor Sinterklaas tot een kazenfobie, ook onze bekende medemensen ontsnappen er niet aan.

"Ik zie heel graag beesten. Heel graag. Maar ik ben niet zot van kippen", aldus Niels Destadsbader (29) toen cabaretier Jo de 'helderziende' Kip Curry voor z'n neus hield. Mensen die aan alektorofobie lijden, zijn panisch voor kippen of ander pluimvee en bij uitbreiding ook voor dode kippen en... eieren.


bekoren
bekoren = een pretting gevoel geven

Slide 22 - Tekstslide

Toelichting
Docent modelt alinea 1 & 2
De derde alinea
Nicole Kidman: vlinderfobie (lepidoterofobie)

“Als ik vroeger thuiskwam van school, zat er soms een reusachtige vlinder of mot op onze voordeur”, vertelde Nicole Kidman (50) ooit. “Dan klom ik over het hek en kroop ik naar de zijkant van het huis. Alles om de voordeur te kunnen vermijden.” De actrice heeft al van alles geprobeerd om van haar fobie af te geraken. “In het Museum of Natural History ben ik in de grote vlinderkooi gaan staan en toen liet ik zelfs vlinders op me zitten. Maar dat heeft niet gewerkt. Ik spring uit vliegtuigen, ze mogen me bedekken met kakkerlakken, ik doe alles, maar ik hou echt niet van vlinders. Ze hebben iets spookachtigs.”


Slide 23 - Tekstslide

Toelichting
Groep 1 leest alinea 3

Wat denk jij dat er gebeurt met Zain en Kat?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Over wie houd jij je Geuzenlied?
Tekst

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

de aandoening
de aandoening = de ziekte

De vierde alinea
Willy Sommers: angst voor Sinterklaas

Strikt genomen is coulrofobie de angst voor clowns en andere geschminkte en verklede figuren. De angst voor Sinterklaas is daar een variant van. Onder anderen zanger Willy Sommers (65) lijdt aan deze niet zo zeldzame aandoening. "Als kind moest de avond van 5 december het licht aanblijven in mijn kamer en durfde ik niet te slapen", vertelde hij. "En als de sint er dan was, vluchtte ik achter de zetel. Ik was zeer opgelucht als hij weer naar Spanje vertrok."


strikt genomen
strikt genomen = als je het heel precies bekijkt

de variant
de variant = een van de mogelijkheden waaruit je kunt kiezen 

Slide 26 - Tekstslide

Toelichting
Groep 2 leest alinea 4

Past het kopje bij de gelezen alinea? Licht je antwoord toe:

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De vijfde alinea
vakkundig
vakkundig = met kennis van zijn vak

'Thuis'-actrice Ann Pira, Bart Kaëll en Justin Timberlake: bang van spinnen (arachnofobie)
Ann Pira (52), Nancy uit 'Thuis', is bang van dikke, zwarte spinnen. "Maar enkel als ze plots tevoorschijn komen", vertelde ze in TV-Familie. "Als ik ze op afstand kan volgen, doen ze mij helemaal niks. Komen ze dichterbij, dan schiet ik wel in paniek en roep ik mijn zoon. Hij ruimt ze dan vakkundig op, zonder ze te doden.’ Ook Bart Kaëll (57) moet niks van spinnen hebben. "Ik wil ze niet in huis hebben", aldus de zanger. "Als ik er eentje zie, probeer ik ze niet te doden, omdat het nuttige dieren zijn, maar ik vang ze en loods ze naar buiten met een stuk papier." Justin Timberlake (37) heeft het nog het ergst te pakken. De zanger heeft een ziekelijke angst voor spinnen, haaien en slangen. Volgens zijn ex-vriendin Cameron Diaz riep hij ooit de hotelmanager nadat hij een spin in z'n hotelkamer had aangetroffen. "Het beestje was een speldenkop groot", aldus Cameron, "maar Justin kon het niet aan."

Slide 28 - Tekstslide

Toelichting
Groep 3 leest alinea 5

Wat is het verschil in de reacties van de drie beroemdheden op het zien van de spin?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


  1. Kies zo één van de onderwerpen
    op de volgende slide.
  2. Stel onderzoeksvragen op:
    Wat wil je over dit onderwerp
    te weten komen?
  3. Maak goede aantekeningen tijdens
    het lezen van de informatie.
  4. Noteer de antwoorden op je
    onderzoeksvragen in je eigen
    woorden of maak een mindmap.
Hoe doe je goed onderzoek?
Het onderzoek
Klik hier voor het leerdoel.
Leerdoel: : je kunt onderzoek doen naar een subthema gerelateerd aan fobieën.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

nadelen en positieve invloed fobieën          
Wat ga jij onderzoeken? 
Kies 1 van deze onderwerpen.
Klik op de hotspot voor 
meer informatie.
Brengen fobieën alleen nadelen met zich mee of kunnen ze ook een
positieve invloed hebben op je leven? Hoe ga je om met een fobie?
Hoe kun je ermee leren leven?
soorten fobieën          
Ben jij ook zo nieuwsgierig naar welke fobieën er allemaal zijn en hoe mensen deze fobieën ontwikkelen? Is het besmettelijk?
eigen onderwerp          
Ik ben nieuwsgierig naar: …

