Thema ondervoeding en overvoeding

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3,4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Berekenen BMI

Bereken de BMI door het gewicht in kilogram te delen door het kwadraat van de lengte in meters: BMI = kg / (lengte x lengte)

Voorbeeld: iemand weegt 120 kilo bij een lengte van 1,85 meter:
BMI = 120 / (1,85x1,85) = 35

Slide 2 - Tekstslide

CLASSIFICATIE VAN BMI BIJ VOLWASSENEN (18 TOT 70 JAAR)
CLASSIFICATIE BMI
Ondergewicht
lager dan 18,5
Gezond gewicht
tussen 18,5 en 24,9
Overgewicht
tussen 25 en 29,9
Obesitas
tussen 30 - 39,9
Morbide obesitas
hoger dan 40

Slide 3 - Tekstslide

CLASSIFICATIE VAN BMI BIJ OUDEREN BOVEN DE 70 JAAR
Voor ouderen wordt in het algemeen aangenomen dat de BMI hoger mag zijn dan voor volwassenen. Hoe hoog exact, is niet duidelijk; daar zijn verschillende meningen over. Vaak wordt het volgende onderscheid gemaakt:


Ondergewicht
BMI ≤ 22
Normaal gewicht
BMI = 22 - 27,9
Overgewicht
BMI = 28 - 29,9
Obesitas
 BMI ≥ 30

Slide 4 - Tekstslide

Wat versta je onder
ondervoeding...

Slide 5 - Woordweb

Definitie ondervoeding
'Ondervoeding kan worden beschouwd als een voedingstoestand waarbij sprake is van een tekort of disbalans van energie, eiwit en/of andere nutriënten (voedingsstoffen), die leidt tot meetbare nadelige effecten op de lichaamsomvang en lichaamssamenstelling, op het functioneren en op klinische resultaten.' (Stratton 2003).

Slide 6 - Tekstslide


Ondervoeding en overgewicht kunnen ook tegelijk bestaan. Cliënten met overgewicht kunnen ook ondervoed zijn

Slide 7 - Tekstslide

Ondervoeding
Ondervoeding bij ouderen komt in verpleeghuizen bij 20 tot 25% voor en in de thuiszorg bij 15 tot 25%. 
Bij ondervoeding is er sprake van verlies van lichaamsgewicht en spiermassa. Hierdoor daalt de weerstand, hebben ouderen een verhoogde kans op opname in een instelling, op complicaties bij ziektes, zijn zij verminderd zelfredzaam en ervaren zij een verminderde kwaliteit van leven. 
Uiteindelijk zorgt voor ondervoeding voor een verhoogde mortaliteit.

Slide 8 - Tekstslide

Oorzaken van ondervoeding
afhankelijkheid          depressie               ‘dorstgevoel’ neemt af
              eenzaamheid                       eenzijdig voedingspatroon
                                  herstel van fracturen               kauw- en slikproblemen
medicijngebruik / bijwerkingen medicijnen, zoals misselijkheid, braken…                          problemen met het gebit    oncologische aandoeningen      
   operatie ondergaan                                        ziekte en comorbiditeit
  verminderde eetlust / sneller een ‘vol’ gevoel ervaren
                                                                                 verminderde reuk en smaak

Slide 9 - Tekstslide

Wat kan je er aan doen?

Slide 10 - Woordweb

Screenen

 In het najaar van 2018 zijn er nieuwe consensuscriteria gepresenteerd die je hierbij helpen. Deze criteria bestaan uit twee stappen, allereerst een screening en vervolgens het stellen van een diagnose.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Diagnose
Vervolgens stel je de diagnose ‘ondervoeding’. Doe dat op basis van twee verschillende soorten factoren:

  • Een kenmerkende factor zoals onbedoeld gewichtsverlies, een laag BMI of verminderde spiermassa.
  • Een oorzakelijke factor zoals verminderde voedingsinname of -opname, of een ziekte of ontsteking.

Slide 13 - Tekstslide

Gevolgen
afname kwaliteit van leven / welbevinden, zoals depressies, vermoeidheid, lusteloosheid, futloosheid en kouwelijk zijn                                            botbreuken door vaker en sneller vallen
huidletsel / verminderde wondgenezing, zoals decubitus of  skin tears, door een dunne en              droge huid                                                     bleke huid                             droog en uitvallend haar 
langzamer herstel (langere opnameduur)             meer en ernstige complicaties bij ziekte                                                            meer medicatiegebruik                   verhoogde mortaliteit                                                                     verminderde immunologische afweer             
verminderde spiermassa (met als gevolg afname algehele conditie en verminderde hart- en longcapaciteit)                                                                vermoeidheid

Slide 15 - Tekstslide

Verpleegkundige interventies

Slide 16 - Woordweb

Wat versta je onder
overvoeding?

Slide 17 - Woordweb

Overvoeding (obesitas)
Obesitas is ‘een chronische ziekte waarbij een zodanige overmatige vetstapeling in het lichaam bestaat dat dit aanleiding geeft tot gezondheidsrisico’s. 
Overgewicht en obesitas bij ouderen, wordt vaak niet als een serieus probleem gezien omdat het niet meteen levensbedreigend is. Toch kampt 57% van de ouderen in Nederland met een te hoog gewicht en 20% zelfs met obesitas.


Slide 18 - Tekstslide

(Morbide) obesitas
Men spreekt van obesitas als het BMI ≥ 30. Het risico op diverse aandoeningen, zoals diabetes mellitus type 2 en cardiovasculaire ziekten, wordt nog hoger als daarbij ook de buikomvang van mannen ≥ 102 cm en bij vrouwen ≥ 88 is. 
Behalve obesitas wordt de laatste tijd ook steeds meer gesproken over zogenaamde ‘morbide obesitas’. Voorbij de grens van een BMI van meer dan 40 wordt de term bariatrische cliënt gebruikt.

Slide 19 - Tekstslide

Overgewicht kan verschillende oorzaken hebben:

Familiair (ouders met overgewicht, omgevings- en gedragsfactoren)
Ongezonde eetgewoontes
Overgewicht tijdens de kinderjaren
Weinig bewegen

Slide 20 - Tekstslide

De gevolgen van overgewicht kunnen groot zijn:

  • Fysiek
  • Psychisch
  • Sociaal

Slide 21 - Tekstslide

Fysieke gevolgen
Hart- en vaatziekten (door te weinig beweging is het risico op o.a. een hartinfarct groter)
Hoge bloeddruk
Diabetes Mellitus type II (80% van alle mensen met Diabetes Mellitus type II heeft dit door overgewicht)
Kanker (bij mannen vooral prostaatkanker en darmkanker, bij vrouwen borstkanker en kanker aan de voortplantingsorganen)              Galziekten
Leververvetting            Artrose (door te weinig beweging en de verhoogde druk op de gewrichten)
Ademhalingsproblemen                         Slaapapneu (korte ademstilstanden tijdens het slapen)
Jicht                                           Verhoogd risico op overlijden en verminderde kwaliteit van leven

Slide 22 - Tekstslide

Psychische gevolgen


Depressie (door pesten of zich buitengesloten voelen)
Minderwaardigheidsgevoel

Slide 23 - Tekstslide

Sociale gevolgen

Arbeidsongeschiktheid
Vereenzaming (angst voor kritiek, onzekerheid of een inactief leven)

Slide 24 - Tekstslide

Verpleegkundige interventies

Slide 25 - Woordweb

Interventies
Voorlichting
Bespreekbaar maken
Preventie (life style)
Bewegen
Gezonde voeding

Slide 26 - Tekstslide