bron G en H

bron G en H
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

bron G en H

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van de les weet je hoe je het werkwoord hebben kan gebruiken in Franse zinnen.

Slide 3 - Tekstslide

Programme
1) herhaling avoir
2) zinnen met avoir
3) nakijken exercices 30/31
4) schrijf een verhaaltje 

Slide 4 - Tekstslide

Avoir et se présenter
Tu as quel âge?
J'ai douze ans
Tu as une soeur?
J'ai un chien
J'ai un petit frère

Slide 5 - Tekstslide

Phrases-clés p.54

Slide 6 - Tekstslide

Kun je het ook met zinnen?
Kies de juiste vervoeging: welke past in de zin?

Slide 7 - Tekstslide

Nous ..... une voiture et un vélo
A
a
B
ont
C
avez
D
avons

Slide 8 - Quizvraag

Ils / Elles .... une grand-mère super!
A
avons
B
a
C
ont
D
avez

Slide 9 - Quizvraag

Jaques et Françoise .... trois pommes
A
ai
B
a
C
avons
D
ont

Slide 10 - Quizvraag

Hoe vraag je aan een vriend of hij een broer heeft?
Heb jij een broer?

Slide 11 - Open vraag

Hoe zeg je dat je twaalf jaar bent?

Slide 12 - Open vraag

Hoe vraag je hoe oud hij is?

Slide 13 - Open vraag

Vous ..... une grande chambre?
A
ai
B
avez
C
avons
D
as

Slide 14 - Quizvraag

Tu .... une sœur?
A
ont
B
a
C
as
D
avons

Slide 15 - Quizvraag

Il .... quinze ans
A
as
B
a
C
ai
D
avez

Slide 16 - Quizvraag

Tu ... quel âge?
A
as
B
es
C
avez
D
ont

Slide 17 - Quizvraag

La ville .... beaucoup de magasins
A
avons
B
a
C
est
D
ont

Slide 18 - Quizvraag

Non, j'.... un frère
A
ai
B
a
C
as
D
ont

Slide 19 - Quizvraag

Le chat ... mal à la patte
A
ai
B
as
C
a
D
avons

Slide 20 - Quizvraag

Nakijken: les exercices 30,31.
Daarna gaan we oefenen met de oefeningen in chapitre 4 (p. 140)
4a,b,c
Klaar?
ex. 32 Je schrijft een stukje over de familie van Lily  Schrijf op hoe haar zusje, broer en hond heten en hoe oud ze zijn

Slide 21 - Tekstslide

Exercices (p.48 e.v.)
Je maakt:
30 a,b,c zelfstandig
30 d klassikaal
31a,c,d,e zelfstandig

Slide 22 - Tekstslide

Ça va bien?

Slide 23 - Tekstslide