H. 2.1 Ordening - cellen

• Biologie
• ISK

2.1 Ordening - cellen

Wat gaan we doen?

• Introductie nieuw thema
• lesdoelen
• Instructie dieren en planten cellen
• Opdrachten maken

Thema 2 - Ordenen

Jullie weten nu wanneer iets levend, dood of levenloos is, maar

hoe weet je of iets een dier, plant, schimmel of bacterie is?

Doel van de les

Aan het einde van deze les kun je:

• De verschillende onderdelen van een plantaardige en een dierlijke cel benoemen.
  
• Uitleggen wat de functie is van deze celonderdelen.

Hoeveel cellen denk je dat mensen hebben?

1. 30 biljoen
2. 50 miljoen
3. 340.000
4. 8 miljard

Planten- en dierencellen

-> cellen van dieren

• Celmembraan
• Celkern
• Kernmembraan
• Cytoplasma

Organellen

Dierlijke cellen

Het celmembraan

• Een dun vlies
• Houdt alle onderdelen binnen de cel.

Het cytoplasma

• Alles wat in de cel zit.
• Een dikke vloeistof met daarin de organellen.
• Bestaat voor 60-95% uit water.

De celkern en kernmembraan

• Hier zit je DNA met alle genetische informatie.
• De celkern bestaat uit celplasma

• Om de celkern ligt het kernmembraan. 

Hoe noemen we dit onderdeel van een cel?

Hoe heet de dikke vloeistof waarin de organellen zitten?

-> cellen van planten

• Celmembraan
• Celkern
• Kernmembraan
• Cytoplasma

Organellen

Plantaardige cellen

• Plastiden
• Vacuole
• Celwand 

Plastiden

Verschillende soorten

• bladgroenkorrels -> zorgen voor groene kleur
• chromoplasten -> zorgen andere kleuren.
• Zetmeelkorrels -> hier slaan planten hun eten in op. 

Vacuole

• Een soort zakje met water
  
• Zorgt dat de cel stevig blijft

Celwand

• Extra stevige laag om de cel.
• Hoort eigenlijk niet bij de cel.
• Intercellulaire ruimtes

Noem een organel dat plantencellen wel hebben, maar dierencellen niet.

De cellen in mijn been hebben een celwand.

1. Ja
2. Nee

Wat is de functie van de celwand?
(waarom hebben planten een celwand?)

De cellen van een tulp hebben een celkern

1. Ja
2. Nee

Planten of dierencellen?

Planten of dierencellen?

Aan het werk

Maak de opdrachten op bladzijde 25 t/m 28 en leer de woorden op bladzijde 29. 

Huiswerk voor volgende week woensdag.

De verschillende onderdelen van een plantaardige en een dierlijke cel benoemen.

😒🙁😐🙂😃

Uitleggen wat de functie is van deze celonderdelen.

😒🙁😐🙂😃

Volgende week.....

Kijken we ook naar de cellen van schimmels en bacteriën