Slide 31 - Tekstslide

Uitleg:

Je krijgt kort de tijd om zoveel mogelijk nieuwe informatie​ te vinden. Deze informatie deel je straks met de groep.​ Zet zoveel mogelijk van de gevonden informatie op een ​blad of maak er een mindmap van.​​
   Handige bron: 

   Handige zoektermen:
  • Adrenaline
  • Alle fobieën
  • Fobieën
  • Fobieën ontwikkelen
  • Ontstaan fobieën
  • Oorzaken fobieën
  • Fobieën invloed op je leven
  • Leren leven met een fobie/angst
  • Omgaan met angst/fobie

Let goed op...
Hier komen een aantal tips!

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Welk onderwerp heb jij gekozen?
Overstromingen
Tsunami
Watersnoodramp
Verloren stad Atlantis

Slide 33 - Poll

Deze slide heeft geen instructies


Wat voor nieuwe informatie ben je te weten gekomen in 
jouw onderzoek? Vertel het aan de andere leerlingen 
of typ hier je aantekeningen.
Presentatie onderzoeksresultaten
Klik hier voor het leerdoel.
Leerdoel: : je kunt onderzoek doen naar een subthema gerelateerd aan fobieën 



Klik hier voor het leerdoel.
Leerdoel: je kunt je eigen onderzoek presenteren aan de klas 

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Werk in groepjes van 3

Bedenk bij de drie onderstaande woorden een zin waarin je het woord of de uitdrukking op de goede manier gebruikt:

  • bekoren – zin 1 
  • strikt genomen – zin 2 
  • de variant – zin 3

Maak één zin per woord, dus drie verschillende zinnen in totaal. Zorg ervoor dat iemand die het woord niet kent, wel begrijpt wat het betekent door jullie zin te lezen. 

Laat jullie blad met de zinnen op tafel liggen en loop langs en lees de zinnen van de andere groepen.

Welke zin is nu het beste en waarom? 




      De woordenschat

Klik hier voor het leerdoel.
Leerdoel: je kunt… 
  • woorden van deze week in een goede voorbeeldzin gebruiken. 


Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees de hele zin. Ook de zin ervoor en erna zeggen vaak iets over het woord.
Zoek het woord op in een woordenboek of in een zoekmachine op internet.
Ken je het woord in
een andere vorm wel?
Vraag het aan iemand.
Wie weet kent diegene het woord!
Kijk of er een bekend woord
zit in het onbekende woord.
Heb je het woord eerder gezien?
Waar ging de tekst toen over?
Wat kan je doen als je een woord niet begrijpt?

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



  Heb je zelf wel eens een boek gelezen over angsten en/of fobieën?
De boekenclub
Klik hier voor het leerdoel.
Leerdoel: je kunt vertellen welk boek je over angsten/fobieën hebt gelezen en of het een aanrader is.

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Hoe sluit dit boek aan bij wat we vandaag hebben besproken?

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Over wie houd jij je Geuzenlied?
Splinter
Kat
Zain

Slide 39 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting & Terugblik

Leen een spannend boek uit onze boekenkast!
Klik hier voor het leerdoel.
Leerdoel: je kunt vertellen welk woord je nog niet kende en deze week gaat onthouden en gebruiken. 

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even terugkijken naar het onderzoek. Welke doelen heb je al behaald? En welke (nog) niet? Sleep ze naar het juiste vak.
Wist je dat...
wanneer je een doel versleept, erachter een nieuwe verschijnt.
Ja, dit doel heb ik behaald.
Nee, aan dit doel moet ik nog werken.
Ik heb goede onderzoeksvragen bedacht.
Ik heb nieuwe dingen geleerd.
Ik heb veel informatie gevonden bij mijn onderzoeksvragen.
Ik ben nu ook nieuwsgierig geworden naar andere zaken omtrent dit onderwerp.
Ik kan kort vertellen 
wat ik te weten ben gekomen.
Ik heb de onderzoekstijd 
nuttig en goed besteed. 
Ik heb effectief met iemand samengewerkt. 
Ik kan minimaal 2 woorden van deze week gebruiken bij mijn presentatie.

Slide 41 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Noem 3 dingen die je deze les geleerd hebt:

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Noem 2 dingen waar je 
nog wat meer over wil weten:

Slide 43 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat ga je thuis vertellen over deze les?

Slide 44 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat vond jij 
van het boek Piratenzoon?
😒🙁😐🙂😃

Slide 45 - Poll

Deze slide heeft geen instructies