groep 7 Spelling Thema 5 les 1+2

Spelling Thema 5  
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Spelling Thema 5  

Slide 1 - Tekstslide

Spelling Thema 5  

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

nachtegaal
Je hoort.......................gt
Je schrijft.....cht

Hoor je een korte klank, dan schrijf je -cht.
Behalve bij ligt/legt/zegt

Slide 4 - Tekstslide

goochelaar
ach                          ech                         ich                      uch             och
glimlach               pechvogel           zichzelf           kuch           joch(ie)
belachelijk           echo                      lichaam           kuchje       parochie
kachel                    techniek              lichamelijk 

ui                              oo
juich(en)               goochelaar/gegoochel  

Slide 5 - Tekstslide

0

Slide 6 - Video

Vul woorden in met -ch of -cht

Slide 7 - Woordweb

Zoek de valse
A
Ik verlies bijna mijn evenwigt.
B
Hij zegt dat het niet waar is.
C
Ik zou wel onzichtbaar willen zijn.
D
De nachtegaal zong een mooi lied.

Slide 8 - Quizvraag

Zoek de valse
A
Ik heb veel pech.
B
De goochelaar toverde een konijn uit de hoed.
C
Ik maak het ligt wel aan.
D
We mogen even niet meer juichen.

Slide 9 - Quizvraag

Schrijf je het woord met ch of cht.

beri.......je
A
ch
B
cht

Slide 10 - Quizvraag

Schrijf je het woord met ch of cht

dagto........
A
ch
B
cht

Slide 11 - Quizvraag

Schrijf je het woord met ch of cht

e........o
A
ch
B
cht

Slide 12 - Quizvraag

Schrijf je het woord met ch of cht

Ik la......
A
ch
B
cht

Slide 13 - Quizvraag

Schrijf je het woord met ch of cht

onzi.......baar
A
ch
B
cht

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

garage
Je hoort.......................zje
Je schrijft.....ge

Hoor je achter aan een woord zje, dan schrijf je -ge

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Vul woorden in met -ge

Slide 18 - Woordweb

Hoe schrijf je het woord .....

Slide 19 - Open vraag

Hoe schrijf je het woord .....

Slide 20 - Open vraag

Hoe schrijf je het woord .....

Slide 21 - Open vraag

Hoe schrijf je het woord .....

Slide 22 - Open vraag

Goed gewerkt!

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide